⭐️
9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa
⭐️
10: Het ontstaan en de verspreiding van de islam
11: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane
cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en
⭐️
horigheid.
12: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Paragraaf 1: Hofstelsel en horigheid
De standen in de middeleeuwse samenleving:
1. Geestelijken: Iedereen die verbonden is aan de kerk
2. Adel: Uit deze stand komen ridders voort
3. Boeren & burgers: onvrije boeren, vrije boeren
Op domeinen woonden en werkten de boeren. Zij waren in verschillende maten afhankelijk
van de heer. Vrije boeren hadden zelf beschikking over hun persoon en goederen. Wel
hadden ze een militaire plicht, ze moesten meevechten. Ze moesten zelf voor hun uitrusting
zorgen.
2 groepen onvrije boeren:
- Halfvrije boeren bewerkten hun eigen grond maar ze mochten het domein niet
verlaten.
- Lijfeigenen werkten als knechten zonder bezit en waren volledig in de macht van de
heer.
Een domein behoorde vaak toe aan een militaire leider maar dat kon ook een bisschop zijn.
Het economische systeem noemen we het hofstelsel of het domeinstelsel omdat het domein
centraal stond. De hoeve van de heer werd ook wel het hof genoemd. Vandaar de naam
hofstelsel.
Het domein bestond uit 3 delen:
- Het vroonhof: het deel van de heer met zijn hoeve, zijn akkers en werkplaatsen. Op
de akkers werkten lijfeigenen.
- Grond voor de horigen en vrije boeren. Vrije boeren betaalden pacht. Horigen deden
herendiensten op het vroonhof.
- Woeste grond waarop boeren hun vee lieten grazen of bos waar boeren hout en
kruiden verzamelden.
Domeinen bestonden vaak uit verschillende delen grond in andere gebieden waardoor het
domein verschillende producten kon leveren.
In de middeleeuwen veranderde de agrarisch-urbane samenleving naar een agrarische
samenleving. De handel was in de tijd van het hofstelsel bijna geheel verdwenen. Bewoners
van het domein moesten zelf alles maken wat ze nodig hadden. Hierdoor noemen ze de
middeleeuwse samenleving autarkisch.
, Vanaf de 3e eeuw begonnen edelen onderling oorlogen te voeren. Hierdoor werden de
bewoners onveilig. Reizen werd moeilijker waardoor de handel kromp. Geld werd gebruikt
om sieraden of gereedschap van te maken.
Besturen werd lastiger door het wegvallen van de handel en het ontstaan van een ander
economisch systeem. Voor het bestuur gebruikte de koning mensen uit zijn persoonlijke
gevolg.
Door het opkomen van andere koninkrijken werd het bestuur gemilitariseerd.
Paragraaf 2: Europa wordt christelijk
Het christendom was de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk maar niet het hele rijk was
christelijk. Uiteindelijk zwoeren steeds meer mensen hun geloof af en werden christelijk. De
verspreiding van het christendom noemen we kerstening. Het gebeurde soms via dwang
maar vaak door overtuiging. Bij het aannemen van een nieuw geloof zoeken mensen naar
bestaande opvattingen van hun oude geloof, dit noemen we syncretisme. Hierdoor
ontstonden er verschillende stromingen en werden er in sommige christelijke kerken
heidense goden afgebeeld.
Het Frankische Rijk breidde zich uit tijdens kerstening. De Franken hadden ook het meeste
geluk bij het veroveren van Gallië, dit kwam deels door hun banden met de paus. Deze
banden waren ontstaan doordat koning Clovis rond 500 tot het christendom bekeerde. Dit
was handig omdat ze ervaren bestuurders als bisschoppen in konden zetten voor het
bestuur. De samenwerking was ook voordelig voor de kerk omdat de Franken militaire
bescherming bood.
In Nederland ging de kerstening geleidelijk tot aan Friesland. Friesland was heidens en
ongeletterd. In 635 werd er een kerk op de grens met Friesland gezet. Pas in 690 begon de
kerstening toen de engelse missionaris Willibrord de Friese koning Radboud probeerde te
bekeren. De dood van de engelse missionaris Bonifatius liet zien hoe lastig de kerstening
verliep. Hij werd in 754 in Dokkum vermoord.
De betekenis van de geestelijkheid nam toe naarmate het christendom langer in Europa
was.
Er waren 2 soorten geestelijken:
- Reguliere geestelijken: leefden in kloosters
- Seculiere geestelijken: leefden tussen de mensen
Reguliere geestelijken/monniken leefden in kloosters en moesten strenge kloosterregels
volgen. Rijke burgers wilden zich verzekeren op een plek in de hemel en schonken land aan
de kloosters en lieten hun zonen en dochters intreden. Kloosters werden door de
hoeveelheid geschonken grond grootgrondbezitters. Hierbij kregen ze een rol bij het beheer
van domeinen. Kloosterlingen hadden een rol als zielen- en ziekenverzorgers in de
samenleving. Kloosterlingen baden voor mensen en boden verzorging. In het kloosters
gaven monniken onderwijs en schreven oude handschriften over. Kloosters hadden een
belangrijke rol bij het doorgeven en bewaren van cultureel erfgoed.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zolameijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,79. Je zit daarna nergens aan vast.