Aantekeningen van de literatuur
College 1
Verschil tussen jeugdzorg en jeugdhulp
Jeugdzorg = de verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en
jeugdreclassering.
Jeugdhulp = alle vormen van hulp en ondersteuning (lvb, opvoedvragen,
opvoedhulp, jeugd-lvb en jeugd-ggz) variërend van licht ambulant (vaak vanuit
een wijkteam, waaronder mogelijk ook gewone opvoedvragen) tot en met
intensieve, zeer gespecialiseerde zorg in een al dan niet gesloten setting
(jeugdzorgplus).
De begrippen jeugdzorg en jeugdhulp worden momenteel vaak door elkaar
gebruikt. Dit komt doordat de term jeugdzorg voor de decentralisatie
voorbehouden was aan (gespecialiseerde) opvoedhulp en ondersteuning vanuit
bureaus jeugdzorg (licht ambulant) en aanbieders van jeugd- en opvoedhulp
(gespecialiseerde zorg). Jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-ggz en
jeugd-lvb vielen niet onder het begrip. De term jeugdhulp was in die tijd niet
gangbaar.
Canon Zorg voor de Jeugd
Opvoedingsparadox: hoe meer we over de biologische, sociale en
psychologische ontwikkeling van kinderen weten, hoe minder ouders er in volle
overtuiging mee uit de voeten kunnen.
<1800 Voorgeschiedenis weeshuizen: kraamkamers van de jeugdzorg
toen de sterfte onder jonge ouders hoog was, waren weeshuizen in NL een
bekend fenomeen
ontstonden toen de gewoonte verdween om kinderen al na de eerste
communie als leerjongen of dienstje bij anderen in de kost te doen
slechts een deel van de wezen kwam in weeshuizen terecht, de meesten
werden opgenomen door familie
in de negentiende eeuw groeide de kritiek op het instituut weeshuis
o een grote rol speelde daarbij ongetwijfeld de roman Oliver Twist van
Charles Dickens
met de invoering van de Algemene Weduwen en Wezenwet van 1959 viel
voor de meeste weeshuizen definitief het doek
1833 Eerste jeugdgevangenis in Rotterdam tussen straffen en opvoeden
bestond in ons land pas kort een algemeen geldend strafrecht
wie verantwoordelijk werd geacht voor zijn misdrijf kreeg gevangenisstraf,
andere kinderen gingen vrijuit of konden naar een ‘verbeterhuis’ worden
gestuurd
Rotterdamse jeugdgevangenis kwam tot stand op initiatief van het
Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen,
voorloper van de huidige reclassering
o zij ijverden voor betere leefomstandigheden en morele verheffing van
gevangenen
o omdat er nog geen verbeterhuis bestond, zaten in Rotterdam ook
jongens die niet verantwoordelijk werden gehouden voor hun misdadig
gedrag
, 44 van hen verhuisden in 1857 naar een nieuwe voorziening speciaal
voor deze categorie ‘opvoedelingen’: het Huis van Verbetering en
Opvoeding in Alkmaar
met de invoering van de Kinderwetten in 1905 veranderde er veel;
heropvoeding werd voor alle criminele jongeren tot achttien jaar de regel
1846 Sint Aloysiusgesticht redden en opvoeden van verwaarloosde jeugd
in de jaren dertig van de negentiende eeuw kwam er nieuwe –
pedagogisch gerichte – aandacht voor wat nu ‘verwaarloosde’ kinderen
werden genoemd
o voor het opvangen van deze kinderen werden vanaf de jaren veertig
kleinschalige huizen gesticht waar zij een passende opvoeding en
onderwijs kregen
o al deze instellingen vormden een wereld op zich met woonhuizen,
scholen, ziekenhuis, kerk, leerbedrijven, landerijen en werkplaatsen
o gesteund en gefinancierd door particuliere weldoeners, fondsen,
verenigingen, leden en donateurs
in de twintigste eeuw werd kinderbescherming een taak van de overheid;
maar de vraag wat goede jeugdzorg is, blijft de sector bezighouden
1874 Opvoeding van Weezen in het Huisgezin het ontstaan van de
georganiseerde pleegzorg
Dokkumse predikant M.W. Scheltema beschouwde tehuizen als
‘doodskisten der levenden’
