Belastingrecht 3
College 1 & 2: Belastingplicht en vermogensvergelijking
Vennootschapsbelasting is de belasting die geheven wordt op de vermogenstoename van
ondernemingen in de vorm van rechtspersonen. In beginsel wordt geprobeerd de he ng op
ondernemingen van natuurlijke personen (IB) en de he ng op rechtspersonen (VPB, AB en
Dividendbelasting) ongeveer even hoog te houden. Dit wordt het globaal evenwicht genoemd.
Als subject van de wet is een onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse
rechtspersonen.
- Binnenlandse rechtspersonen zijn gevestigd in Nederland en behoren tot 1 van de
rechtspersonen vermeldt in art. 2 lid 1 wet VPB. De vestigingsplaats is de plaats van centrale
leiding (feitelijk) of indien naar Nederlands recht opgericht sowieso Nederland ( ctief).
- Buitenlandse rechtspersonen die vergelijkbaar aan een Nederlandse VPB onderneming en hier
gevestigd zijn.
Voor de de nitie van het drijven van een onderneming wordt een aansluiting met het IB begrip
gemaakt. Aanvullend behoren hiertoe ook organisaties die in concurrentie treden met
ondernemers en organisaties die pensioenen verzorgen.
Een aantal subjecten is vrijgesteld. Deze staan limitatief opgesomd in artikelen 5 en 6 van de wet
op VPB en betre en voornamelijk organisaties met een sociaal, cultureel of maatschappelijk
belang. Verenigingen en stichtingen die een bescheiden winst maken (door bijvoorbeeld in
concurrentie te treden met ondernemers) kunnen vrijgesteld worden van de vpb indien de
jaarwinst (minus minimumloonkosten) niet meer bedraagt van 15k EUR in een jaar, waarbij ook de
totale winst van de afgelopen 4 jaren ook niet boven de 75k EUR uitkomt.
De bepaling van de te betalen vennootschapsbelasting volgt de volgende drie stappen:
1. Fiscale winstberekening
2. Fiscale winst bepalen
3. Belastbare bedrag bepalen
Stap 1:
Fiscale winstberekening kan middels de resultatenrekening (waarbij aanpassingen van
commerciële naar scale grondslagen gemaakt worden) of middels vermogensvergelijking. Bij
deze twee de categorie wordt het scaal beginvermogen vergeleken met het scaal
eindvermogen om de scale winst te bepalen. Hierbij vinden nog wel correcties plaats t.a.v. de
stortingen en onttrekkingen gedurende het jaar. Onttrekkingen en stortingen worden toegevoegd
middels het kasstelsel (daadwerkelijke betalingen, waarbij begin en eind vermogen incl deze te
betalen posten zijn) of reserveringsstelsel (mutatie in transitoria meenemen en begin en eind
vermogen als enkel eigen vermogen).
De berekening volgt het onderstaande stramien:
Fiscaal eindvermogen + uitkeringen - beginvermogen - stortingen + onttrekkingen +/- mutaties
scale reserves - vrijgestelde wisten = belastbaar bedrag.
Stap 2:
Middels scale reserves, aftrekposten en niet-aftrekbare kosten zal de scale winst verschillen
van de initiële scale winstberekening. In artikel 8 van de wet op VPB, dit is een schakelbepaling,
staan een aantal zaken die in de IB genoemd zijn maar ook op de VPB van toepassing zijn.
Voorbeelden hiervan zijn kostenaftrekbeperkingen, goed koopmansgebruik en een beperkte
afschrijving op gebouwen.
Stap 3:
De objectieve belastingplicht (welke grondslag) is vervolgens de scale winst minus giften en
eventuele verrekenbare verliezen.
fi fi fi fi ff fi fi fi ffi fi fi fi fi ffi
, Kapitaalstortingen horen niet tot de winst. Er zijn drie vormen:
- Nominaal aandelenkapitaal
- Agio
- Informeel kapitaal (een storting zonder dat er formeel gezien gestort wordt, denk hierbij aan een
lening zonder a ossing of het achterwege laten van doorbelasting van kosten).
Bij een lening van een moeder aan een deelneming waarbij de lening erg lijkt op eigen vermogen
(deelnemerschapslening) is er sowieso sprake van informeel kapitaal als aan al deze voorwaarden
wordt voldaan:
- Achtergesteld t.o.v. van alle schuldeisers
- Geen vaste looptijd (of extreem lang)
- Winstafhankelijke rente
- Alleen opeisbaar bij faillissement, surseance of liquidatie
De vraag of een lening eigenlijk informeel kapitaal betreft is van belang omdat rente aftrekbaar is
en dividend uiteraard niet.
Onttrekkingen zijn vermogensafnames die niet in aanmerking komen voor aftrek. Zij verlagen
namelijk wel het vermogen maar zijn geen kosten. Dit zijn:
- Winstuitdelingen -> ook verkapt dividend
- Winstbelasting -> onttrekking is het verschil tussen de post ‘te betalen vpb’ in dit jaar t.o.v.
vorig jaar.
- Bronhe ngen -> zoals kansspelbelasting of andere bronhe ngen in het buitenland. Deze
mogen wel verrekend worden met de vpb.
Een beperkt aantal winstuitdelingen is wel aftrekbaar. Deze staan limitatief opgesomd in artikel 9
lid 1 van de wet op VPB. Hierbij horen ook kosten voor de oprichting en voor het wijzigen van het
kapitaal.
Niet-aftrekbare bedragen verschillen van onttrekkingen in de zin dat deze pas verrekend worden
bij de scale winstberekening (einde stap 1). De niet-aftrekbare kosten staan vermeld in artikelen
10 en 11, waarbij de belangrijkste zijn:
- Fictief loon is niet aftrekbaar
- Uitreiking van aandelen of opties aan personeel met een jaarsalaris boven 581.000 EUR.
- Commisarisbeloning * 50% onder onder 9.076 EUR is aftrekbaar. Alles daarboven niet tenzij
aangetoond kan worden dat er diensten t.a.v. toezicht worden uitgevoerd voor de
aandeelhouders.
Bij bevoordelingen van groepsentiteiten zonder dat daar een zakelijke prestatie voor terugstaat,
dienen correctieboekingen gemaakt te worden. Zie onderstaand een opsomming van de
mogelijke situaties.
Bevoordeling dochter door moeder
Moeder:
Deelneming dochter
A/ Gemiste opbrengst
Dochter:
Kosten
A/ (informeel) kapitaal
Bevoordeling moeder door dochter
Moeder
Kosten
A/ ontvangen dividend
Dochter:
Winstreserve
A/ Gemiste opbrengst
fiffi fl ffi
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CFOvanEnron. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.