Samenvatting Sociaal Recht (Arbeidsrecht in de praktijk)
Hoofdstuk 1
De arbeidsovereenkomst
Op de arbeidsovereenkomst zijn veel wettelijke bepalingen van toepassing. Het doel hiervan is de
bescherming van de werknemer. Dit wordt gedaan om de ongelijkheid tussen de afhankelijke partij, de
werknemer en de sterkere partij, de werkgever te compenseren.
In art 7:610 BW worden de voorwaarden genoemd om te kunnen spreken van een
arbeidsovereenkomst, deze voorwaarden zijn:
De werknemer verbindt zich jegens de werkgever om persoonlijk arbeid te verrichten.
Op grond van art 7:659 BW is de werknemer verplicht om de arbeid zelf, of te wel
persoonlijke, te verrichten. Hij mag het werk dus niet aan een ander overlaten, wanneer dit
wel gebeurt, dan is er in beginsel geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
Wanneer er sprake is van arbeid moet ruim worden opgevat. Het is namelijk ook mogelijkheid
dat de arbeid bestaat uit het beschikbaar zijn voor werk.
Deze arbeid wordt verricht tegen loon
Met loon wordt de vergoeding bedoelt die de werkgever aan de werknemer verschuldigd is
voor de bedongen arbeid. Loon wordt meestal in geld betaald, maar het kan ook bestaan uit
andere elementen. → Bijvoorbeeld huisvesting of kleding.
De werknemer staat in dienst van de werkgever, er is sprake van een gezagsverhouding.
Het is vaak lastig om te bepalen of er sprake is van een gezagsverhouding. Relevant hierbij is
of de werkgever de bevoegdheid heeft om de werknemer bij de uitvoering van het werk
instructies of aanwijzingen te geven.
→ Aanknopingspunten om te bepalen of er sprake is van een gezagsverhouding zijn:
wie deelt de te verrichten werkzaamheden in, wie bepaalt de werktijden, heeft de
arbeid een incidenteel karakter, moeten bepaalde werkzaamheden worden
verantwoord enzovoort.
Naast de arbeidsovereenkomst, bestaan er nog twee overeenkomsten waarin het verrichten van
arbeid centraal staat, dit zijn:
De overeenkomst tot aanneming van werk art 7:750 BW
Dit is de overeenkomst waarbij de aannemer zich verbindt jegens de opdrachtgever om buiten
dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen
een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld.
→ Hierbij kan het gaan om het maken van een heel nieuw object, maar ook het
repareren van een bestaand voorwerp kan hieronder vallen.
Bij deze overeenkomst staat niet de inspanning maar het resultaat centraal.
Daarnaast is een ander verschil met de arbeidsovereenkomst, dat hier het werk niet
zelf door de aannemer hoeft te worden verricht. Hij kan het onder zijn leiding door
een ander laten doen op grond van art 7:751 BW.
Bij een overeenkomst tot aanneming, voert de aannemer zelfstandig zijn
werkzaamheden uit, er bestaat tussen de aannemer en de opdrachtgever geen
gezagsverhouding.
, De overeenkomst tot opdracht art 7:400 BW
Bij de overeenkomst tot opdracht verbindt de opdrachtnemer zich jegens de opdrachtgever,
buiten dienstbetrekking werkzaamheden te verrichten, die in iets anders bestaan dan tot stand
brengen van werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het
vervoeren van personen of zaken.
Bij een overeenkomst tot opdracht moet worden gedacht aan werkzaamheden die een
dienstverlenend karakter hebben, zoals bijvoorbeeld een gespecialiseerd adviseur.
Bij deze overeenkomst bestaat er geen gezagsverhouding, maar kan de opdrachtgever wel
instructies geven over bijvoorbeeld een te gebruiken systeem. Daarnaast kan het hier wel
eens voorkomen dat de opdrachtnemer persoon de arbeid moet verrichten, omdat hij is
aangenomen wegens zijn persoonlijke kwaliteiten.
Flexibele arbeidsovereenkomsten
Oproepcontracten
Hierbij wordt er tussen partijen afgesproken dat de werkgever de oproepkracht kan/moet
oproepen wanneer er werk beschikbaar is, waarna de oproepkracht dan kan/moet komen
werken. Binnen de oproepcontracten kan er onderscheid worden gemaakt tussen twee
soorten:
Arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht
Bij deze vorm is er dus sprake van een arbeidsovereenkomst. Dit brengt met zich mee
dat de oproepkracht binnen redelijke grenzen gehoor moet geven aan iedere oproep.
De werkgever is aan de andere kant verplicht om de werknemer op te roepen
wanneer er werk is. Deze overeenkomst kan zowel voor bepaalde als onbepaalde tijd
worden aangegaan.
Wanneer er geen werkgarantie gegeven is, dan is er sprake van een nulurencontract.
Het kan ook voorkomen dat er een vast aantal uren is afgesproken en dat daarnaast
de oproepkracht op flexibele basis kan worden opgeroepen. In zo’n geval is er sprake
van een min-maxcontract.
Voorovereenkomst
Dit is een overeenkomst waarin wordt afgesproken onder welke voorwaarden de
partijen te zijner tijd één of meer arbeidsovereenkomsten zijn aangegaan. Als een
oproepkracht gehoor geeft aan een oproep, komt voor de duur van die oproep een
arbeidsovereenkomst tot stand.
Uitzendovereenkomsten
Dit is een overeenkomst tussen de uitlener en uitzendbureau, waarbij de werkgever (een
uitzendbureau of een detacheringsbureau) een werknemer ter beschikking stelt aan een
derde, de inlener. → Deze overeenkomst is opgenomen in art 7:690 BW.
Als het om een uitzendovereenkomst gaat, dan moet de uitlener wel zijn beroep ervan hebben
gemaakt van het bijeenbrengen van vraag en aanbod van (tijdelijke) arbeid.