o in 1869 richtte hij de Vereeniging in het Belang der Wezenverpleging op
o het bestuur van deze vereniging richtte op zijn voorstel in 1874 de
Maatschappij tot Opvoeding van Wezen in het Huisgezin op begin van
de georganiseerde pleegzorg in ons land
o de Maatschappij wilde wezen onderbrengen bij geselecteerde gezinnen
waarop ook toezicht werd gehouden
o het bleek echter moeilijk om voldoende goede pleegouders te vinden en
niet alle kinderen bleken geschikt voor gezinsverpleging
verschillende incidenten met mishandelde kinderen deden de pleegzorg
geen goed, zeker niet toen een onderzoek van de Bond tot
Kinderbescherming in 1939 oordeelde dat de pleegzorg structureel faalde
na de Tweede Wereldoorlog nam de professionalisering van de pleegzorg
langzaam toe en groeiden pleeg- en instellingszorg dichter naar elkaar toe
tegenwoordig onderscheidt de pleegzorg een hulpverlenings- en een
opvoedingsvariant
1881 Magdalenahuis – Zetten zorg voor ongehuwde (tiener)moeders en hun
kinderen
tot halverwege de 19e eeuw was er weinig publieke belangstelling voor
het lot van ongehuwde moeders
o dat begon te veranderen in 1881, toen de cluster van protestantse
Heldringgestichten in Zetten werd uitgebreid met een tehuis voor
ongehuwde moeders en hun kinderen, het Magdalenahuis
de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming (VOV), voortgekomen uit
de vrouwenbeweging, streed vanaf 1897 voor de rechten van ongehuwde
moeders en tegen de dubbele moraal
o in 1903 richtte de vov Huize Annette op, het eerste niet-religieuze
tehuis voor alleenstaande moeders
, vanaf midden jaren vijftig drukten psychiaters en psychologen hun
stempel op de ongehuwde moederzorg; psychologisch onderzoek moest
uitwijzen of een moeder wel voor haar kind kon zorgen
o midden jaren zestig kwam die praktijk onder zware kritiek te staan
o dingen die de hegemonie van het gezin als hoeksteen van de
samenleving deden wankelen:
de beschikbaarheid van de anticonceptiepil vanaf 1962
de invoering van de Algemene Bijstandswet (1965)
de opkomst van een nieuwe vrouwenbeweging met de strijd voor
legalisering van abortus
de veel vrijere seksuele moraal
de nieuwe praktijk van ongehuwd samenwonen (in plaats van
trouwen)
een explosie van echtscheidingen
o er kwamen zelfs bewust ongehuwde moeders – BOM-moeders
1883 Vakantiekolonies voor bleekneuzen en zenuwpezen van ondervoeding
naar overgewicht
de leefsituatie van kinderen uit de grootstedelijke volksklasse was eind
19e eeuw weinig rooskleurig
o ter bevordering van hun gezondheid stuurden filantropische
verenigingen, zoals elders in Europa, lichamelijk zwakke kinderen voor
enige tijd naar zee of naar een bosrijke omgeving
o de eerste kinderuitzendingen vonden plaats in 1883
o om plaatselijke initiatieven te verenigen, ontstond in 1901 het Centraal
Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies
aanvankelijk waren uitzendverenigingen volledig afhankelijk van particulier
geld na de Eerste Wereldoorlog besloot de rijksoverheid echter
structureel bij te springen
o hoewel de nadruk bij de uitzending lag op het bevorderen van de
lichamelijke gezondheid, diende zij ook een pedagogisch doel
o uitzendende verenigingen hoopten dat de kinderen het aangeleerde
hygiënische gedrag na terugkomst thuis zouden introduceren
in de jaren ’50 van de 20e eeuw verbeterden de levensomstandigheden
waarin kinderen opgroeiden sterk
o verenigingen zonden steeds meer kinderen uit op de indicatie
‘nervositas’ ofwel zenuwzwakte
o voor die kinderen waren andere oplossingen denkbaar, zeiden critici
rond 1970 stopte daarom de overheidssubsidie
1896 Pro Juventute basis van de gezinsvoogdij
een tekortschietende opvoeding en mogelijke degeneratie waren volgens
