College 1 Introductie
1612 eerste politicologie hoogleraar : Daniel Heinsius.
In het begin aandacht voor praktische, maatschappelijk relevante kwesties. Het was nog weinig puur
theoretisch.
2. Analyse was sterk empirisch. Secundaire analyse vooral. Kijken naar Aristoteles, Livius, Tacitus etc.
3. Ontwikkeling van zowel historici als filosofen in juridische richting. De studie van het (staats)recht.
Essay vragen en vragen over wat begrippen betekenen.
Waarom Nederlandse Politiek vak?
1. Kennis van eigen land, de politiek-bestuurlijke inrichting van het eigen politieke bestel.
2. Nederland als politiek-bestuurlijke casus, theoretisch en vergelijkend o.a.
- Als pacificatiedemocratie : consociational democracy. Een bepaalde ordening van de
democratie die een aantal theoretische
- Extreem proportioneel kiesstelsel heeft Nederland. Veel partijen doen mee aan
verkiezingen.
- - Nederland is goede test case voor coalitietheorie. Hoe coalities tot stand komen.
- Nederland is een voorbeeld van ‘polderen’. (Neo)corporatisme. Niet alleen de gekozen
vertegenwoordigers zitten aan tafel, maar heel veel andere actoren. ‘De sociale
partners’, mogen aanschuiven. Allerlei ‘tafels’ zijn er.
- Nederland is een voedingsbodem voor populisme.
College 2 + Artikel Kinneging + Artikel Trappenburg
Staat en Natie en de constitutie
‘The country, the nation and the state’
Staat : soevereiniteit (intern en extern)
Wat is een staat volgens Kinneging?
1. Een onafhankelijke rechtsgemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied. De
nationale staat ook wel genoemd.
2. Staat als synoniem voor overheid tegenwoordig. De organisatie die het hoogste gezag
uitoefent over een onafhankelijke rechtsgemeenschap van mensen op een bepaald
grondgebied. In deze 2e betekenis spreken we vaak over staatseigendom, staatsregulering
etc.
Beide definities verwijzen naar de soevereiniteit van de staat. Soevereine staten bestaan eigenlijk
sinds de 19e eeuw pas. Waarom soevereiniteit? Soevereiniteit waarborgt vrede en veiligheid.
, Wat is zwaardmacht? = De basis van soevereiniteit. De beschikking over een eigen leger en politie
die burgers kan beschermen. Geweldsmonopolie van de staat.
Belangrijkste taak van een soevereine staat = Algemeen geldende regels stellen en handhaven.
Recht/wetten.
Wat zijn argumenten tegen de soevereine staat? Montesquieu en John Locke : ‘Te grote
machtsconcentratie bij de staat vergroot kans op willekeur en tirannie. Wie bewaakt de bewaker?
Oftewel wie controleert de overheid? Waarom mogen de burgers geen wapens bezitten?
Na Amerikaanse en Franse Revolutie kwam men tot het besef dat beide ideeën over de soevereine
staat een kern van waarheid bevatte Idee rechtsstaat kwam. Rechtsstaat = soevereine staat die
door het recht wordt bepaald. De heerschappij van het recht, de rule of law. Legaliteitsbeginsel.
Paradox : enerzijds is de rechtsstaat een soevereine staat die bepaalt wat recht is, anderzijds bepaald
het recht wat de staat doet.
De rechtsstaat = Een staat met grote bevoegdheden ten aanzien van zijn burgers. De rechtsstaat
heeft het geweldsmonopolie. De fundamentele rechtsbeginselen vormen samen de constitutie.
Constitutie vaak in grondwet vastgelegd, behalve in de UK bijvoorbeeld.
Wat zijn de bronnen van de constitutie ?
Gewoonterecht, andere staatsstukken met belangrijke regels zoals de Gemeentewet en de
Provinciewet. Tegenwoordig EU besluiten en internationale verdragen ook een bron voor
grondwetten. Europees Verdrag van de rechten van de mens. Maar gevolg van EU meer invloed
internationale en supranationale recht uitholling soevereiniteit van de (natie)staat. Nederland
houdt op te bestaan als natiestaat als het zo doorgaat.
Wat zijn grondrechten? Burgerrechten, mensenrechten. Rechten die ‘natuurlijk’ zijn, iedereen heeft
ze van nature. Ze kunnen niet worden afgestaan/worden ontnomen.
Welke soorten grondrechten zijn er?
1. Klassieke grondrechten. Politieke grondrechten : recht op deelname aan het staatsbestuur.
2. Sociale grondrechten (bijstand & bescherming door de staat). Recht op werk, recht op
woonruimte, recht op bijstand.
Sinds de Amerikaanse en Franse Revolutie zijn er steeds meer grondrechten en zijn ze ook
van karakter veranderd. Klassieke grondrechten waren waarborg tegen de staat, maar
sociale grondrechten (recente) zijn taakstellend voor de staat.
Hoe zie je de waarborgfunctie terug? Door de spreiding van bevoegdheden en soevereiniteit
over de regering, Provinciale Staten, de rechterlijke macht, Raad van State, gemeenteraden,
burgemeester, Tweede Kamer, Eerste Kamer etc. Montesquieu ‘’Machtsverdeling
verspreid minimaliseert willekeur en tirannie. Ene macht houdt andere macht in evenwicht,
kan weerstand bieden.
