Spondylolises = uni of bilateraal botdeffect, stressfractuur /spondylolisthesis = afglijden van de wervel a.g.v. spondylolises (SLL)
Incidentie/prevalentie Natuurlijk beloop Prognostische factoren Prognostische factoren
• Spondylosis prevalentie van 6%- • Beloop afhankelijk van het moment van diagnose en • Afglijden in flexie -OR 2.7 (Slikker 2020) (Weinstein) bij graad 3-4 en 18 jaar follow up
11.5% in caucasian volwassenen. mate van afglijding. 34-50% asymptomatisch (Brinjilkji • Werk met herhaaldelijke flexie
Man vrouw ratio 2:1. (Tsirikos 2015) (NASS 2014) 36% asymp, 55% lage rugpijn gelijk aan
2010) • Low-grade lysthesis zelden verergering (Cavalier 2006) • Géén correlatie mate van afglijden en pijn, aspecifiek. 45% neurologische symp, 0%
• 85-95% L5, 5-15% L4 (Gagnet • Kinderen/Jongvolwassenen met dysplastische lysthesis géén invloed op duur van symptomen en incontinentie, 10%-15% operatie.
2018) groter risico progressie en noodzaak operatie (Cavalier mate van herstel.
• 3-6% van de bevolking (Gunzburg 2006) (NASS) Diagnostiek
2006) • 76% vd mensen zonder neurologische klachten bij • Vóór groeispurt > 50% groter risico • Low midline Sill sign (Ahn 2015)
• Vaak in eerste of tweede intake na 10jr ook niet. Met neurogene wel progressief progressie. • SN 0.81, -LR 0.17, NVW 90.5%
decennium van het leven. 83% verslechterde 10jr later (Kalichman 2008) • Aangeboren groter risico afglijden • Step off sign (Ahn 2015)
• M:V = 2:1 • Bilateraal defect 0-18 jaar 45%-73% • SP 0.89, +LR 8.84, PVW 89.1%
• Verhoogde prevalentie in Myerding classificatie (Gagnet 2018) progressief afglijden. • Passive lumbar extension test (Kasai 2006)
specifieke etnische, sport en 1. <25% afglijding • Symptomatische high grade lysthesis < • SP 0.9, +LR 8.8, NVW 93%
familiegroepen. Jonge atletische 2. 26-50% afglijding 10% vermindering klachten bij • SN 0.84, -LR 0.17, PVW 80%
populatie; turners, voetballers, 3. 51-75% afglijding conservatief beleid
zwemmers, duikers, 4. 76-100% afglijding (Andrade 2015, review n =42.000) Stress fractuur aan tegenovergestelde zijde
gewichtheffers. Mn a.g.v. 5. >100% afglijding van de activiteit (rechtshandige tennisser
repetitieve hyperextensie/rotatie. ontwikkeld fractuur links.
Stap 5; oefentherapie Stap 5; mobilisaties/manipulaties Stap 7; Is MT de beste zorg?
• Specifieke lumbale & • TWK mobilisaties hebben mogelijk een • Operatief vs conservatief bij
abdominale oefeningen hebben toegevoegd effect op LRP bij SLL icm met Spondylosis. 1mnd conservatief
een beter effect op pijn rekken heup flexoren, piriformis, betere scores, met 12mnd geen
vergeleken met algemene lumbale flexie oefeningen en core oef. verschil tussen de groepen.
training (O’sullivan 1997). (Mohanty 2016). • Er is onvoldoende bewijs voor of
tegen FT, operatieve
behandeling of spinale fusie bij
istmische SLL (NASS)
(Cavalier 2006) Review • Operatieve ingreep bij
Bij jonge patiënt vaak degeneratieve SLL lijkt superieur
toevalsbevinding. à zoeken naar vergeleken met niet-operatief,
andere oorzaak & mogelijk gewoon 66-96% tevreden (Chan 2019)
als a-specifiek behandelen.
HANDBOEK MMT AD MODUM SOMT | CHESLEY TEN OEVER | 421518 27