Hoorcollege NL geschiedenis na 1700
Historici oordeelden in het verleden erg kritisch over de 18e eeuw
- Kooplieden en regenten ‘’rentenieren’’
- Veel Franse invloeden, weinig Nederlandse inbreng
- De politieke veranderingen in de jaren 1780-1813 komen uit het
buitenland (Frankrijk)
Sinds 1970 plusminus 1970 een positievere waardering van de 18e eeuw
Hoogontwikkelde stedelijke samenleving:
Percentage inwoners van het land dat in de steden woont rond 1800: NL
27%, Frankrijk 12% en Engeland 30%.
De Republiek heeft belangrijke handelscontacten overzee.
Alle specerijen kwamen nog steeds allemaal uit Azië. NL was minder in de
18e eeuw dan in de 17e eeuw, maar niet helemaal verloren.
Nederland was wel een kwetsbare plaats in Europa.
Aantal inwoners rond 1800:
Frankrijk 27 miljoen
Engeland 9 miljoen
Republiek 2 miljoen
Nederland ligt niet zo strategisch…
Europa 1748: Engelse dreiging van zee, Franse dreiging over land en
Pruisen is aan het opkomen (Pruisen heeft een heel goed leger), er is ook
dreiging van de Oostenrijkse Habsburgers.
Nederland is nog rijk, maar er zijn niet heel veel mensen en er is veel
dreiging van andere landen.
Nederland probeert een neutraliteitspolitiek te voeren.
Kern van het internationale probleem:
- Dubbele dreiging
- Te weinig belastinginkomsten om zowel vloot als landleger goed op peil
te houden
- Te weinig militaire kracht om de eigen handel goed te beschermen
De neutraliteit wordt langzamerhand steeds belangrijker.
Ook in vredestijd zijn de Nederlandse schepen niet meer veilig. De
Engelsen veroveren Nederlandse schepen. Ze schoppen de Nederlanders
uit de kolonies.
Binnenlandse politieke verhouden na circa 1751:
- Plusminus 2000 regenten, in de steden en de gewesten, besturen het
land. Op het platteland zijn ze een soort nieuwe adel geworden die daar
de touwtjes in handen hebben. Ze zijn voornamelijk bezig met hun
eigen portemonnee, kijken niet verder dan hun neus lang is. Proberen
zoveel mogelijk de neutraliteitspolitiek te handhaven want dan hebben
ze vrede en kunnen ze rijk blijven.
,- Willem V is erfelijk stadhouder in alle gewesten, maar eerst nog te jong
en daarna te weinig daadkrachtig om eenheid in het bestuur te
brengen.
- Toenemende onvrede bij de middengroepen (ambachtsmannen,
kooplieden etc), georganiseerd in schutterijen en gilden. Elke stad moet
beschermd worden in geval van nood en dat gebeurt door de schutterij,
een stadslegertje. De schutterijen hebben echter niets te vertellen,
want de regenten kiezen de officieren.
Spanning in een driehoeksverhouding
In 1747 vielen de Fransen de Republiek binnen. Er was weer een Rampjaar.
Wat doet de Republiek? Ze hebben weer een stadhouder nodig, dus halen
een stadhouder uit Friesland (Willem IV).
De stadhouder is nu de ‘’hoop’’ van de middengroepen geworden: zij
hadden de stadhouder nodig om de regenten minder macht te geven.
Maar… de regenten wilden de stadhouder gebruiken om hun gezag te
consolideren.
Spanningen in een driehoeksverhouding.
Doelistenoproer, 1748
- Tijdens het verblijf van Prins Willem IV in Amsterdam drongen de
Doelisten zelf tot zijn slaapkamer door om te pleiten voor vrije keuze
der Schutterij-officieren.
(Doelistenoproer, omdat de kazerne van de schutterij de Doelen heette).
