H4 Besloten Vennootschap
4.1 Organen
4.2 De algemene vergadering
4.3 Besluitvorming en vergaderrechten
4.4 Benoeming bestuur
4.5 Aansprakelijkheid van bestuurders
4.6 Raad van Commissarissen
4.7 Overdracht aandelen en blokkeringsregeling
4.8 Ontbinding
H5 Naamloze vennootschap
5.2 Kapitaal
5.2.1 Maatschappelijk kapitaal
5.2.2 Geplaatst kapitaal
5.2.3 Gestort kapitaal
5.3 Kapitaalbescherming
5.4 Aandelen aan toonder
5.4.1 Overdracht van aandelen
5.5 Emissie van aandelen
, 5.5.1. Agio
5.5.2 Doel
5.5.3 Emissie en de positie van oude aandeelhouders
5.5.4 Openbare emissie
5.5.8 Koers van uitgifte
5.6 Vreemd vermogen
5.7 Inkoop eigen aandelen
H1 Inleiding
1.1 Wat is recht?
Recht is het geheel van regels en normen, die door de overheid zijn vastgesteld of erkend
en door de overheid worden gehandhaafd om de samenleving vreedzaam te regelen. Recht
is het systeem van regels voor maatschappelijk gedrag. Een regel is een voorschrift dat
aangeeft welk menselijk gedrag verplicht is of welk gedrag is toegestaan. Regels leggen
verplichtingen op of verlenen bevoegdheden. Rechtsregels zijn afdwingbaar, ze kunnen
desnoods met geweld door de overheid gehandhaafd worden. Doel van het recht is het
ordenen van een vreedzame en rechtvaardige samenleving.
Onder de overheid vallen onder andere de regering en het parlement, provincies,
gemeenten en waterschappen. De wetten worden door de regering samen met het
parlement opgesteld. Lagere overheden zijn ook bevoegd om algemeen geldende regels te
maken.
1.2 Rechtspraak
De maatschappij verandert voortdurend, dus het recht ook. Ook zijn niet al het recht
vastgelegd in wetten. Rechters zijn aangesteld om het recht te hanteren en toe te passen.
De vraag is vaak wat een bepaalde rechtsregel precies betekent. De rechter moet deze dan
zo goed mogelijk interpreteren. Wanneer er geen rechtsregel is moet een rechter deze zelf
opstellen. Zowel bij de uitleg van rechtsregels als bij het maken van nieuwe rechtsregels is
de rechter gebonden aan het stelsel van het geldende recht (hij moet een zo goed mogelijke
oplossing zoeken).
1.3 Rechtsbronnen
Alle regels van het recht kun je vinden in de rechtsbronnen. Recht is ruimer dan alleen de
wet, de wet is een hulpmiddel om te beoordelen of iets conform het recht is. De wet is het
onderdeel van het recht dat vastgelegd is. We kennen 4 rechtsbronnen waar het recht uit
voortvloeit.
1. Wetten
,In wetten is het geschreven recht opgenomen. Codificatie is het opnemen van het geldende
recht in wetten en wetboeken. Een wet is een geschreven regeling die voor een niet
concreet persoon geldt en die is uitgevaardigd door een daartoe bevoegd overheidsorgaan.
2. Jurisprudentie
Rechters beslissen op basis van het recht en moeten het recht toepassen op concrete
gevallen. Een rechter is verplicht om recht te spreken. Wanneer de wet onduidelijk of
onvolledig is kijkt een rechter naar het geheel van rechterlijke uitspraken dat in soortgelijke
gevallen is gedaan. De rechter beslist hoe de wet in een bepaalde situatie moet worden
uitgelegd. Hogere rechters kunnen uitspraken van lagere rechters in hoger beroep of in
cassatie vernietigen, een lagere rechter zal dus altijd kijken naar eerdere uitspraken van
hogere rechters in soortgelijke situaties. De uitspraken van rechters leggen de wet uit en
vullen de wet aan. Onder jurisprudentie verstaan we alle uitspraken van de rechters in
Nederland.
3. Gewoonte en gebruiken
Een vast patroon van gedragingen is ook een rechtsbron. Niet elk gewoonte of gebruik
maakt deel uit van het recht, daarvoor is nodig dat bij de groep de overtuiging bestaat dat de
gewoonte of het gebruik deel uitmaakt van het recht. Een rechter houdt rekening met
gewoonten en gebruiken.
4. Verdrag
Een internationale overeenkomst tussen 2 of meer staten die op schrift is gesteld. Een
verdrag geld in principe alleen voor de staten waar het verdrag tussen is afgesloten.
