Stimulantia
Cafeïne
● gebruikt voor: cog. stimulering, aandacht
● werking: adenosine antagonist; blokkeert de adenosine receptor, die inhibeert.
Cafeïne werkt dus exciterend. Vermindert de bijdrage van Theta en alfa golven.
● bijwerkingen: mild, pas na 12 uur bv lichte hoofdpijn. Effect op suprachiasmatische
kern, dus tijdelijke vertraging vd biologische klok. Niet al te sterk effect op
sympathisch zenuwstelsel.
● wanneer: versnelde reactie taken (behalve als taken complexer zijn). laag actief brein
> hoog actief brein.
● therapeutische index: zeer potent, weinig doelmatig
Nicotine
● gebruikt voor:
● werking: agonist nicotine-acetylcholine receptor (perifeer en centrale zns) Leidt tot
het openen van natrium ionkanalen. Ook effect op de beschikbaarheid van dopamine
in de NAcc.
● bijwerkingen: heftige sympathicomimetische effecten (hartslag en ademhaling),
verlammende werking (door desensitisatie vd receptoren in de spieren).
● wanneer: zwaar verslavend. snellere reactietijden, snellere zoeksnelheid
werkgeheugen, cog. enhancer.
● therapeutische index: high affinity, high efficacy
Cocaïne
● gebruikt voor: stimulatie
● werking: blokkeert NA en dopaminetransporters, weinig effect op (2). Lijkt subjectief
veel op methamfetamine.
● bijwerkingen: euforische effecten door extreem snelle toegang hersenen.
● wanneer: snellere reactietijden, geïnitieerd gedrag makkelijker afbreken
● therapeutische index:
Amfetamine (Adderall)
● gebruikt voor: ADHD, cog. enhancer, waakzaamheid en alertheid
● werking: extracellulair noradrenaline, DA en serotonine (interacteren met heropname
transporters voor NA en DA, agonist voor sero) Het belangrijkste effect van
amfetaminen wordt vermoedelijk veroorzaakt door het dopaminerge systeem.
Sympathicomimetische effecten door interactie met noradrenerge transmissie. De
interactie met de heropname transporters gebeurt op 2 manieren:
1. ze binden aan de transporter en blokkeren deze zodat heropname wordt
verminderd
2. ze faciliteren het omgekeerde transport, wat hetzelfde effect geeft.
- methamfetamine werkt op allebei
- methylfenidaat werkt op 1
● bijwerkingen: kunnen gevoelens van euforie en meer zelfvertrouwen
veroorzaken. Bij hoge doses van misbruik zijn er vaak tekenen van
adrenerge hyperactiviteit (d.w.z. verhoogde pols en bloeddruk, droge
mond en pupilverwijding). Hoge doses amfetamine kunnen leiden tot
, stereotype gedrag, bruxisme, formicatie, prikkelbaarheid, rusteloosheid,
emotionele labiliteit en paranoia. Bij chronisch misbruik kan zich een
paranoïde psychose ontwikkelen → amfetaminepsychose (tactiele en visuele
hallucinaties door extreme activatie van het dopaminesysteem, waar
vervolgens veel neuronen kapot gaan → minder dopamine afgifte →
sensitisatie)
● wanneer: helpt met bovenstaande en kan geïnitieerd gedrag makkelijker afbreken.
Verslavender dan methylfenidaat.
● therapeutische index:
Methylfenidaat (Ritalin)
● gebruikt voor: stimulatie, ADHD
● werking: biochemie hetzelfde als cocaïne, blokkeert NA en dopamine transporters
(antagonist). Effecten zijn langdurig en blijven op peil. Zorgt voor daling thetagolven,
laat dopamine toenemen in het striatum.
● bijwerkingen: mild, vooral bij orale inname.
● wanneer: cognitie omhoog.
● therapeutische index: niet echt verslavend.
Modafinil (Provigil)
● gebruikt voor: ADHD
● werking: blokkeert dopamine en NA heropname transporters en heeft
daarnaast invloed op het orexine-histamine systeem → activerend effect
cortex.
● bijwerkingen: hogere hartslag, bloeddruk en opgewonden gevoel.
wanneer: worden beschouwd als off-label, tweedelijns middelen ADHD, maakt mensen
bedachtzamer.
Acetylcholine remmer, AMPA kines en oxytocines zijn ook stimulantia.
Atomoxetine
- presynaptic inhibitor of NE transporter
- effect size: 0.6-0.7
- prescribe to the non-methylphenidate responders
- response 60-70%
- downside: expensive, side-effects and it takes a long term to work.
effects (MPH > DEX > arom > clonidine > TCA).
Psychedelica
Cannabis
● gebruikt voor:
● werking: werkt op cannabinoïde receptor (CB1-receptor), hangt af van de
hoeveelheid THC. Werkt in op het anandamide-systeem. Naarmate er via
de klassieke neurotransmissie meer stimulatie van post. neuron
plaatsvindt → meer anandamide. Anandamide gaat van post naar pre en