Samenvatting Mediation
Leerdoelen van het vak mediation:
1) kennis van verschillende theoretische aspecten van mediation als vorm van bemiddeling
in conflicten, in het bijzonder:
1. Beginselen en kenmerken van mediation
2. Juridische aspecten van mediation
3. Verschillende mediationbenaderingen
4. Het mediationproces
2) kennis van de verschillende toepassingen van mediation, in het bijzonder maar niet
uitsluitend in het familie- en arbeidsrecht;
3) kennis van het belang van verwijzen en de manier waarop wordt verwezen naar
mediation
4) kennis van de manier waarop mediation in Nederland is georganiseerd en
gestructureerd
5) kennis van de plaats die mediation inneemt in de maatschappij
6) inzicht in de manier waarop conflicten ontstaan, escaleren, en transformeren tot
(juridisch) geschil
7) inzicht in de invloed van een neutrale derde op mogelijke de-escalatie van een conflict
8) Men heeft actief kennis gemaakt met verschillende mediationvaardigheden en kan deze
toepassen
9) Men heeft actief kennis gemaakt met onderhandelingstechnieken volgens de Harvard
methode en kan hij deze toepassen.
Kern van mediation: Ten minste twee personen en/of instanties zoeken een oplossing voor
een gezamenlijk probleem, maar het lukt hen niet die te vinden, hoewel het op het oog een
oplosbaar probleem is. Dan schuift er een neutrale derde zonder beslissingsmacht aan. Door
diens bemoeienis wordt de kans dat het de betrokkenen lukt om het probleem wel op te
lossen, groter. Die neutrale derde zonder beslissingsmacht is de mediator, datgene wat hij
doet is mediation.
Week 1 Introductie (Dick Allewijn)
Hoorcollege 1
Dick Allewijn is de eerste bijzonder hoogleraar mediation in Nederland
Er zijn 7 hoorcolleges:
1) Introductie
2) Arbeid (gastcollege Tabita)
3) Scheiding en omgang (gastcollege Petra)
4) Instituties (gastcollege)
5) De vele gezichten van mediation: mediation wordt op verschillende manieren gedaan,
hoe komt dat en wat is daar de redenering achter?
6) Mediation in de responsieve rechtsstaat: dit gaat over de manier waarop mediation het
werkveld/ de juristerij veranderd heeft. De rechtsstaat is aan het veranderen, in de manier
waarop de instituties van de rechtsstaat met mensen omgaan volstaat niet meer alleen een
juridische omgang en een verwijzing naar regels. Er wordt meer verwacht, namelijk
daadwerkelijke legitimatie van de instituties. Er wordt niet alleen verwacht dat zij
,rechtmatige oplossingen aanreiken, maar ook dat zij rechtvaardige oplossingen aanreiken
(althans die zo worden beleefd). Mediation in geschillen met de overheid komen dan ook
aan bod. Onder meer mediation als middel voor de overheid om draagkracht te vinden voor
collectieve besluitvorming.
7) De jurist van de toekomst: tegenwoordig zijn andere skills nodig om een succesvolle jurist
in de maatschappij te zijn. Het gaat dan vooral over softskills en reflectieve eigenschappen.
Let op: arbeid en scheiding zijn de belangrijkste vlakken binnen mediation.
Drie werkcolleges:
1) Arbeid, openingsfase, conflictdiagnose
2) Scheiding, emotionele fase, belangen
3) Zakelijk, onderhandelfase, brainstorm
Let op: ieder moet om de beurt op de mediator stoel gaan zitten. Er worden vaardigheden
aangereikt om een oplossing te bereiken bij mensen die in een conflict zitten om hen
vervolgens te laten samenwerken. Er zal een kanteling gemaakt moeten worden van tegen
elkaar naar samen richting het probleem. De mediator moet ervoor zorgen dat zij de
kanteling gaan maken.
Mediation in het strafrecht: als het slachtoffer en de dader elkaar aankijken en elkaar
rechtstreeks verhalen vertellen zorgt dat voor een grotere transformatie dan wanneer de
instituties zich ermee bemoeien. Hierdoor kan er herstel van de geschonden rechtsorde
optreden. Herstelrecht= op herstel van de normale verhoudingen gerichte mediation.
Mediation
Indeling van het college:
1. De openingsfase
2. Het opbouwen van een mediation
3. Plaatsbepaling
4. Een alternatief (ADR)? Mediation wordt meestal in het rijtje gezet van ADR. Is mediation
een alternatief voor rechtszaken of zijn rechtszaken een alternatief voor mediation? Of zijn
het twee afzonderlijke eenheden?
