WETENSCHAPSFILOSOFIE
Filosofen:
Presocratici: gebruikten reductie, hadden een religieus-wetenschappelijke visie.
Aristoteles: teleologie
o Waarneming feit → reden feit
o Immanentie: alles heeft een doel
Galileo Galileï: mechanisme/mathematisme
o Primaire kwaliteiten
o Wiskundig beschrijven natuur en aarde
Francis Bacon: inductieve redenering
o ‘Kennis is macht!’
o 5 vragen over inductie
o Bevrijding van de idolen
Auguste Comte: positivisme
o Positief gegeven feiten
Ludwig Wittgenstein: Wittgenstein I en II
o Zinvolle uitspraken spiegelen de werkelijkheid af
o Beweringen over zaken als kunst zijn onzinnig
o De 7 stellingen van Tractatus
Wiener Kreis: logisch positivisme
o Verificatiebeginsel
o Wereldvisie gebaseerd op natuurwetenschap
Orman Quine: aanval op logisch positivisme
o Dogma 1: scheiding analytisch en synthetische uitspraken
o Dogma 2: elementen van een theorie
Karl Popper: demarcatie
o Falsificatie als wetenschappelijke methode
o Kritische test enn corroboratie
o 7 eisen aan de methode
Pierre Duhem: kritiek op falsificatie
o Kritisch experiment: bundels van theorieën testen
o Aannames over correctheid
Thomas Kuhn: kritiek op falsificatie
o Tegen presentisme
o Paradigma’s
Paul Feyerabend: anarchistisch en pluralistische beschouwing
o Geen maatstaf voor de enige juiste wetenschap
o ‘Anything goes’, als het maar werkt
Wilhelm Dilthey: geesteswetenschap
o Uniek fenomeen en levenssamenhang
o Hermeneutische methode
Bruno Latour: sociaal constructivisme
o Wetenschap is niet waardevrij, constructie feiten op basis van waarden
o Elke wetenschappelijke methode normatief geladen
, o Geen scheiding feiten (wetenschap) en waarden (maatschappij)
Begrippen:
Descriptief: beschrijving hoe wetenschap functioneert – atoomtheorie
Normatief: beschrijving hoe het zou moeten zijn – atoombom
Mythos: het verklaren van natuurverschijnselen door verhalen waarin Goden een rol
spelen
Logos: natuurverschijnselen verklaren door empirisch onderzoek en logisch
nadenken → wetenschap
Reductie: verschijnselen verklaren en reduceren tot onderliggende structuren
Unificatie: verschillende gegevens verbinden in één hypothese
Immanent: kracht van binnenuit de natuur zelf, niet-transcendent
Primaire kwaliteiten: vorm, massa, omvang, hoeveelheid, bewegingssnelheid
Secundaire kwaliteiten: kleur, klank, geur, smaak
Context van ontdekking: de manier waarop je de ingeving verkrijgt is onbelangrijk
Context van rechtvaardiging: het maakt vooral uit hoe de theorie wordt
gerechtvaardigd.
Inductie: uit het bijzondere het algemene afleiden
Waarneming → kennis → generaliseren → waarschijnlijke wet/theorie
Deductie: uit het algemene het bijzondere afleiden
Premisse → waarneming → logische afleiding → kennis
Positief: werkelijk, vaststaand en zeker
Zinnige uitspraken: spiegelen de werkelijkheid af
Verificatiebeginsel: controleren en bevestigen uitspraken door zintuigelijke
waarneming (confirmatie)
Analytische uitspraak: a priori, voor waarneming, tautologie
Synthetische uitspraak: a posteriori, na waarneming, waarheid afhankelijk
Theoriegeladenheid: observatie gekleurd door achtergrondkennis
Betekenisholisme: waarneming heeft pas betekenis binnen het geheel van een
theorie
Onderdeterminatie: meerdere theorieën kunnen waar zijn op basis van een
waargenomen feit
Demarcatie: een grens creëren(tussen bv. wetenschap en pseudowetenschap)
Verificatie: controleren van een theorie, alle waarnemingen doe
Confirmatie: bevestigen van een theorie, gebaseerd op inductie: generaliseren
Falsificatie: theorie kunnen weerleggen door een kritische test
Kritische test: gewaagde voorspelling of experiment die je theorie kan weerleggen
Corroboratie: mate waarin een theorie stand houdt tegen pogingen om het te
weerleggen. Hoe beter bestand, hoe hoger de corroboratiegraad
Paradigma: denkkader
Anomalie: afwijkingen die buiten het paradigma vallen
‘Anything goes’: als het maar werkt
Uniek fenomeen: unieke, historische feit in de geesteswetenschap
Levenssamenhang: geheel van culturele en historische achtergrond van het
fenomeen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stuviastudente0. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,58. Je zit daarna nergens aan vast.