- Willem gaat akkoord, maar keert het besluit weer snel terug
- Het is een onrustig jaar, want…
Pachtersoproer, 1748
Begon in Groningen, maar was ook in Amsterdam.
- De regenten wilden belastingen. Nederlanders probeerden onder die
belastingen uit te komen, dus de regenten huurden pachters in om de
belasting te innen. De pachters moesten betalen om die positie te
hebben. De pachters gingen meer innen dan nodig, omdat een deel van
de belasting eerst naar de pachters ging. Het volk pikt dat niet. Er komt
een pachtersopstand omdat men minder belasting wil betalen.
- Nu zijn de schutterij én het volk in opstand…
Willem IV stierf in 1751.
Willem V is nog te klein om hem op te volgen.
Regenten blijven aan de macht, onder een zwakke stadhouder.
Dit is een omslag wat betreft het vertrouwen van het volk in de
stadhouder.
Culturele vooruitgang in de 18e eeuw
Kernideeën van de verlichting:
- Vooruitgangsgeloof
- Opvoedbaarheid van de mens
- Rationalisme
- Empirisme
- Het nadenken over staat en maatschappij
Past in onze samenleving, want er is geen absoluut vorst en de burgers
hebben de macht (weliswaar de rijke regenten, maar toch…)
,De verspreiding van de ideeën
- De boekenmarkt groeit heel sterk in de 18e eeuw
- Genootschappen worden opgericht
- Sociabiliteit-gezelligheid, ‘’mannen onder elkaar’’
Geleerdengenootschap, een voorbeeld
- Teyler’s genootschap, 1776
- Doen aan natuurwetenschap, dichtkunde, historiekunde, tekenkunde,
penningkunde, godsdienst
- Rijke burgers
De elektriseermachine van John Cuthbertson, 1743 – 1821
Dilettantengenootschap
- Bestemd voor de ‘’ongeleerde burger’’
- Werkt wel met ballotage, dus een zekere beslotenheid
- Gericht op de eigen groep
- bijvoorbeeld leesgezelschappen
- muziekgezelschappen
Voorbeeld van een dilettantengenootschap, Felix Meritis, Amsterdam 1788
Muziekgenootschap
Een (laat) voorbeeld van een dilettantengenootschap: Artis
- Natura artis magistser, 1838
Een voorbeeld van een hervormingsgezind genootschap:
‘’Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen,’’ opgericht in 1784 in Edam, door
een doopsgezinde predikant.
- Om de minderbedeelden op te voeden en mee te sleuren in de vaart
der volkeren
- Gericht op de verbetering van de Nederlandse samenleving als geheel
- Nutspaarbanken, lezingen, werkverschaffing etc.
- Door het verspreiden van kennis, mensen uit de armoede opprikken, en
daarmee het hele land op een hoger niveau tillen.
Tijdschriften en boeken
- Hollandse Spectator, vanaf 1731
- ‘’De behandelde onderwerpen besloegen alles wat een
koffiehuispubliek maar kon interesseren: de politiek, religie en moraal,
de mode, de aard van de humor enzovoort’’.
- De politieke Kruyer: verboden vanwege de allegorische voorstelling
(Willem V probeert de Vrijheid van haar voetstuk te stoten).
Tussentijdse conclusie:
- Door de genootschappen en de tijdschriften komen ideeën steeds meer
in het bereik van middengroepen.
- Er ontstaat een actieve publieke opinie, er wordt meer gediscussieerd.
,- De discussie gaat vaak over ‘’het verval’’ van de Republiek, het gaat
dus ook over politiek.
Patriottenbeweging, 1781-1787
- Een protestbeweging in oorlogstijd
- Nederland heeft de Amerikaanse onafhankelijkheidsbeweging
gesteund, dus verklaart Engeland de oorlog aan de Nederlanden
- Vierde Engelse oorlog
Wat willen de patriotten?