5. Definitie
6. Meewind en onderstroom
7. Conflict en geschil: hoe verhoudt het begrip ‘conflict’ zich tot het begrip ‘geschil’?
8. Escalatie en de-escalatie van een conflict: conflicten zijn bewegelijk van aard en die
veranderen door de tijd heen, aangezien het emotioneel beladen is. Een geschil is NIET van
bewegelijke aard (het geschil dat iemand is ontslagen blijft hetzelfde). Een mediator moet
weten hoe hij een conflict kan de-escaleren, zodat de partijen het zelf weer kunnen oplossen
9. Standpunten en belangen: men stelt zich op een standpunt (bv. het ontslag is nietig) en
dat wordt vervolgens beargumenteerd, de standpunten van partijen staan vaak tegenover
elkaar (bv. het ontslag was onrechtmatig). Het is daarbij belangrijk waarom men een bepaald
standpunt inneemt, dus het op zoek gaan naar de achterliggende belangen.
10. Conflictdiagnose
Film mediator en zijn cliënten ontmoeten elkaar
Kijkopdracht:
1) Waar gaat het over? Er is een probleem binnen het bedrijf (de agrarische sector).
2) Wat doet de mediator?
,1. Hij stelt zich voor, maakt kennis en vraagt of ze elkaar kennen: om de onafhankelijkheid te
waarborgen.
2. Hij vraagt of er naar de van tevoren toegezonden mediationovereenkomst is gekeken.
3. Veilige setting bieden waarin het gesprek kan plaatsvinden: hij creëert een atmosfeer
waarin het bedreigende aspect van het conflict minder wordt en waarin de partijen zich toch
comfortabel kunnen voelen om met elkaar aan de slag te gaan. Hij doet dit o.a. d.m.v. non-
verbaal gedrag. Daarnaast neemt hij de mensen serieus, niet in hun ruziegedrag maar wel in
hun belangen en beweegredenen. Van de mediator mag het er allemaal zijn, maar niet in
agressieve woorden. De mediator verzacht daarom de woorden van de partijen, maar
volgens de mediator hebben alle partijen een punt.
3. Hij wijst op de vertrouwelijkheid: sommige mediators schrijven vertrouwelijkheid voor,
maar een mediator kan ook vragen of zij het daar mee eens zijn. De verhoudingen worden
dus meteen op scherp gesteld. Hij vraagt waarom de cliënt het met haar man (en de vader
van de andere cliënt) wil bespreken (wil zij de oplossing kunnen delen of ook wat er
tussentijds besproken wordt?). Hij vraagt waarom de andere cliënt het niet oke vindt dat het
gedeeld wordt en hij vraagt wat voor invloed dat heeft op de manier waarop het gesprek
wordt gevoerd.
4. Check of iedereen die nodig is, bij het gesprek aanwezig is: Hij vraagt of vader/partner niet
deel zou moeten nemen aan het gesprek vanwege de betrokkenheid bij het bedrijf.
5. Hij herhaalt om zeker te zijn dat hij het goed begrepen heeft.
6. Vertaalslag: de mediator maakt een soort vertaalslag, hij zegt in objectievere
bewoordingen wat er gezegd wordt. Mensen die boos zijn delen als ze een mededeling doen
een tik uit. De basisuitlating van iemand die ruzie heeft, brengt veel verwijten met zich mee.
De mediator haalt in zijn samenvatting de steken onder water eruit, zodat hij tot een
probleemdefinitie komt die partijen kunnen oplossen. Hij maakt er dus een oplosbaar
probleem van (en legt dat uiteindelijk bij partijen). Het probleem ziet er in eerste instantie
onoplosbaar uit en als de mediator het tot een oplosbaar probleem maakt, dan motiveert
dat partijen om het erover te hebben.
7. Hij legt het probleem bij partijen: Een gezamenlijke probleemdefinitie wordt gedefinieerd,
hoe willen jullie het doen? Hij komt niet met een oplossing, maar hij legt het terug. De
mediator begeleid het, maar de partijen moeten het zelf doen. Daarnaast houden ze zich
waarschijnlijk eerder aan een afspraak die ze zelf hebben gemaakt.
8. De mediator is benieuwd naar de achterliggende belangen: hij zoekt naar het belang
achter het standpunt, dus wat het voor de partijen belangrijk maakt omdat standpunt in te
nemen.
3) Wat doen de cliënten?
4) Waarover worden afspraken gemaakt?
Openingsfase (fase 1)
1) Werkrelatie: de mediator geeft partijen eerst een hand en hij doet wat aan smalltalk om
te kijken of hij de partijen toevallig kent (om zijn onafhankelijkheid te waarborgen).
