Schaarste in economische taal is hetzelfde als dat je de productie factoren moet
oplossen. Schaarste is een product waarbij de productiemiddelen maar een keer te
gebruiken zijn. Het offeren van productiemiddelen.
Maximale totale winst: MO = MK
Hoofdstuk 1:
Opofferingskosten = zijn geen kosten, heb je nodig als je een ruilvoet gaat
berekenen. Vaak is dit in uren. De gemiste opbrengsten van het best, niet gekozen
alternatief.
Voorbeeld: of ik ga 3 uur werken of ik ga naar het terras. De opofferingskosten van
op het terras zitten is de gemiste opbrengst van het werken. Dus het loon.
Kosten en baat:
Kosten – de baat = wat je over hebt.
Specialisatie en ruil vergroten de welvaart voor alle deelnemers.
Voorbeeld:
Budgetlijnen:
Budgetlijn = opoffering: met een indifferentiecurve
Indifferentiecurve = zit de verhouding tussen, beschrijft de voorkeur die de
consument heeft. De curve geeft verschillende goederencombinaties aan.
, Hoofdstuk 2:
Van ruilen komt geen huilen.
Directie ruil:
Een ruil komt tot stand wanneer beide partijen er baat bij hebben. Zo ontstaat er een
wederzijds voordeel. Bij een ruil zijn 2 middelen betrokken: de middelen die geruild
worden. De partij die een middel aanbiedt, is voor dat middel de aanbieder. De
andere partij die dat middel vraagt, is de vrager. Voor het andere middel zijn de rollen
omgedraaid. Bij een ruil van 2 middelen is elke partij zowel de vrager als de
aanbieder.
Zonder ruil maakt iedereen alleen gebruik van middelen die die heeft. Iedereen is
dus zelfvoorzienend. In dat geval is er sprake van een economie in autarkie.
Bij autarkie wordt er niet geruild.
Om te kunnen ruilen moet de ruilverhouding bekend zijn. De ruilverhouding is de
waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het andere middel.
Voorbeeld: een paar sportschoenen is 3 boeken waard. Dan is de ruilverhouding
een op drie, wordt uitgedrukt als 1:3.
De ruilverhouding bepaald of er wederzijds voordeel kan ontstaan bij de ruil.
Wat beïnvloed de ruilverhouding?
- Onderlinge machtsverhoudingen
- Geld
- Transactiekosten
Eigendomsrechten:
De wettige eigenaar van een middel is vastgelegd in het eigendomsrecht. Een ruil is
dan ook een overdracht van eigendomsrechten. Voorbeeld eigendomsrecht
document is een kassabon.
Uitingen zoals muziek, kunst en literatuur worden beschermd door vast te leggen wie
de eigenaar is van de intellectuele eigendomsrechten. Dit is het auteursrecht.
Transactiekosten:
Bij een ruil ontstaan transactiekosten. Dat zijn kosten die gemaakt worden voor het
maken van een wederzijds voordelige ruil. Deze kosten zijn voor rekening van vrager
of aanbieder.
- Zie bron 2 blz. 27 werkboek.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyvdboom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.