Fysiologie, lesdoelen
Les 1
Benoemen van de onderdelen van het spijserteringskanaal
Zie eigen kennis
Uitleggen van de functies van GI: transport, vertering (digestion), secretie (enzymen en sappen),
adsorbtie en uitscheiding
De mond
Transport: eten
Vertering: zetmeel
Secretie (enzymen en sappen): amylase
Adsorbtie: -
Uitscheiding: speeksel, door speekselklieren
Keelholte
Transport: eten
Vertering: zetmeel
Secretie (enzymen en sappen): -
Adsorbtie: -
Uitscheiding: -
De maag
Transport: eten
Vertering: 20% van eiwitten
Secretie (enzymen en sappen): ezymen voor de eiwitten
Adsorbtie: niks, behalve alcohol en sommige medicijnen
Uitscheiding: maagzuur
12-vingerige darm
Transport: eten
Vertering: alles
Secretie (enzymen en sappen): sappen van de alvleesklier, galblaas en lever
Adsorbtie: -
Uitscheiding: zie secretie
Dunne darm
,Transport: eten
Vertering: alles
Secretie (enzymen en sappen): ?
Adsorbtie: alles
Uitscheiding: ?
Dikke darm
Transport: eten
Vertering: -
Secretie (enzymen en sappen): -
Adsorbtie: vocht
Uitscheiding: -
Zie schrift voor alle benamingen en extra info
Uitleggen wat de werking en functie van een enzym is
Een enzym zorgt ervoor dat de chemische reactie versnelt wordt
Les 2
Beschrijven de functie van mond, slokdarm, maag, duodenum, jejunum, ileum, colon, lever, gal en
pancreas en speekselklieren
Mond, hier is de secretie van speeksel, dit is vocht met daarin o.a. het enzym amylase. Dit breekt
amylose af. Dit is een zetmeel en wordt omgezet in glucose. Totaal wordt er 20% afgebroken. Alleen
een baby heeft het enzym ‘Gastrische lipase’ in de mond, dit zorgt voor vertering van vet. In de mond
wordt het eten mechanisch kleiner gemaakt, door het kauwen, bolus. Dat duurt <1 minuut/ er is
nauwelijks absorptie. Vanaf hier gaat het eten naar de maag, via de slokdarm.
Speekselklieren, secretie van speeksel, om koolhydraten te kunnen verteren vanaf de mond tot de
maag
Slokdarm (oesofagus), dit is een buis die het eten vervoerd vanaf de mond naar de maag. Er is hier
nog steeds vertering van koolhydraten. Het duurt 2-3 seconden voordat het eten in de maag is.
Maag, vanaf hier heet het eten chymus. Ook stopt hier de vertering van zetmeel/amylose. Er is hier
een pH van 2, het enzym wat hier aanwezig is, is met deze pH optimaal aan het werk. In de maag is
mucus aanwezig, dit is voor de bescherming van de maagwand. Het enzym wat in de maag voorkomt,
moet eerst omgezet worden door het zuur pepsine, de pepsinogeen wordt omgezet…?
In de maag komt het gastrinehormoon voor. Hierdoor wordt de secretie van de maag en de
beweging van de maag gestimuleerd. Ook zit het intrinsic factor in de maag, dit is nodig voor de
absorptie van Vit. B12. Het bindt zich aan B12 en daardoor kunnen wij het opnemen. Wanneer wij
, geen maag/kleine maag/slechte maag hebben, kunnnen wij geen B12 opnemen. Bij een tekort van
B12 zijn er ernstige gevolgen.
In de maag begint een vertering va eiwitten, er wordt 10-20% van de eiwitten verteerd. Er wordt in
principe niets opgenomen, op alcohol en een paar medicijnen na, zoals aspirine.
De lengte van chymus in de maag is:
1. 50% vloeibaar voeding binnen 30 minuten
2. De rest ongeveer 2 uur
Absorptie=opname van stoffen naar bloed toe.
Duodenum, hier begint de vertering van koolhydraten weer, hier wordt de andere 80% afgebroken.
De duodenum is het eerste gedeelte van de dunne darm, hierna komt de jejunum en daarna de
ileum. 13x per minuut komt er een beetje chymus vanuit de maag in de duodenum. Dit gebeurt
doordat de opening van de maag, de maagportier open gaat. Dit heet sfincter pylorus. Doordat de gal
en de alvleesklier via een buisje bij de duodenum komen, begint hier alle vertering.
Gal, dit orgaan is aangesloten aan de duodenum met een buisje. De galblaas helpt met de vertering
van vetten, hij verteerd het niet! Hij zorgt voor de emulgatie van vet. Grote brokjes vet worden
kleine brokjes, zo wordt op opp. groter van de brokjes en kan het vet eerder verteerd worden.
Pancreas, dit orgaan is aangesloten aan de duodenum met een buisje. De duodenum geeft sappen
af. De chymus, die vanuit de maag in de duodenum komt, is zuur en daarom geeft de pancreas
basische sappen af. Wat erin zit heet bicarbonaat, HCO3. Hij zorgt ervoor dat de pH stijgt en dus
minder zuur wordt. Daarnaast zitten er enzymen in de sappen van de pancreas, denk aan de
enzymen:
1. Amylase, koolhydraten
2. Lipase, vetten
3. Protease, eiwitten
Jejunum, 2e gedeelte van de dunne darm.
Ileum, 3e gedeelte van de dunne darm. In de dunne darm vindt 90 % van alle absorptie plaats, dit
duurt 3 tot 10 uur. De dunne darm is erg snel in opnemen, dit komt door zijn grote opp. Namelijk
200m2. Denk aan opname van vitamines, mineralen, aminozuren, glucose, fructose, galactose,
glycerol en vetzuren. In je darmen zit totaal ongeveer 6-7 Liter vocht, je kan totaal per dag 10 liter
verliezen. Zo kan je beredeneren hoe snel kinderen in Afrika kunnen overleiden aan diarree.
Colon, in de dikke darm vindt geen secretie plaats en ook geen vertering en opname. Hier wordt al
het vocht opgenomen. Daarnaast worden wel de oplosbare vezels omgezet in zuren, dit gebeurt door
de aanwezige bacteriën. De bacteriën in de dikke darm zijn erg actief. Deze zuren zijn erg belangrijk
voor de dikke darm, dit is namelijk de voeding voor de dikke darm. De dikke darm krijgt niet veel
voeding via andere wegen. Je kan evt. kanker krijgen als de dikke darm te weinig voedsel binnen
krijgt, dus door te weinig vezels te eten.