Open aanloopvragen
H5: Investeringsprojecten
5.1 (Vrije) Kasstromen
A) Kasstromen zijn meer een feit. Winst is te sturen en is onzeker, je kunt versnelt afschrijven
bijvoorbeeld dan heb je een vertekend beeld van de winst.
B) Vrije kasstroom = vrij te besteden. Bij de kasstroom dienen er nog verplichtingen gedaan worden.
C) Vrije kasstroom = Periodewinst na belastingen + afschrijvingen + desinvesteringen = 100.000 +
50.000 + 20.000 = 170.000
Afschrijvingen zijn wel kosten maar geen uitgaven!! Ze komen dus wel ten laste van je winst maar
niet ten laste van je kas! KASSTROMEN ZIJN NIET HET ZELFDE ALS WINST
5.2 Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)
GBR = gemiddelde periodewinst : gemiddelde investering
Gemiddelde periodewinst = (-300.000 +120.000 +120.000+120.000):3 = 20.000
Gemiddelde investering = (300.000+0) : 2 = 150.000
GBR = 20.000 : 150.000 x 100 = 13,33
5.3 Terugverdientijd
TVT = 300.000 : 12.000 = 25 maanden
5.4 Enkelvoudige interest
A) 10.000 x 0.06 = 600 +10.000 = 10.600
B) 8 : 12 = 0,66 x 0,006 = 0,004
1,004 x 1000 = 1004
5.5 Samengestelde interest & eindwaarde
A) 5.000 x 1,00810 = 5000 x 1,08294 = 5.141,70
B) 9.995 : 1,0129 = 9.995 : 1,11333 = 8.977,57
5.6 Eindwaarde, Interest, verdubbeld/verdubbelen,
A) 10.000 x 1,027 = 11.486,86
B) 10.000 x 1,026 = 11.261,62
11.486,86 – 11.261,62 = 225,24
C) 10.000 x 1,02 ? = 20.000 , hoe bereken je n?
5.7 Contante waarde
A) ??????
5.8 Leasing
A) Financial en Operational
Financial – Langere looptijd, aflossing tot mogelijke koop, zelf risicodrager en economisch
ouderdom, wel op balans
Operational – Kortere looptijd, geen mogelijkheid tot koop, risico bij een ander, niet op eigen balans.
B) Financial lease, je bent economisch eigenaar, de risico’s liggen bij jou. Daarnaast komt deze ook op
de balans te staan. In contract kan opgenomen worden dat diegene het kan kopen.
, H6: Werkkapitaalbeheer
6.2 voorraden bij productiebedrijf
A) Het voorkomen van stagnatie & het verkrijgen van kwantumkorting. Het grootste voordeel betreft
de ontkoppelingsfunctie. Door voorraden aan te houden bij de aanvoer, doorvoer en afvoer van
goederen kan stagnatie in de productieketen worden vorkomen. Ook kan door het aankopen van
grotere partijen een kwantumkorting op de inkoopprijs worden verkregen. Stagnatie = stilstaan/
bederven.
B) De optimale ordergrootte is de ordergrootte waarbij het totaal van bestelkosten en opslagkosten
minimaal is. Waar totaal bestelkosten en orderkosten minimaal is. De optimale ordergrootte = de lijn
(totale kosten) het laagste. De lijn is een optelsom van de bestelkosten en de opslagkosten. Bij de
groene lijn is dan dus de optimale ordergrootte.
C) De veiligheidsvoorraad dient om een hogere dan gemiddelde afzet tijdens de productie van een
nieuwe serie op te vangen. Het verschil tussen bestelniveau bij zekerheid en bestelniveau bij
onzekerheid. Dient om afwijkende activiteiten op te vangen zoals een verhoogde afzet dan
gemiddeld.
D) Door het aanhouden van de veiligheidsvoorraad neemt het bestelniveau toe met de grootte van
de veiligheidsvoorraad. De optimale ordergrootte blijft geleik. Bestelniveau is niveau van voorraad.
Wanneer moet je dan een bestelling doen dat wanneer de voorraad bijna op is je weer een nieuwe
bestelling moet doen. Aanhouden van een veiligheidsvoorraad bij de optimale ordergrootte
betekend dat je altijd hetzelfde besteld, maar dat je voor de zekerheid alleen wat meer op voorraad
houdt.
bij bestelniveau gaat deze van hoog naar ‘’0’’. Wanneer er een veiligheidsvoorraad is, is er altijd
voorraad. De optimale ordergrootte wordt niet beïnvloed door het aanhouden van de
veiligheidsvoorraad, het bestelniveau wel.
6.3 Bereken de omzetsnelheid van de handelsonderneming? Omzetsnelheid van de voorraad = de
mate waarin een onderneming er in slaagt om een goed voorraadbeheer te voeren. Dit wordt
uitgedrukt in een kengetal.
Berekenen omzetsnelheid van de voorraad = inkoopwaarde van de omzet : gemiddelde voorraad
Inkoopwaarde van de omzet (29.000.000): gemiddelde voorraad (1.400.000 +1.500.000:2 =
1.450.000) = 29.000.000 : 1.450.000= 20
Een waarde van 1 bijvoorbeeld geeft aan dat de goederen gemiddeld precies een jaar in de voorraad
aanwezig zijn. Een hoge waarde duidt op een korte voorraadtijd.
6.4
A) Wat is de functie van kredietwaardigheidsbeoordeling in het kader van debiteurenbeheer? Kan
voorraaf plaatsvinden. Onderzoeken of de klanten ook hun rekeningen kunnen betalen. En tot welke
waarde aan een afnemer zal worden verkocht. Informatiebronnen kunnen zijn: Persoonlijke
bezoeken aan de afnemer, vertegenwoordigers, jaarrekeningen van de afnemer of
informatiebureaus.