100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting NIMA marketing A exameneisen €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting NIMA marketing A exameneisen

3 beoordelingen
 546 keer bekeken  23 keer verkocht

NIMA is een internationaal marketing diploma. Dit is een samenvatting van alle exameneisen voor het NIMA basis A examen.

Voorbeeld 3 van de 47  pagina's

  • Ja
  • 21 januari 2016
  • 47
  • 2015/2016
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: tolga90182 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: gianneruyter • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: joosborcheld • 7 jaar geleden

Richting het eind niet veel details, maar die stof was ook minder belangrijk! 4/5

avatar-seller
smemih52
Nima marketing samenvatting exameneisen


1. basisbegrippen in het vakgebied marketing
Marketingconcept:
Een onderneming die de behoeften van de afnemers centraal stelt.

Marketing:
Het bevredigen van de wensen en de behoeften van de afnemers.

Concreet voorbeeld: reclame

Functie van marketing:
De doelstelling van de onderneming (winst maken) te helpen realiseren door die
producten te verkopen waaraan de afnemer behoefte heeft.

Marktbenadering oriëntatie:
1. Productieoriëntatie
2. Productoriëntatie
3. Verkooporiëntatie
4. Marketingoriëntatie
5. Maatschappelijke oriëntatie

1. Productieoriëntatie
Het uitgangspunt:
Zo veel mogelijk te produceren van de producten tegen een zo laag
mogelijke prijs.

Ontstaan:
Door de schaarste aan goederen, kostte het de fabrikant bijna geen moeite
om de grote hoeveelheden te verkopen. Er was een tekort aan allerlei
producten waardoor de producenten/verkopers het voor het zeggen
hadden. (Verkopersmarkt)

Verkopersmarkt:
De vraag is groter dan het aanbod

2. Productoriëntatie
Het uitgangspunt:
Een goed product verkoopt zichzelf.

Ontstaan:
Bij productoriëntatie ga je er van uit dat de consument alleen die
producten koopt, die het meeste waar voor hun geld bieden. De kwaliteit
van het product vormt een belangrijke voorwaarde voor de verkoop ervan.
Dit concept was bedacht omdat er meer concurrentie kwam.

3. Verkooporiëntatie
Het uitgangspunt:
De aandacht werd gericht op het verhogen en de effectiviteit van
verkopen.

, Ontstaan:
De verkopersmarkt veranderde in een kopersmarkt omdat er een
overvloed aan producten kwam. Er was sprake van overproductie en
overcapaciteit en de onderneming moest meer moeite doen om alle
producten te verkopen.

Kopersmarkt:
Het aanbod is groter dan de vraag en de aanbieder moet moeite doen om
zijn producten te verkopen.

4. Marketingoriëntatie
Het uitgangspunt:
De ondernemer richt zich steeds meer op de markt door de wensen en
verlangens van de afnemers in het ondernemingsbeleid centraal te stellen.
De ondernemer probeert zoveel mogelijk kennis te verkrijgen door middel
van een marktonderzoek.

5. Maatschappelijke oriëntatie
Het uitgangspunt:
Niet alleen rekening houden met de belangen van de afnemer maar ook
met die van de hele maatschappij. Bescherming van het milieu speelt
hierbij een belangrijke rol.


Soorten marketing
Industriële/business-to-business marketing (b-to-b):
De marketing gericht op de industriële afnemers (Business marketing).

Consumentenmarketing (b-to-c):
De marketing gericht op de consument.

Belangrijke verschillen ↑:
1. Verschil in aantal en omvang van de afnemers: het aantal consumenten is
groter dan het aantal industriële afnemers, de grote van de orders is groter
bij industriële afnemers.
2. Consumentenmarketing = verspreide geografische vraag
Industriële marketing = geografisch geconcentreerde vraag
3. Industriële afnemers hebben een langdurigere relatie
4. Consumenten zijn autonoom (kiezen zelfstandig).
De vraag van bedrijven is afhankelijk van de vraag naar hun producten.
5. Aankoopbeslissing bij consumenten is emotioneel en bij bedrijven
rationeel.

DMU:
Decision making unit. Bij de aankoop door bedrijven zijn vaak meerdere mensen
betrokken.

Gatekeeper:
Degene die over alle informatie van de leveranciers beschikt.

Reciprociteit:
Als leverancier en afnemer over en weer producten van elkaar afnemen.

, Handelsmarketing (trade marketing):
Marketing gericht op de distribuanten, zoals detailhandel en groothandel.
Vb. Douwe Egberts die zich niet alleen richt op de consument maar ook op de
Albert Heijn en Jumbo.

Relatiemarketing:
Om tot een hechte relatie te komen tussen de aanbieder en de consumenten
wordt er gebruik gemaakt van klantenbestanden. De drie R’s spelen hierbij een
belangrijke rol: ruil, relatie, reputatie.

Direct marketing:
Als een aanbieder zijn goederen of diensten rechtstreeks, dus zonder
tussenkomst van grossiers of detaillisten, aan de consumenten verkoopt.

Overheidsmarketing:
De overheid heeft aan burgers uit te leggen wat men doet en welke wijzigingen
er zijn en waarom deze wijzigingen gemaakt zijn. Zo maakt de Belastingdienst
regelmatig reclame op radio, tv en internet en zullen gemeentes uit moeten
leggen waar de afvalstoffenheffingen en OZB-opbrengsten aan worden
uitgegeven. Ook verkiezingsprogramma’s van politieke partijen kunnen als een
vorm van marketing worden beschouwd

Not-for-profitmarketing:
het gaat om de marketingactiviteiten van organisaties die geen winstoogmerk
hebben. Denk hierbij aan organisaties zoals goede doelen, Veilig Verkeer
Nederland, musea en ziekenhuizen. Vaak leven deze organisaties op subsidies
en/of giften van anderen om de kosten te kunnen dekken en hebben vaak een
maatschappelijk doel.


1.4

Microniveau (klein):
Bij één bedrijf.

Mesoniveau (middelgroot):
Bij branches of bedrijfstakken.

Macroniveau (groot):
Bij een heel gebied of land.

Interne omgevingsfactoren (micro):
Liggen binnen één bedrijf.

 De productiecapaciteit:
De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf binnen een bepaalde
periode kan vervaardigen.
 De financiering:
Voor het aanschaffen van kostbare machines voor vervanging of
vernieuwing. Indien het bedrijf het geld hiervoor niet heeft moet er
geleend worden.
 De marketingmix:
De 4 p’s: product, prijs, plaats, promotie goed op elkaar afstemmen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper smemih52. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  23x  verkocht
  • (3)
  Kopen