Wanneer een verdrag de burgers direct bind, is een verdrag ‘self executing’. Dat houdt in dat
de burgers direct een beroep bij de rechter kunnen doen op bepalingen van een verdrag. De
regering ondertekend verdragen, maar dat maakt een verdrag nog niet geldig, want het
verdrag moet eerst nog door het parlement goedgekeurd worden.
1.4 Formeel en materieel recht
Procesrecht vormt het formele recht. Bij formeel recht gaat het om rechtsregels waarmee
rechten of plichten kunnen worden afgedwongen. Bij materieel recht gaat het om
rechtsregels die rechten geven of verplichtingen opleggen. Hierbij gaat het om de inhoud
van het recht.
Wetgeving is het stellen van algemene regels, die dus voor iedereen werken. Een wet in
formele zin is een voorschrift dat is uitgevaardigd door de regering+ de 1e kamer+ de 2e
kamer. Een wet in materiële zin is een voorschrift dat ieder kan binden, ongeacht wie het
voorschrift heeft uitgevaardigd.
1.5 Publiekrecht en privaatrecht
Onder publiekrecht verstaan we de rechtsregels waarbij een overheidsinstantie gebruik kan
maken van haar gezag of macht om de naleving van die regels af te dwingen. Het regelt de
onderlinge verhoudingen tussen de overheidsorganen, en de relatie tussen de overheid en
burgers. Het algemeen belang staat op de voorgrond. Onder publiekrecht verstaan we alle
regels met betrekking tot:
, a. De inrichting van de staat
b. De verhouding tussen overheidsorganen onderling
c. De verhoudingen tussen burger en overheid
Privaatrecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen burgers onderling. Het gaat
hierbij om het individuele belang van burgers. Het privaatrecht is grotendeels geregeld in het
Burgerlijk Wetboek.
1.6 Privaatrecht
Ook wel burgerlijk of civiel recht genoemd, regelt rechten en plichten tussen personen
onderling. Dat kunnen zowel natuurlijke personen zijn als rechtspersonen. Er wordt in de wet
gestreefd naar een oplossing waarbij de belangen van beide partijen zoveel mogelijk tot hun
recht komen, daarom wordt de zwakste partij beschermd door dwingend recht. Dat houdt in
dat het om regels gaat waar niet van mag worden afgeweken. Wanneer dit wel gebeurt zijn
de gemaakte afspraken niet geldig. Bij privaatrecht gaat het om de juridische relatie tussen
burgers onderling.
Alle onafhankelijke rechters samen vormen de rechterlijke macht (zittende magistratuur). Tot
de rechterlijke macht behoren alle rechterlijke instanties voor zover er sprake is van
onafhankelijkheid.
Een rechter moet onafhankelijk zijn om een goed oordeel te kunnen geven. De regering
benoemt nieuwe rechters bij koninklijk besluit, en rechters kunnen niet door de regering
ontslagen worden. Ontslag kan alleen gegeven worden door de Hoge Raad (hoogste
rechterlijke instantie). Rechterlijke onafhankelijkheid wordt ook gewaarborgd doordat het
salaris in de wet is vastgelegd en doordat het aantal rechters in een proces vaststaat
(hoeveel rechters er in een civiel proces of strafrechtzaak rechtspreken is wettelijk
vastgelegd). De taak van de rechter is tweedelig. Enerzijds moet de rechter geschillen
oplossen tussen burgers onderling of tussen burgers en de overheid. Anderzijds is de
rechter belast met strafrechtspraak.
De rechterlijke instanties
De rechterlijke macht spreekt recht op het gebied van burgerlijk recht, strafrecht en
bestuursrecht. Bij burgerlijk recht en strafrecht spreken de rechterlijke instanties de
rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad recht. In Nederland hebben we 1 Hoge
Raad, 4 gerechtshoven en 10 rechtbanken. Iedere rechtbank heeft verschillende sectoren
(organisatorische basiseenheid van de rechtbank).
De rechtszaken worden voor de enkelvoudige kamer (1 rechter) of de meervoudige kamer (3
rechters) gehouden. De civiele rechter is werkzaam in de sector civiel en kanton. De
strafrechter is werkzaam in de sector strafrecht of kanton. In de enkelvoudige kamer zijn bijv.
de politierechter, kinderrechter, voorzieningenrechter (bij civiel recht) en kantonrechter
bevoegd, afhankelijk van de zaak. Bij de Hoge Raad en het gerechtshof is er sprake van
collegiale rechtspraak, 3 of 5 rechters spreken dan samen recht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joannezandee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.