Samenvatting economie blok 1
Hoofdstuk 2
Een meritocratie is een verdeling op basis van verdiensten.
Of je iets kan kopen hangt af van je koopkracht.
Een economie waarin de overheid bepaald hoeveel er moet worden geproduceerd
noemen we een planeconomie. Ze werken in zo’n economie met straffen en belonen
doe je het goed wordt je gepromoveerd doe je het slecht wordt je gedegradeerd. Het
voordeel hiervan is dat de overheid in de niet koopkrachtige vraag kan voorzien.
De mededingingswet schrijft voor dat bedrijven geen afspraak mogen maken over
prijs of aanbod dit zorgt ervoor dat de hele markt wordt geregeld door vraag en
aanbod. De overheid zorgt er ook voor dat alle informatie over een product duidelijk
moet zijn zodat een bedrijf daar geen misbruik van ksn gssn maken.
Door de vrije markt is er een groot verschil in inkomensverdeling. Je wordt betaald
naar prestaties. Mensen met veel talent en een hoge productiviteit verdienen meer.
,In een liberale democratie zijn er meestal volksvertegenwoordigers gekozen door het
volk. In een democratie heb je: scheiding der machten, veel vrijheden, stemrecht en
scheiding tussen kerk en staat.
In een niet-liberale democratie mist een of meer kenmerken van een liberale
democratie.
In Azië hebben veel landen een democratie met een autoritair karakter. Dit betekent
dat de bevolking weinig of geen invloed heeft.
Veel autoritaire besturen hebben een totalitair karakter, het leven van de burgers
wordt constant beheerst en gecontroleerd. Een voorbeeld hiervan is indoctrinatie en
het communisme.
Het fascisme leeft een antiliberale, anticommunistisch en sterk nationalistisch
samenleving na. De burgerlijke en politieke vrijheden zijn klein.
Een theocratie is een bestuur waaraan de macht bij god of zijn vertegenwoordiger
hoort.
Het Washington consensus bepleiten een beleid dat de vrije markt economie,
democratisering en vrijhandel bevorderd. Hun bericht aan andere landen is: ze
moeten zich in hoog tempo ontwikkelen tot liberale democratieën en vrije
markteconomieën. TINA = there is no alternative.
Het Beijing consensus is precies andersom en wil staatskapitalisme,
vrijemarktwerking en een autoritair politiek stelsel. Zij geloven niet in TINA en willen
heel voorzichtig steen voor steen de rivier overgaan naar economische groei anders
dan Amerika zij willen er met 1 sprong overeen. Ze hebben een pragmatische
benadering in plaats van ideologisch (pragmatisch is dat ze ook zo voor
staatskapitalisme kunnen kiezen als dat beter uitkomt i.p.v. van vasthouden aan
vrijemarkt. Ook is het meer gericht op financiële onafhankelijkheid en zijn ze meer
gericht op levenskwaliteit dan op welvaart.
Regulerende wetten= regels waar ondernemingen zich aan moeten houden.
Waarde= gedeelde doelstelling.
Norm= Gedragsregels
Instituties= gewoontes, wetten, regels om je aan de waarde te houden.
3 economische ordes: Markt (prijs), regulering (overheid) en samenleving (gezin).
Deze economische ordes hebben 3 taken: doorgeven informatie, stimuleren van
motivatie en verdelen van arbeid en inkomen.
, Hoofdstuk 3
De demografische transitie is een model die de overgangen in de samenleving laat
zien als je kijkt naar geboorte en sterftecijfers in 5 fasen. In 1770 was er een
bevolkingsexplosie de VN verwacht dat in 2050 maar liefst 1/6 mensen 65+ is en dat
dat in Europa wel is ¼ kan zijn.
Er is ook veel urbanisatie, veel mensen trekken naar de steden met zowel positieve
als negatieve gevolgen.
Positief: meer kans op scholing, gezondheidszorg en sociale mobiliteit
Negatief: als de infrastructuur en werkgelegenheid niet gelijk lopen met de bevolking
> armoede, vervuiling en gebrekkig water.
Demografische variabelen Ontwikkelingslanden Rijke industrielanden
Bevolkingsgroei Hoog Laag/negatief
Leeftijdsopbouw Weinig vergrijzing maar Sterke vergrijzing
opkomend
Migratie Emigratie Immigratie
Urbanisatie Laag maar sterk stijgend Hoog en licht stijgend
Mensen tussen de 15 en 75 zitten in de potentiële beroepsbevolking. De volledige
beroepsbevolking is de potentiële beroepsbevolking – de studenten, zieken,
gepensioneerde en de mensen die voor het gezin zorgen.
De participatiegraad is hoeveel mensen van de potentiële beroepsbevolking
daadwerkelijk ook aan het werk zijn.
De overheid kan de participatiegraad verhogen door:
-het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd
-hogere leeftijdsgroepen stimuleren om te werken
-stimuleren dat mensen met een deeltijd baan meer werk willen gaan doen
-het inzetten van langdurig werkelozen en uitkeringsgerechtigden
Steeds minder kinderen door welvaartsgroei:
-de tijd die ouders met hun kinderen willen doorbrengen wordt duurder, ze konden
ook werken op dat moment.
-de kosten van ruimte neemt toe, kinderen hebben deze nodig voor studie
-door stijging woningprijzen moeten stellen langer werken en kinderwens uitstellen
-de kosten van scholing nemen toe
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper markverbeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.