Criminalistiek en Forensisch DNA
Hoorcolleges
Universiteit Maastricht – 2021/2022
Week 1 – inleidend college Criminalistiek & DNA-onderzoek
HC in de WG
Waarom is DNA nou zou effectief? Een DNA-profiel is discriminerend, het heeft
onderscheidend vermogen.
Eeneiige tweelingen hebben nagenoeg hetzelfde DNA. Dit kan opgelost worden door de
gehele gnoom (het hele DNA) te beschrijven. Dan zie je tussen eeneiige tweelingen toch wel
verschil. Voorheen kon dit echt niet. Van belang is wel dat je voldoende DNA-bewijs kunt
vinden. Je hebt voldoende spoor nodig.
Een DNA-profiel kun je vergelijken met andere DNA-profielen. Dit kun je snel doen in
databanken. In Nederland hebben we een databank voor strafzaken. Je hebt ook in andere
landen zulke databanken. Hierbij is het Verdrag van Prün van belang. Hier krijgen we
volgende week een lezing over.
In Nederland kun je, als een van de enige landen, ook zoeken op DNA-profielen die niet
voldoen aan de eisen. Dit zijn vaak incomplete profielen of complexe meng-profielen. Hier
komen vaak meerdere matchen uit. Hier wordt ook al een bewijswaarde aangegeven door
de databank. Dan worden de persoonsgegevens opgevraagd van die persoon. Het project is
heel succesvol tot nu toe.
We kunnen in dit lab daardoor heel snel een rapport leveren. De eerste dag wordt het
onderzoek uitgevoerd, en de tweede dag wordt er gerapporteerd.
Vanuit heel weinig DNA kunnen er profielen op worden gesteld. 30 pg van DNA is voldoende
om een vol profiel te genereren. Dit is echter een voordeel en een nadeel. Voordeel: er is
maar heel weinig DNA nodig. Nadeel: hoe komt het DNA daar? Het hoeft namelijk helemaal
niet delictgerelateerd te zijn.
Je moet werken met twee, elkaar-uitsluitende, hypothesen. Ze kunnen niet allebei tegelijk
waar zijn. Een hypothese komt van de aanklager, de lezing die volgens het OM het meest
plausibel is. De verdediging komt vaak ook met een hypothese.
DNA-analyse is nog steeds mogelijk na heel veel jaar. DNA-onderzoek kan ook gebruikt
worden om te analyseren of het DNA-verwant is aan iemand in de databank (denk aan een
broer). Dit is eigenlijk een groot verwantschapsonderzoek. Je gaat kijken of je dit DNA-profiel
terugziet. Vaak zal een dader namelijk niet meedoen aan een vrijwillig DNA-onderzoek, maar
zijn familie waarschijnlijk wel. Ook kun je kijken naar de geografische achtergrond van een
persoon (Y chromosomaal DNA en Mitochondriaal DNA). Waar komt iemand eigenlijk
vandaan?
1
,Wat kan er nog meer? Soms kan ook op basis van het DNA gekeken worden naar wat
iemand voor haarkleur of oogkleur heeft, of wat zijn etnische achtergrond is. Echter, mogen
niet alle deskundigen dit doen. Je kunt namelijk soms fout zitten.
DNA zit in de celkern van iedere cel. Het wordt verdeeld in vier onderdelen:
A – adenin
G – guanin
C – cytosin
T – thymin
Deze onderdelen coderen. Het merendeel van het DNA heeft echter geen functie. Je kunt
niet zo heel veel variëren in de genen, dan zou dit niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid.
In de celkern zitten zo’n 3 miljard bouwstenen. Voor het DNA-profiel gebruiken we maar een
heel klein gedeelte, zo’n duizend bouwstenen. In elke celkern zitten 46 chromosomen. Dit
geldt niet voor de spermacel of de eicel, daar zitten er maar 23 in.
Je krijgt een chromosoom van je vader, en een chromosoom van je moeder. Dit klopt
biologisch niet helemaal, maar daar gaan we in de forenscia wel vanuit.
Een standaard DNA-profiel noemen we een autosomaal.
XX = vrouw
XY = man
In het DNA-onderzoek ga je kijken naar de locus. Je kijkt naar een specifiek stuk van een
chromosoom, een locus. Die zitten bij iedereen op dezelfde plek. We kijken naar de lengte
van de locus. De opbouw kan bij mensen binnen groep net iets anders zijn. Voor elk locus
heeft iedereen in principe twee kenmerken: een van de vader en een van de moeder. In een
lab gebruik je een kit die naar een x-aantal locus kijkt en op basis daarvan kun je een profiel
opstellen. Als je een DNA-profiel ziet dan kun je dus maximaal 2 kenmerken per locus
krijgen. Als je er meer dan twee ziet, dan heb je dus het DNA van meerdere personen
gekregen.
Hoe bepaal je de zeldzaamheidswaarde van een profiel? We weten op basis van een
onderzoek op 2.000 mannen hoe vaak bepaalde kenmerken voorkomen. Zo komt kenmerk 8
10% voor en kenmerk 9 komt 15% voor in de Nederlandse populatie. De frequentie van 8 &
9 van die locus is dan: 10% (0,1) x 15% (0,15) x 2 = 3%.