vooruitstrevende juristen en crimineel antropologen eind 19e eeuw de
belangrijkste oorzaken van jeugdcriminaliteit
in 1896 werd de vereniging Pro Juventute opgericht in Amsterdam onder
leiding van de hoogleraar strafrecht G.A. van Hamel
o Pro Juventute stimuleerde onderzoek en organiseerde congressen om de
kennis over jeugdcriminaliteit te vergroten en te verspreiden
o de Kinderwetten (ingevoerd in 1905) verstevigden de juridische basis
van Pro Juventute, maar verkleinden haar speelruimte
dwang, bevoogding en gebrek aan professionaliteit bleven tot ver na de
oorlog kenmerkend voor de kinderbescherming
, in 1956 werd de Voogdijraad omgedoopt in Raad voor de
Kinderbescherming en werd de rol van maatschappelijk werkers die de
opvoedingssituatie van kinderen onderzochten, steeds belangrijker
onder invloed van maatschappelijke vernieuwingsbewegingen kwamen
medewerkers in de kinderbescherming eind jaren zestig als eersten in
verzet tegen het gesloten, autoritaire en bureaucratische karakter ervan
o actiegroep Het Roze Pamflet gaf in 1969 een Zwartboek
Kinderbescherming uit, het begin van een lange reeks publicaties, acties
en debatten
o de Belangenvereniging Minderjarigen, opgericht in 1971, gaf ook de
kinderen een stem
o de kritiek bleef niet zonder gevolgen: tussen 1960 en 1980 nam het
aantal ontzettingen, ontheffingen en ondertoezichtstellingen sterk af
als uitvloeisel van vele latere reorganisaties van de jeugdzorg is de
uitvoering van de gezinsvoogdij nu ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg
1901 Eerste consultatiebureau in Den Haag jeugdgezondheidszorg: van
medische preventie tot risicodetectie
in de tweede helft van de 19e eeuw gingen artsen en (vanaf 1875)
kruisverenigingen zich intensiever bemoeien met de zorg voor baby’s en
vooral met de hygiëne
o in 1901 begon dokter B.P.B. Plantenga in Den Haag het eerste
Consultatiebureau voor zuigelingen
de eerste helft van de 20e eeuw werden moeders toegesproken om
zuigelingen te verzorgen volgens de drie R’en: Reinheid, Rust en
Regelmaat – een motto dat in 1915 werd gelanceerd door Aafke Gesina
van Hulst, oprichtster van de Groene Kruis Vereniging
de verbetering van de hygiëne en de sociale omstandigheden, de
ontwikkeling van de gezondheidszorg en het toezicht van de
consultatiebureaus hadden een groot effect
vanaf 1926 kwamen er Kleuterbureaus voor 1- tot 6-jarigen en geleidelijk
groeide in het interbellum het aantal gemeenten met een schoolarts, die
de leerlingen van de lagere scholen ondermeer preventief lichamelijk
onderzocht
tegenwoordig wordt alle informatie die de jeugdgezondheidszorg van
kinderen van 0 tot 18 jaar vastlegt opgeslagen in een Elektronisch
Kinddossier, dat zowel medische als niet-medische gegevens omvat
1903 Elisabeth Boddaert en de pedagogische dagopvang verwaarloosde jeugd
niet van ouders scheiden
Elisabeth Boddaert zet in 1903 een kinderhuis op in Amsterdam voor
verwaarloosde en ontspoorde jeugd, om die kinderen te behoeden voor
afglijden naar de criminaliteit
o uitgangspunt van kinderhuis was de kinderen niet van hun ouderlijk huis
te vervreemden, ze gaf haar tehuis daarom het karakter van een
buitenschoolse dagopvang, in die tijd een uniek concept
o warmte, vertrouwen en bijbrengen van normen en waarden en eigen
verantwoordelijkheid waren de ingrediënten waarmee zij ‘genezing’
wilde brengen
tot ruim na de Tweede Wereldoorlog bleven de Boddaerthuizen een puur
Amsterdams verschijnsel
o toen echter eind jaren zestig van de vorige eeuw zowel de traditionele
kindertehuizen als de pleegzorg steeds luider in opspraak kwamen,
werden de Boddaerthuizen plotseling door de opkomende jeugdzorg