Artikel 1. Baggerman en Rudolf Dekker: De gevaarlijkste van alle
bronnen. Egodocumenten: nieuwe wegen en perspectieven
- De belangstelling voor egodocumenten is in de afgelopen jaren sterk toegenomen en de
toegankelijkheid van deze teksten is vergroot door de inventarisatie over de periode 1500 tot
1814 en het vervolgproject over de periode tot 1914.
- Voor de moderne tijd neemt het aantal uitgegeven egodocumenten eveneens zienderogen
toe.
- Politieke autobiografieën zijn in NL zeldzaam
- De situatie wijzigt zich thans in snel tempo, want politici uit de late 20 e eeuw stellen steeds
vaker hun levens te boek.
- Egodocumenten staan in het brandpunt van de belangstelling. Wat is de achtergrond van
deze ontwikkeling?
Egodocument: woord en waardering
- Egodocument = verzamelterm voor autobiografieën, memoires, dagboeken en persoonlijke
brieven.
- De huidige belangstelling voor egodocumenten is vooral toegenomen door de veranderende
oriëntatie van historici. In de eerste plaats is er de nieuwe voorkeur voor het actor-
perspectief en de daadwerkelijke beleving van het verleden. Meer algemeen is er de invloed
van het post-moderne denken en de daaruit voortvloeiende kritischer houding ten aanzien
van teksten.
- Teksten worden niet meer als toeleverancier van feiten gebruikt, maar om opinies,
mentaliteiten en het culturele klimaat te onderzoeken en de belevingswereld van de auteur
te reconstrueren.
- Woord egodocument; teksten die zowel onthullen als verhullen
- Het geloof in objectiviteit heeft bij veel historici plaatsgemaakt voor een hang naar
subjectiviteit.
het kleine verhaal
- Micro-sotira = aanvankelijk veelal gebaseerd op rechterlijke stukken, vooral verhoren, die
vaak een autobiografisch aspect hebben
- Andere historici geven er de voorkeur aan juist zoveel mogelijk egodocumenten bijeen te
brengen om er een totaalbeeld uit te distilleren.
- Zowel bij de micro- als bij de macrohistorische aanpak vervullen egodocumenten een
dubbele functie. In de eerste plaats kunnen in dergelijke teksten gegevens worden gevonden
die ik andere bronnen ontbreken.
- Steeds vaker blijkt dat één getuigenis meer zeggingskracht kan hebben dan
onderzoeksresultaten op basis van vele strekkende meters archiefmateriaal.
- Egodocumenten kunnen informatie geven over bevolkingsgroepen die binnen de traditionele
geschiedwetenschap onderbelicht zijn gebleven; vrouwen, arbeiders, kinderen en slaven
- Door de ogen van dit type auteurs ziet men het verleden vanuit een geheel andere optiek
dan gebruikelijk
- Het nut van egodocumenten als toeleverancier voor informatie over de sociale werkelijkheid
zal tegenwoordig door niemand meer bestreden worden, maar dat is niet de enige potentie
van deze bron. Analyse van egodocumenten kan ook aanleiding zijn voor het formuleren van
nieuwe vraagstellingen en het exploreren van nieuwe onderzoeksgebieden
- Anders dan binnen de traditionele geschiedschrijving te doen gebruikelijk werken historici
die zich baseren op egodocumenten niet altijd met een onderzoekshypothese vooraf, waarbij
, bronnen worden gezocht om een op basis van wat al bekend is geformuleerde stellingname
te verifiëren of te falsificeren. De auteur (historicus, journalist, neerlandicus) laat zich
daarentegen door een raadsel, een geheimzinnige kwestie of een onverklaarbare
gebeurtenis, meetrekken in een vreemde wereld. Hij stelt zich niet op als een alwetende
verteller, maar als een speurder, een jager, een zoeker.
Geschiedenis en literatuur
- Terwijl onder historici het debat met name wordt gevoerd over het gebruik van
egodocumenten als historische bron, gaat het binnen de literaire kritiek vooral om de wijze
waarop de techniek van de autobiografie in romans mag worden toegepast.
Invloed op vorm en inhoud
- Sommige historici beschouwen egodocumenten niet alleen als bron van kennis, maar nemen
ook vorm en stijl over.
- Een andere ontwikkeling is de groeiende voorliefde onder historici om het eigen
levensverhaal te vertellen
- Nederlandse historici sluiten aan bij een internationale trend die in Frankrijk is begonnen,
waar zich onder het etiket ‘égo-histoire’ tal van historici zich zetten aan hun eigen
levensbeschrijving.
Controlling time and shaping the self
- Binnen het onderzoeksproject Controlling time and Shaping the Self – door de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) gehonoreerd met een
Vernieuwingsimpuls-subsidie – worden inhoud en vorm van egodocumenten beiden
onderzocht. In dit project worden egodocumenten niet gebruikt als ooggetuigenverslagen
van de historische werkelijkheid van de betreffende auteurs maar worden de ontwikkelingen
binnen het fenomeen egodocumenten zelf onder de loep gelegd.
- Het project Controlling time and shaping the Self onderzoekt voor het eerst de
consequenties van de breukervaring (het moderne historisch besef; conflict tussen
persoonlijke vrijheid en controle) op het persoonlijk niveau. De evidente toename van de
behoefte zichzelf en het eigen verleden op papier vast te leggen, te reconstrueren, kan
mogelijk worden verklaard als een reactie op de breukervaring tussen heden en verleden, als
een poging om ‘ervaringen te controleren, waarop niet op grond van eerdere ervaringen kan
worden geanticipeerd’.
- Halbwachs benadrukt dat het menselijk geheugen het meest optimaal functioneert wanneer
de omgeving niet verandert, wanneer mensen in dezelfde geografische omgeving blijven
wonen en in dezelfde sociale kringen blijven participeren. Hierdoor blijft het referentiekader
van mensen intact
- Misschien is de grote stijging van het negentiende-eeuwse egodocumenten te beschrijven als
een strijd tegen het grote vergeten, baken in een onstuimige eeuw, immers een periode die
gekenmerkt wordt door een toenemende sociale mobiliteit, verstedelijking, in grijpende
infrastructurele veranderingen, technologische innovaties en politieke hervormingen
- Binnen het project wordt daarom de traditionele link tussen de autobiografische impuls en
toenemende individualisering als een elkaar versterkend mechanisme in twijfel getrokken en
gewerkt vanuit de hypothese dat de breuk in het historisch besef, de versnelling van het
levensritme en een veranderende omgang met tijd in de 19 e eeuw een van de belangrijkste
impulsen is geweest om zichzelf te documenteren wat weer onwillekeurig heeft geresulteerd
in een groeiend besef van individualiteit.