Burgerlijk procesrecht & Insolventierecht
B2 – 2015/2016
Week 3A: Rechtsmiddelen
1. Leerdoelen
Aan het einde van deze week kunt u:
1. de volgende begrippen en onderwerpen herkennen, opsommen, toelichten, hanteren en
toepassen aan de hand van concrete voorbeelden en er verbanden tussen leggen:
Doel, functie en kenmerken van de gewone rechtsmiddelen:
o Verzet
o Hoger beroep, waaronder appellabiliteit, grievenstelsel en devolutieve werking
o Cassatie
Doel, functie en kenmerken van de buitengewone rechtsmiddelen:
o Derdenverzet
o Herroeping
o Cassatie in het belang der wet
Verloop van de rechtsmiddelenprocedures
De relevante regels van KEI
2. de kern van een uitspraak lezen, aangeven wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke
instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn geweest
bij het beantwoorden van die vraag en het kunnen duiden van het commentaar in de
jurisprudentiebundel op die uitspraak;
3. een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden
rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij
het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie
beantwoorden van die rechtsvraag.
2. Literatuur
Deel 4 Studiereeks burgerlijk procesrecht (R.P.J.L. Tjittes en W.D.H. Asser,
Rechtsmiddelen). Alleen de grote letters.
A. Hammerstein, Beklemd tussen het recht en de feiten, TCR 2015, nr. 5, p. 152-155
(zie Blackboard).
A.I.M. van Mierlo en P.J.J. Vonk, ‘Vereenvoudiging en digitalisering van het
procesrecht’procederen in nieuwe jas na KEI, WPNR 2015(7065) (zie Blackboard).
3. Jurisprudentie
Geheel:
1
, Van der Graaf/Van der Voort, HR 7 juni 1957, NJ 1957, 433, met noot Rutten (bundel
nr. 62);
De Vries/Gemeente Voorst, HR 25 april 2008, NJ 2008, 553, met noot H.J. Snijders
(bundel nr. 67);
Niekoop/Ago, HR 4 mei 1984, NJ 1985, 22, met noot Stein (bundel nr. 102);
D./Raad voor de Kinderbescherming, HR 28 november 2003, RvdW 2003, 180
(bundel nr. 107);
Wertenbroek q.q./Erven Van Vlerken, HR 19 juni 2009, NJ 2010, 154, met noot
Snijders (bundel nr. 108).
Alleen de opgegeven rechtsoverweging(en):
Rechtsmittelbelehrung, HR 4 oktober 1996, NJ 1997, 63 (bundel nr. 98): r.o. 3.3;
Leemkuil/Smit, HR 9 juli 2010, NJ 2010, 418 (bundel nr. 109): r.o. 4.1;
Goosen/Goosen, HR 4 oktober 1996, NJ 1998, 45, met noot Snijders (bundel nr. 113):
r.o. 3.3.
Opdrachten
Opdracht 1: Casus Galajurk
Rachel heeft een lange, paarse galajurk gekocht bij couturier Ali. Rachel heeft beloofd de jurk
binnen een week na het ophalen daarvan te betalen. Betaling blijft echter uit en Ali besluit een
procedure te beginnen tegen Rachel waarin hij betaling van € 10.000,- vordert. Rachel
verschijnt niet in de procedure, omdat zij tot 31 augustus 2015 op Ibiza verblijft. De rechtbank
Amsterdam, kamer voor kantonzaken, wijst € 7.000,- toe en € 2.500,- af, bij uitvoerbaar bij
voorraad verklaard verstekvonnis van 18 augustus 2015. Het vonnis wordt twee dagen later
betekend. De deurwaarder legt op 15 september 2015 executoriaal beslag op de bankrekening
van Rachel en op 27 november 2015 doet de bank uitbetaling aan de deurwaarder.
1 Welk rechtsmiddel kan Rachel instellen tegen het vonnis? Verstekvonnis gewezen, dus
kan Rachel verzet instellen op grond van artikel 143 rv.
Verzet gebruik je na verstek. De niet-verschenen gedaagde kan dan verzet instellen.
- verstekvonnis
- Alleend oor gedaagde die niet verschenen is.
Uitzondering: als er meerdere gedaagden zijn, dan kan er geen verzet ingesteld
worden. Artikel 140 rv. Als er twee gedaagden zijn waarvan er een verschijnt en de
ander niet, dan word teen vonnis op tegenspraak toegewezen. Geen verstekvonnis, dus
hiermee is dan verzet ook niet meer mogelijk. Als beide gedaagden niet verschijnen,
dan wordt er wel een verstekvonnis gewezen en kunnen beide personen verzet
2
, instellen. Dit is in de hele dagvaardingsprocedure mogelijk. Verzet is NIET mogelijk
in verzoekschriftprocedures.
Door het verzet, wordt de instantie heropend, artikel 147 rv. Tegen het vonnis stel je
verzet in, dan wordt de procedure heropend bij de rechtbank. De procedure kan
eindigen. Het is een ratio van hoor en wederhoor. De gedaagde kan alsnog zijn
verweer voeren.
Ook in kort geding 259, hoger beroep 353 en in cassatie 425
Verloop verzetprocedure :
-Dagvaarding eiser
-verstekvonnis
-Verzet dagvaarding gedaagde schrijft zijn verweer tegen de eis op.
(opposant/oorspronkelijk gedaagde) geldt als conclusie van antwoord comparitie 131 RV.
-Comparitie
-Eventueel: tweede schriftelijke ronde (132)/ pleidooi (134)
-Vonnis op tegenspraak
2 Bij welke rechter moet het onder 1. bedoelde rechtsmiddel worden ingesteld? Bij de
rechtbank in Amsterdam omdat daar het vonnis is gewezen.
Bij de rechtbank in Amsterdam omdat daar het vonnis is gewezen. Door het verzet wordt
de instantie heropend, artikel 147 rv. Dit betekentdat de het rechtsmiddel verzet ingesteld
moeten worden bij de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen. In casu is dat de
rechtbank Amsterdam. Het is niet opgenomen in de wet, maar er zijn hier twee redenen
voor.
- bij de plaats in de wet; opgenomen in titel 2 regels voor de dagvaardingsprocedure in
eerste aanleg.
- Artikel 147 rv. Door het instellen van verzet wordt de procedure “heropend”, dus weer
bij dezelfde rechter.
3 Uiterlijk op welke datum kan het onder 1. bedoelde rechtsmiddel worden ingesteld?
Verzettermijn is 4 weken, artikel 143 lid 2 rv. Deze termijn kan 8 weken zijn indien de
gedaagde geenbekende woon- of verblijfplaats heeft. In casu is hier geen sprake van omdat
3