Daarnaast kijkt hij al hoe de partijen op elkaar reageren. De mediator moet een goede
werkrelatie neerzetten met zijn partijen, hij moet laten zien dat hij serieus is en dat hij zijn
cliënten correct en met respect behandeld. Hij moet opletten of ze aan pauze toe zijn, etc.
Let op: bij mediation gaat het om formele onafhankelijkheid, inhoudende dat de mediator
niet in dienst mag zijn van 1 van de partijen. In de praktijk hebben partijen vaak geen
, probleem met een mediator die intern in dienst is bij de overheid. Binnen mediation is er
dus een andere kijk op de onafhankelijkheid.
2) De mediationovereenkomst aflopen (met daarin): dit is een standaardovereenkomst
Art. 1. De kwestie: onderzoeken of de partijen daadwerkelijk een probleem hebben en iets
met elkaar op te lossen hebben. Het is goed om te vragen aan de partijen hoe het probleem
heet (bv. arbeidsconflict, burenruzie), meestal hebben ze daar ieder hun eigen verhaal over.
Men zal altijd de definitie kiezen die hem in zijn voordeel werkt. Het eerste probleem wordt
dan al opgelost wanneer er gezamenlijk een definitie wordt gekozen door partijen.
Art. 2. Samen oplossen, inhoud is van partijen, proces is van de mediator: partijen gaan een
mediationovereenkomst met elkaar aan. Dat betekent dat de mediator zijn deskundigheid
inbrengt en de partijen beloven daarmee dat ze zich zullen inzetten en dat zij een serieuze
poging zullen doen om het probleem op te lossen.
Er is dus een inspanningsverplichting, maar geen resultaatverplichting.
Art. 3. Partijen mogen het niet erger maken terwijl de mediation loopt: lopen er al
rechtszaken, of is er een journalist ingeschakeld, dat moet dat worden afgezegd zolang de
mediation loopt. Eerst een wapenstilstand sluiten, voordat aan de vrede wordt gewerkt.
Art. 4. Vrijwilligheid: de mediator moet onderzoeken of de partijen wel echt tot een
oplossing willen komen.
Art. 5. Vertrouwelijkheid: sommige mediators schrijven de vertrouwelijkheid voor. Sommige
mediators vragen of de partijen daar andere ideeën over hebben. In Nederland is dat laatste
de leidende stijl geworden. De mediator schrijft dan niet voor hoe de cliënten zich moeten
gedragen, maar betrekt die cliënten in het gesprek om horizontaal afspraken te maken.
Partijen houden zich er dan eerder aan en ze voelen zich serieus genomen en gehoord. De
mediator zet dan wel meteen de atmosfeer neer dat de partijen tot de oplossing moeten
komen en dat de mediator het proces slechts begeleidt.
Let op: vertrouwelijkheid is 1 van de pijlers van mediation. Als het gaat om de verhouding
tussen de burger en de overheid speelt de wet openbaarheid van bestuur een rol. Allewijn
had een zaak waarbij de gemeente zich daarop beriep om zo de mediation stukken te
kunnen openbaren, ook de andere partijen vonden dat niet erg. Het mediation-dossier lag
toen opeens bij de krant. Uiteindelijk zitten er eigenlijk geen gevolgen aan als de
vertrouwelijkheid wordt geschonden. Het is wel een belangrijk punt om het dan in de
mediation over te hebben, om zo op zoek te gaan naar de redenen dat iemand dat heeft
gedaan. Dan kom je uit bij het ruziegedrag. Wanneer er afspraken worden gemaakt kan je er
als mediator vanuit gaan dat er ruzie ontstaan over de vraag waarom men zich niet aan de
afspraken heeft gehouden. Mediators werken met beschuldigingen en NIET met de
waarheidsvinding. De mediator kan bij het niet nakomen van de vertrouwelijkheid wel
nagaan wat het betekent voor de wil van partijen om het probleem op te lossen (het gaat
dan terug naar commitment). Zijn partijen bij mediation dan wel aan het goede adres en
zouden ze niet beter af zijn in de rechtszaal?
6. Wie komt er om tafel? Zijn er nog andere relevante personen, zijn de cliënten degenen die
het proces kunnen oplossen?
7. Kosten? Waar kan de rekening naartoe? In bepaalde gevallen delen partijen de kosten.
Een advocaat-mediator zal het tarief van zijn hoofdberoep doorberekenen. Een mediator uit
de psychologie zal een minder hoog tarief berekenen.
8. Geen deelovereenkomsten tenzij: er wordt dus geen Haviltex toegepast op de
mediationovereenkomst en ook niet op de vaststellingsovereenkomst. Men kan dus niet
zeggen dat er al deelovereenkomsten waren of zeggen dat de mediation op een bepaalde