Waarom de x2? Omdat je niet weet op welke locus het zit, de 8 of de 9.
HC Slides
Forensisch onderzoek op plaats delict, meestal uitgevoerd door de forensische politie (De
focus ligt op het verzamelen en identificeren van het (potentiële) forensische
bewijsmateriaal). Eventueel secundair forensisch onderzoek door de politie (op locatie)(De
focus ligt op het identificeren en interpreteren van de verzamelde forensische sporen). Het
2
,Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is de voorkeursleverancier voor extern forensisch
onderzoek. Het NFI is onderdeel van ons landelijke ministerie van Veiligheid en Justitie.
Forensisch onderzoek kan ook worden uitgevoerd door mensen buiten de politie of buiten
het NFI. De rechter of de verdediging kan een verzoek tot een dergelijk forensisch onderzoek
of contra-expertise instellen. Voor aanstelling van “experts” gelden rechtsregels. En (beta)
experts rapporteren over vragen gesteld door (alfa) juristen.
Alle problemen die in eerdere slides aan de orde zijn gekomen, kunnen leiden tot
waardering voor forensisch wetenschapper en hun rol als getuige-deskundige. Vooral gezien:
– De gewone of lekengetuige moet een verklaring afleggen die niet de persoonlijke
mening van de getuige bevat.
– De getuige-deskundige kan zijn persoonlijke mening geven over de betekenis van
bepaalde bevindingen.
In Nederland wordt het forensisch bewijs meestal in de rechtbank gepresenteerd in
schriftelijke rapporten. De forensisch deskundige moet bij zijn expertisegebied blijven en
onpartijdig rapporteren over zijn bevindingen, op bron- of activiteitsniveau.
Dilemma Wetenschappers/forensische onderzoekers rapporteren in
waarschijnlijkheidsverhoudingen (meestal). Juridische professionals (uiteindelijk de rechters)
moeten beslissen over feiten en zekerheden.
Salduz vs. Turkey 2008 een verdachte heeft recht op een advocaat gedurende het
politieverhoor. Al direct bij het eerste verhoor.
Fysiek bewijs
Forensisch onderzoek is niets meer dan het vinden van de sporen die zichtbaar zijn en deze
op de juiste manier interpreteren. Fysiek bewijs omvat alle voorwerpen die kunnen
aantonen dat een misdrijf al dan niet is gepleegd of die een verband kunnen leggen tussen
een misdrijf en het slachtoffer of een misdrijf en de dader. Het is moeilijk om het gewicht
van een bepaald bewijsstuk in een zaak vast te stellen, aangezien uiteindelijk de bijdrage van
fysiek bewijs zal worden beslist door een rechter of jury in de rechtszaal.
Hoe gaat men te werk?
Identificatie: wat hebben we gevonden?
Vergelijkende analyse: naar standaard en referentie sporen.
Classificatie: je gaat het associëren met een groep.
Individualisatie: komt het spoor van een specifiek persoon of groep?
Na het vaststellen van de bron van een spoor is de volgende vraag of het spoor verband
houdt met het misdrijf. Moderne analytische technieken zijn zo geavanceerd en gevoelig
geworden dat we rekening moeten houden met:
➢ Natuurlijke variaties in objecten worden bijna oneindig.
3
, ➢ Besmetting tussen sporen
➢ Besmetting vanuit de omgeving (onderzoeker, huis, auto)
Wat is van belang op de plaats delict?
➢ Monster/verzamel sporen met biologisch materiaal
➢ Gebruik gestandaardiseerde methoden
➢ Voorkom besmetting: directe overdracht & secundaire overdracht
➢ Bewaak ‘the chain of custody’: documenteer alle stappen in het proces van bemonstering,
transport, opslag en analyse.
Soorten onderzoek:
- Sperma ‘stain examination’. Differentiële extractie: het scheiden van DNA van
epitheelcellen van DNA van zaadcellen.
- Speeksel ‘stain examination’.
- ‘Touch DNA’
DNA in forensische opsporing
Een DNA-profiel heeft discriminatoire kracht. Een DNA-profiel kan (automatisch) vergeleken
worden met andere DNA-profielen. Frequentie van voorkomen in de populatie kan worden
berekend. 30 pg DNA kan voldoende zijn om een volledig profiel te genereren. Een picogram
(pg) is een miljoenste van een miljoenste gram.
DNA-analyse is na vele jaren nog steeds mogelijk. Het kan worden gebruikt voor
verwantschapsanalyse of het definiëren van geografische achtergrond (Y-chromosomale
DNA-analyse en mitochondriale DNA-analyse).
DNA betaat uit:
- 4 nucleotides: adenin (A), guanin (G), cytosin (C) and thymin (T).
- 46 molecules in a nucleus (46 chromosomes)
- 22 pair autosomal and
- 2 sex chromosome: (XX, XY)
- 3 billion basepairs
Pieces of DNA with a repeat of 4 nucleotides at a certain position on a chromosome (locus).
- Maximum of 2 alleles (=nr of repeats) per locus per person.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirtehaanappel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.