, Welke soorten machtsspreiding zijn er?
1. Territoriale spreiding/ Decentralisatie : Bevoegdheden verspreid over het grondgebied
van de staat. In Nederland dus de 12 provincies en 300+ gemeenten.
2. Functionele spreiding / Trias Politica : Spreiding over verschillende organen. Wetgeving,
uitvoering en rechtspraak.
Ook de wetgevende macht moet checks en balances hebben.
Twee soorten trias politica : machtenscheiding en machtsevenwicht.
Machtsevenwicht laat de 3 machten op elkaar inwerken en wil door constitutioneel vastleggen van
onderlinge controlemogelijkheden willekeur en tirannie tegen gaan.
Opkomst van de democratie
De rechtsstaat heeft andere inkleuring gekregen laatste 150 jaar. Van liberale rechtsstaat naar
sociale en democratische rechtsstaat.
19e eeuw : Democratie kwam op en algemeen kiesrecht in 1917. Verzorgingsstaat na WW2.
Nederland was 1886 nog een aristocratie/oligarchie. Alleen mannelijke bovenklasse kon stemmen.
Waarom rechtsstaat + democratie goed is? In een democratische rechtsstaat ziet bevolking zelf toe
op hun rechten. Maar er is hier een keerzijde : de tirannie van de meerderheid. Er wordt een beroep
gedaan op het democratisch karakter van de genomen besluiten om burger- en mensenrechten aan
te tasten. In de praktijk valt dit mee, maar het is mogelijk dat de meerderheid geheel legaal de
rechtsstaat kan afschaffen.
Democratische invloed op het staatsbestuur Van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat.
Natie = groep die een religieuze, historische, culturele en/of etnische achtergrond delen en zichzelf
beschouwen als een natuurlijke politieke gemeenschap nationale identiteit.
Nederland als identiteit : Calvinistisch en tolerant, klein land dat strijdt tegen het water met zijn
dijken en waterwerken. Nederland werd de eerste moderne republiek dankzij de Unie van Utrecht.
Nederland is getekend door 3 historische ontwikkelingen/scheidslijnen :
1. Linguistisch (taalgrens, tussen Romaanse en Germaanse invloed)
2. Religieus (tussen Rome en Reformatie protestantisme) Het zuiden is katholiek, Brabant etc.
Noorden/westen protestants.
3. Politiek
- De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
- Daarna splitsing Nederland en België 1830
- Ontwikkeling van de parlementaire democratie daarna met als sleuteljaar 1848 (nieuwe
grondwet Thorbecke, ministeriele verantwoordelijkheid).
, Nederlandse politieke bestel is beïnvloed door het buitenland :
Eenheidsstaat komt door de Fransen. (Alles naar Frans voorbeeld tijdens Napoleontische
tijd centralisatie, nationale wetgeving naar Franse, rechterlijke macht hervorming,
nationaal belastingstelsel, soevereine provincies status Franse departementen).
Monarchie komt door de Britten. Britten wilden een sterke bufferstaat in het noorden
boven Frankrijk, vanuit geopolitieke belangen. Dus stelden zij het Koninkrijk der
Nederlanden voor op het Congres van Wenen.
Tweekamerstelsel komt door de Belgen. Toen België nog bij het Koninkrijk hoorde,
wilden Belgische aristocraten een senaat hebben om meer vertegenwoordiging te
hebben. Eerste Kamer kan alleen worden afgeschaft door zichzelf.
Nederland in de 20e en 21e eeuw :
De civil society is sterk ontwikkeld. Het maatschappelijke middenveld. Burgers
participeren op allerlei manieren.
Van verzuiling ontzuiling
Christelijk land Seculiere samenleving
Met aandacht voor postmaterialistische waarden.
Na Tweede Wereldoorlog meer steun voor
parlementaire democratie. Want : Ervaringen met de bezetting leidden tot de
afwijzing van autoritaire oplossingen die in de jaren dertig (en zelfs tijdens de oorlog)
waren voorgesteld als reactie op de economische moeilijkheden van de Grote Depressie.
Nederland moest zich opnieuw uitvinden na WO2 en verliezen Nederlands-Indië en
Suriname. NL werd opnieuw een gidsland, als progressief land.
Nederland is een constitutionele monarchie met een parlementaire, vertegenwoordig
democratie. Vroeger was Nederland een absolute monarchie, nu een ceremoniele
monarchie. Maar de koning heeft nog wel politieke invloed. Elke maandag bespreken de
koning en premier staatszaken en af en toe ontvangt hij ook andere ministers. De inhoud
van deze meetingen worden niet publiekelijk gemaakt.
Constitutie : staat heeft externe en interne soevereiniteit.
De soevereiniteit van de staat waarborgt de vrede en de veiligheid van de onderdanen.
De staat heeft daarom het geweldsmonopolie (zwaardmacht ook wel genoemd).
Constitutie (Kinneging) : Synthese : recht als instrument van de staat EN waarborg tegen
de staat = rechtsstaat.
De rechtsstaat is een soevereine staat.
De waarborgfunctie van het recht komt in uiting in het feit dat de rechtsstaat bepaalde
fundamentele beginselen in acht neemt. Samen vormen deze beginselen de constitutie
van de rechtsstaat.
Cruciale grondrechten zijn klassiek, politiek en sociaal.
Klassieke grondrechten zijn mensenrechten. Artikel 1 bijvoorbeeld.