- Politieke invloed voor de burgers
- Controle op de regenten en de stadhouder
- Zelf de bewapening van de burgers regelen
Johan Derk van de Cappellen tot den Pol
- Aan het volk van Nederland (1781)
- De stadhouder is anti-vaderlands, moet het land uit, het volk moet zelf
de macht in handen nemen, weg met de regenten, er moet een nieuwe
wind door de Republiek gaan waaien
- ‘’Eerste echte democraat’’
Rellen in Rotterdam, patriotten tegenover Oranjegezinden, 1784
- Kaat Mossel, Oranjegezinde dame, riep de zeelieden op om in opstand
te komen tegen de patriotten. Werd gevangengenomen maar werd
vrijgelaten toen de patriotten weg moesten
In Utrecht hadden patriotten al geïnfiltreerd in de vroedschap.
Oranjegezinden moesten vluchtten. De patriotten hadden een eigen
burgemeester gekozen. Utrecht, het midden van het land, is een
patriottengebied geworden. De regenten hebben wel het geld, maar de
patriotten hebben de wapens. Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van
Willem V, grijpt in. Ze wil met de patriotten praten maar word
tegengehouden door patriotten. Haar broer, de koning van Pruisen, stuurt
het Pruisische leger naar de Republiek en de patriotten moeten vluchten.
Vluchten naar Frankrijk, waar ze de Fransen helpen met de revolutie.
Hoe wordt de patriottenbeweging tegenwoordig beoordeeld door historici?
- Betrekkelijk mild en positief
- De nederlaag van 1787 is niet zozeer de ‘schuld’ van de patriotten
- Het was een verdeelde beweging, met grote verschillen per stad, maar
dat was in de Republiek heel normaal
- Het was een beweging met oude en nieuwe elementen
- Herstel van oude rechten
- Maar ook nieuwe ideeën zoals volkssoevereiniteit
Werkcollege
Wat is verlichting?
‘’De ontdekking van en oefening in burgerlijke deugden, beschaving en
kennis.’’
, De samenleving is in de verlichting heel belangrijk. Je bent goed voor
anderen en draagt bij aan de samenleving.
Wielinga, blz. 177 zegt: ‘’Redelijkheid en herstel van burgerlijke deugden
in een gematigd protestants kader, dat waren de ingrediënten van de
Nederlandse verlichting.’’
Katholieken hoorden er eigenlijk niet bij, omdat ze het vaderland niet
gehoorzaamden, maar de Paus.
Kernideeën van de verlichting:
- Vooruitgangsgeloof
- Opvoedbaarheid van de mens (Deugdzaamheid)
- Rationalisme (het Verstand)
- Hervormingen:
- Gezin en opvoeding
- Maatschappij en samenleving
- Godsdienst
- Onderwijs
- Economie
- Politiek en bestuur
Opdracht bij Vaderlandsch AB-boek:
Welke ideeën krijgen kinderen mee als het gaat om de kernideeën?
Wat is er zo typisch verlicht aan?
Wat zijn dus de kenmerken van de Nederlandse verlichting?
A: akkerman
- Hard werken loont, de agrariër wordt verheerlijkt. ‘’Hij doet het nutste
werk’’. Het werk dat hij doet, is goed voor de samenleving.
- Het is typisch verlicht, want de boer draagt zijn steentje bij in de
samenleving. In de verlichting stonden onder andere mens en
samenleving centraal.
- Hard werken voor de samenleving.
B: de burger
- Burgerij, bescherming van het vaderland en de eigen stand. Gaat uit
van de burger. Initiatief en veiligheid voor het vaderland ligt bij de
burgerij, niet bij de heersende klasse.
- De burger/het individueel staat centraal en in dienst van de
maatschappij.
D: dijken
- De maatschappij/samenleving is verantwoordelijk voor het behoud van
de dijken.
- Gaat uit van de deugd en de maatschappij. Burger opgevoed als
deugdzaam/behulpzaam persoon die iets betekent in de maatschappij.
E: eendracht
- Vaderlandse deugd.