1.1 Koning en parlement
In 1813 werd Nederland een Monarchie. In 1815 werden de Benelux samengevoegd tot 1
land door koning Willem l: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Dit land kreeg een
grondwet. Deze grondwet maakte van Nederland een constitutionele monarchie (= de macht
van de koning (monarch) is vastgelegd in een grondwet (de constitutie)).
Die grondwet gaf de koning veel macht:
- Ministers waren dienaren vd koning
- Parlement had weinig te zeggen
- Koning koos leden 1e kamer ( vrienden)
- Mensen vd Provinciale Staten (vrienden van de koning) kozen leden 2e kamer
In 1830 werd België zelfstandig. Willem l had daartegen een leger ingezet wat veel geld
kostte. Het parlement wilde hierdoor de grondwet veranderen omdat Nederland bijna failliet
ging. Willem l wilde dat niet, omdat hij dan minder macht zou krijgen. Dit zorgde voor
spanningen.
In 1840 kwam koning Willem ll aan de macht.
Liberaal Thorbecke (rechts) wilde dat het parlement meer te zeggen kreeg. In 1848 kreeg hij
de kans om de grondwet te veranderen. In het buitenland waren veel revoluties en Willem ll
wilde dat voorkomen in Nederland.
Vernieuwde grondwet:
- Iedereen kreeg dezelfde grondrechten
- Koning was onschendbaar (= ministers waren verantwoordelijk voor de acties vd
koning) ministers hadden ministeriële verantwoordelijkheid
- Elke 4 jaar verkiezingen voor de 2e kamer
- 1e kamer werd indirect gekozen (mensen vd Provinciale Staten werden gekozen door
de burgers, die weer de leden vd 1e kamer kozen).
Deze grondwet maakte van Nederland een parlementaire democratie (= manier van
besturen waarbij burgers het parlement kiezen). Het parlement kreeg veel macht.
In 1849 kwam koning Willem lll aan de macht.
Koning Willem lll accepteerde pas dat het parlement de baas was tijdens de Luxemburgse
kwestie (= ruzie tussen de koning en het parlement over Luxemburg)
Willem lll wilde in 1867 Luxemburg stiekem verkopen.
Parlement werd boos en wilde de ministers wegsturen (ministeriële
verantwoordelijkheid). Koning stuurde parlement weg. Nieuwe parlement stuurde
ministers weg. Koning Willem lll besefte dat het parlement echt te baas was.
, 1.2 Ongelijkheid en emancipatie
Nederland was in de 19e eeuw nog geen echte democratie door het censuskiesrecht
(= mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen (rijke mannen)).
Ook had Nederland in de 19e eeuw een districtenstelsel (= systeem waarbij elk gebied
(district) zijn eigen vertegenwoordiger voor het parlement kiest).
De verschillende politieke groepen:
De liberalen hadden de grootste groep in het parlement, dus de macht in Nederland.
Rechts: vrijheid vd burgers, passieve overheid.
1885 1e liberale politieke partij.
de Liberale Unie.
‘Hogere burgerij’ advocaten, dokters, rijke handelaren, ect.
De socialisten
Links: gelijkheid in de samenleving, actieve overheid (leef- en werkomstandigheden
verbeteren).
1894 1e sociaaldemocratische politieke partij.
de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij = SDAP.
Onder leiding van Troelstra.
Wilde kiesrecht voor arbeiders.
De confessionelen
Geloof: 2 groepen: katholieken en protestanten.
1879 1e protestante politieke partij.
de Anti-Revolutionaire Partij = ARP.
Onder leiding van predikant Kuyper.
Wilde kiesrecht voor het (mannelijke) hoofd vh gezin.
‘Kleine luyden’: boeren, arbeiders, kleine winkeliers, ect.
Katholieken voelde zich achtergesteld.
1880 Schaepman 1e priester in parlement > katholieke beweging.
1926 1e katholieke politieke partij.
de Rooms-katholieke Staatspartij = RKSP
Rooms-katholieken: Noord-Brabant, Limburg
In 1887 werd het censuskiesrecht afgeschaft. Dit werd vervangen door een grondwetsartikel
dat kiesrecht gaf aan alle mannen met ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke
welstand’. De eisen aan het kiesrecht werden langzaamaan soepeler en konden als het ware
worden uitgerekt, net als rubber. Het nieuwe grondwetsartikel kreeg daarom de bijnaam
caoutchouc-artikel (‘caoutchouc’ is Frans voor rubber).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gkuijpers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.