Praktische Economie- 3 VWO : Hoofdstuk 1 – Schaarste en ruilen ( 1.1 tm 1.6, geen 1,5)
Paragraaf 1: Voor niks gaat de zon op
Paragraaf 2: kiezen is verliezen
Paragraaf 3: van Ruilen komt geen huilen
Paragraaf 4: de waarde van geld
Paragraaf 6: rekenen met procenten
Let op: geen paragraaf 1....
Paragraaf 1: Voor niks gaat de zon op
Begrippen:
Arbeid: Het werken en denken van mensen bij de productie.
Consument: Iemand die goederen en diensten koopt.
Consumptiegoederen: Goederen en diensten waarmee consumenten in hun behoeften voorzien. (je koopt dit)
Goederen: Tastbare producten, zoals een brood.
kapitaalgoederen: Goederen die worden ingezet in een productieproces.
Middelen: Zaken waarmee de behoeften vervuld kunnen worden, zoals bv je hebt een inkomen nodig om een scooter
te kopen.
Ondernemerschap: De productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal combineren bij de productie.
Productiefactoren: arbeid, natuur, kapitaal en onderneming schap
Schaars goed: goed waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden om het te verkrijgen
Wat is economie?
- Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften bevredigen door middel van schaarse goederen
- Om in de behoeften te voorzien, hebben ze middelen nodig. Bijvoorbeeld een inkomen of spaargeld
Wat is schaarste? En waar leid dit soms naar toe?
- Je hebt niet voldoende middelen om in al je behoeften te voorzien. (geld, tijd)
- Schaarste leid tot het maken van keuzes.
Wat zijn schaarse goederen?
- goederen dat geld (of tijd) kost. Productiefactoren zijn nodig om producten of diensten te produceren.
Voorbeeld: voor het produceren van koffie in een restaurant heb je nodig, water, koffiebonen en een
koffiezetapparaat. Koffie is dus een schaars goed.
Wat zijn vrije goederen?
- Geen productiefactoren nodig om te produceren, zoals de zon (gratis licht) of een regenbui (gratis water)
Noem de 4 productiefactoren?
- Natuur (pacht): lucht, grond, en water
- Arbeid (salaris): werknemers
- Kapitaal (rente): kapitaalgoederen zoals machines, gereedschap en bedrijfspanden
- Ondernemerschap (winst): eigenaar van het bedrijf, kennis
Om zo goed mogelijk in je behoeften te voorzoen, zijn er twee mogelijkheden, welke?
- Zelfvoorziening: Zelf producten maken, je bakt bijvoorbeeld je eigen brood.
- Je koopt goederen en diensten ( je bent dan een consument)
Wat is een indirecte ruil?
- Je gebruikt geld om goederen en diensten te kopen
Paragraaf 2: kiezen is verliezen
Wat betekent alternatief aanwendbaar?
- Op verschillende manieren inzetten van middelen. Voorbeeld: hoe kan je, je
mobiel op verschillende manieren inzetten, bellen, appen, foto’s maken.
Wat is een budgetlijn?
- Een budgetlijn geeft alle mogelijke combinaties (van 2 producten) aan die je
met een bepaalde budget kan doen (zie afbeelding hiernaast)
Hoe teken je een budgetlijn?
- Stel de budgetfunctie op →Bepaal de snijpunten →Teken de budgetlijn
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper moniquevanmunster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.