Criminologie samenvatting
Boeken:
- Actuele Criminologie (AC)
- Sociale veiligheid ontsleuteld (SV)
- Werken in gedwongen kader (WIGK)
- Beperkt in de keten
H9 WIGK
Om zicht te krijgen op de vraag hoe vaak criminaliteit voorkomt, kan er gekeken worden naar
officiële registratiesystemen van justitie of zelfrapportages. Beide werkwijzen hebben voor-
en nadelen. Zelfregistratie laat wel zien dat het feitelijk aantal gepleegde delicten veel hoger
is dan de geregistreerde criminaliteit.
De meest voorkomende criminaliteit betreft vermogensmisdrijven, geweldsmisdrijven,
verkeersmisdrijven en vernieling/openbare orde misdrijven. Slechts een deel van de
delinquenten komt in aanraking met forensisch sociale professionals.
De meeste daders zijn generalist, dus plegen in hun criminele loopbaan verschillende typen
delicten. Specialisten vinden we vooral onder brandstichters, fraudeurs en
zedendelinquenten. De meeste actieve en ernstige daders zijn generalist. Meer specialisten
onder volwassenen dan bij jongeren.
Meest gebruikte bronnen: politieregistratiesystemen, justitiële registratiesystemen,
rapportage via informanten (zelf, ouder, docent), slachtofferenquêtes, gegevens
verzekeringsbedrijven/medische instanties. Combinatie van meerdere bronnen levert de
meest complete informatie op. Niet alle geregistreerde personen zijn ook echt dader, ook
verdachten en getuigen.
Laat in jeugd beginnen met criminaliteit houdt ook vaak in dat ze stoppen in
jongvolwassenheid. Vaak is er nog wel sprake van huiselijk geweld, excessief gebruik van
alcohol en andere middelen.
Sociale veiligheid ontsleuteld: Veiligheidsprogramma
Beleids- en effecten analyse:
- Beleidstheorieën opgesteld ‘Naar een veiliger samenleving’
- Kennis bijeengebracht over mate waarin maatregelen bijdragen aan vergroten sociale
veiligheid
Drie hoofdvragen rapport:
- Welke veronderstellingen liggen ten grondslag aan het sociale veiligheidsbeleid?
- In welke mate en op welke wijze zijn de ingezette maatregelen effectief?
- In welke mate zijn de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan het sociale
veiligheidsbeleid plausibel?
Bestrijding criminaliteit en overlast & bevorderen van de veiligheidsbeleving staan centraal
(sociale onveiligheid).
Criminaliteit: Belangrijkste databronnen: slachtofferenquêtes en politiestatistieken. De
laatste jaren een dalende trend, steeds minder criminaliteit.
Voordeel slachtofferenquêtes: gaan uit van ervaringen van burgers, bij politie groot deel
(twee derde) niet bekend/geen aangifte van gedaan.
Nadeel: missen slachtofferloze delicten en delicten waarvan bedrijven of instellingen
slachtoffer zijn.
, Motieven om geen aangifte te doen: geringe schade, weinig belang hechten aan voorval,
voorval niet als strafbaar feit herkennen, weinig vertrouwen in politie en justitie, bescherming
van dader wanneer deze een bekende is.
Overlast en verloedering: Vanaf 2005 niet veranderd, wel als minder ernstig gaan ervaren.
Steeds minder mensen last van groepen jongeren, dronkenschap of drugs op straat.
Overlast van groepen jongeren laatste jaren wel weer gestegen.
Wat betreft verloedering lijkt er een stilstand te zijn opgetreden (bekladding muren/gebouwen
en vernieling straatmeubilair).
Onveiligheidsbeleving: 1995 86 procent denkt toename criminaliteit, 2004 77 procent, 2006
64 procent.
2008 20 procent voelt zich wel eens onveilig, 2004 was dit nog 27 procent.
Strategieën sociale veiligheid vergroten:
- Meer politie op straat
- Invoeren cameratoezicht
- Aanpassen straatverlichting
- Opvang en begeleiding risicojongeren
- Opleggen zwaardere sancties
Verwacht wordt dat hierdoor de criminaliteit en overlast zal verminderen preventief
burgers voelen zich veiliger.
Hoofdstrategieën:
- Rechtshandhaving (repressie): daders opsporen, vervolgen, berechten, straffen.
Zero-tolerance arrestaties, opleggen geldboetes, gevangenisstraffen, Halt-
afdoeningen, resocialisatieprogramma’s. rechtsregels moeten gehandhaafd worden,
degene die zich hier niet aan houden krijgen een sanctie (vergelding en voorkomen
van herhaling)
generale en specifieke preventie. Deze strategie vooral op individuele dader gericht,
ook herstel rechtsorde en belangen slachtoffers van belang.
- Ondersteuning en hulpverlening: voorkomen dat individuen in de toekomst
crimineel en overlast gevend gedrag vertonen. 2 soorten maatregels
o Brede groepen/specifieke gezinnen die behoefte hebben aan extra
ondersteuning. Interventies met doel sociale en cognitieve ontwikkeling
jongeren gunstig te laten verlopen (consultatiebureaus, GGD,
peuterspeelzaal, school). Reguliere basisvoorzieningen.
o Specifieke groepen in de samenleving vergroten van kansen jeugdigen.
Gericht op individuele jongeren met probleemgedrag en soms in aanraking
met politie geweest. Structuur biedende vaardigheidstrainingen en
gedragstherapie.
- Gelegenheidsbeperking: gelegenheid tot criminaliteit beperken. Niet de
ontwikkelingsgeschiedenis van de daders maar de criminaliteit zelf staat centraal.
Richt zich op daders, slachtoffers en locaties. Ingangcontroles stations,
cameratoezicht, buurtpreventie enz. opportunity theorie.
H1 AC
Beschrijvende criminologie (criminografie)
- Omvang en trend van criminaliteit;
- Cijfermatige informatie over de werking van het strafrechtelijke systeem;
- Beeld dat bevolking heeft van criminaliteit en strafrechtspleging & oordelen daarover.
- Zie hoofdstuk 2 en 3
Etiologie