Diagnostisch proces hoofdpijn
Primaire hoofdpijn Secundaire hoofdpijn
Migraine zonder aura Cluster hoofdpijn Cervicogene hoofdpijn
Diagnostische criteria Diagnostische criteria Diagnostische criteria
A) minstens 5 aanvallen voldoen aan criteria B-D A) minstens 5 aanvallen voldoen aan B-D A) Elke hoofdpijn welke voldoet aan criteria C
B) hoofdpijn durend 4-72 uur B) ernstige of zeer ernstige unilaterale, (supra)orbitale B) Klinische en/of beeldvormend bewijs aandoening of laesie
hoofdpijn ten minste 2 v/d 4 kenmerken en/of temporale pijn 15-180 minuten CWK bekend als mogelijke veroorzaker CGH.
1. unilateraal C) Één of beide volgende C) Bewijs van oorzakelijke relatie van minstens 2 v/d 4
2. pulserend 1. ten minte één symptoom ipsilateraal; rood/tranend 1. hoofdpijn in temporele relatie ontwikkeld als cwk
3. middelmatig tot ernstig oog, verstopte/loop oog, verstopte/loop neus, oedeem ooglid, zweet 2. hoofdpijn parallel beter/slechter aan nek
4. verergerd door (of vermijden van) routine fysieke activiteit voorhoofd/gezicht, kleinere pupil of hangend ooglid 3. CWK ROM verminderd en hoofdpijn significant
D) Gedurende hoofdpijn ten minste één van 2. gevoel van rusteloosheid/aggitatie erger bij provocatie cwk
1. misselijkheid en/of spugen D) frequentie eens per 2 dagen tot 8x per dag 4. hoofdpijn verdwijnt bij diagnostische blokkade
2. Foto en/of phonofobie
Hoofdpijn bij kinderen andere presentatie • Kenmerken onderscheid CGH en TTH
Migraine met aura - side locked pijn
Diagnostische criteria - Prevalentie 52% kinderen 7 jaar oud, 57%-82% kinderen 15 jaar - provocatie typische pijn door druk op musculatuur of
A) Minstens 2 aanvallen voldoen aan B & C oud. Primaire hoofdpijn erfelijk (42%). Eerste keer gemiddeld 7,5 jr. cwk bewegingen
B) één of meer volledig reversibel aura symptoom - Hoofdpijn fenotypen zijn mogelijk nog niet volledig ontwikkeld bij - radiatie van posterieur naar anterieur.
C) Tenminste 3 v/d 6 kinderen (hersenen nog volop in groei).
1. ten minste één aura symptoom ≥ 5 min verspreid - Migraine < 18 jaar vaker bilateraal, vaak frontotemporaal. Criteria Sjaadstad CGH
2. twee of meer aura symptomen welke elkaar opvolgen - Occipitale hoofdpijn of strikt unilaterale pijn bij kinderen < 18 jaar • Unilaterale hoofdpijn zonder wisselingen van kant
3. ieder individueel aura symptoom duurt 5-60 min zeldzaam en mogelijk rode vlag. • Symptomen en tekenen medebetrokkenheid cwk
4. in ieder geval één aura symptoom is unilateraal - Kinderen < 18 jaar migraine 2-72 uur • Provocatie van aanvallen door:
5. in ieder geval één aura symptoom is positief - Hoofdpijn wat zich ACUUT ontwikkeld, zonder historie van - nekbewegingen of langdurige ongunstige houdingen
6. de aura wordt vergezeld of gevolgd door hoofdpijn binnen 60 min. hoofdpijn kan indiatie ernstige secundaire hoofdpijn zijn - pijn overeenkomend in distributie en karakter door
Let op! aura voor eerst > 40 jaar en atypisch mogelijk TIA (meningitis na infectie luchtwegen/neus/keel, maligniteit) druk t.h.v. ipsilaterale bovenste dorsale nek of
- Abrupt begin van hoofdpijnklachten kan ook New Daily Persistent occipitale regio
Tension Type hoofdpijn Headache zijn. Men herinnert zich de exacte datum waarop dit - ipsilaterale nek, schouder- en armpijn vaag, niet
Diagnostische criteria begon. Meeste patiënten hebben infectie in de voorgescheidenis. radiculair
A) Minstens 10 aanvallen - Clusterhoofdpijn zeer zeldzaam bij kinderen à alert op secundaire - verminderde ROM CWK
B) 30 min – 7 dagen pathologie.
C) Minstens 2 v/d 4 kenmerken - Osmofobie (niet tegen geuren kunnen) veelvoorkomend symptoom Medicatie over gebruik / medicatie geïnduceerde hoofdpijn
1. bilateraal (33,4% migraine en 18.% bij TTH). Diagnostische criteria
2. mild tot matig - Nekstijfheid dominant symptoom (96% 5-17 jaar) A) Hoofdpijn voor 15 dagen per maand in een patiënt met al
3. drukkend of knellend (niet pulserend) - Vaak geschiedenis van periodieke syndromen zoals terugkerende bestaande hoofdpijnklacht
4. nier verergerd door routine ADL buikpijn, BPPD, torticollis, abdominale migraine, cyclisch overgeven B) Regelmatig over gebruik medicatie (≥ 10 of ≥ 15 per maand
D) Beide van volgende kenmerken voorafgaand aan migraine op latere leeftijd. > 3 maanden gebruik van medicatie welke bij acute en/of
1. géén misselijkheid of braken - Vaak psychosociale oorzaak bij kinderen (65,5% migraine 75% symptomatische hoofdpijn is voorgeschreven.
2. niet méér dan één foto of phonofobie TTH). ≥ 10 ertotamine, triptanen, opioïden, ≥ 15 NSAID’s, PCM.
HANDBOEK MMT AD MODUM SOMT | CHESLEY TEN OEVER | 421518 64
, Clusterhoofdpijn episodische cluster hoofdpijn; tenminste 2 cluster periodes van 7 dagen – 1 jaar gescheiden door remissie ≥ 3 maanden.
chronische cluster hoofdpijn; cluster hoofdpijn gedurende één jaar of langer zonder remissie of met remissie < 3 maanden.
meest voorkomend; gedurende 1-3 maanden ≥ 1 aanval per dag gevolge door remissie maanden-jaren.
Pathofysiologie Incidentie & Prevalentie Natuurlijk beloop (stap 1) Prognostische factoren (stap 2)
Activatie van het trigeminovasculaire - Jaarprevalentie 0.1% - Aanvallen blijven even lang duren maar tijd tussen Géén specifieke prognostische factoren voor
complex zorgt voor unilaterale ernstige - M:V = 2.5:1 aanvallen wordt langer Cluster hoofdpijn, wel voor hoofdpijn algemeen.
hoofdpijn. (Wei 2018, Review) - Karakteristieken verminderen (side locked
(Wei 2018, Review.) - Begint meestal 20e – 40e unilateraal, seizoen of biologisch ritme, autonome - Frequentie < 1x per week ReR 5.38
levensjaar. symptomen minder prominent) - Duur hoofdpijn (zonder medicatie) < 4 uur
Onbekend, periodiciteit duidt op - 5% van de gevallen is - Remissie 33% (waarbij remissie betekend pijnvrije ReR 2.25
hypothalamische dysfunctie. Clusterhoofdpijn erfelijk. periode 2x zo lang als de vorige of > 5 jaar - Pijn niet of mild ReR 11.44 (CI breed)
(MedInfo) - 10%-15% chronische cluster pijnvrij). - Aantal bijkomende symptomen ReR 3.27
hoofdpijn zonder remissie - Personen in remissie minder aanvallen en kortere - Beperkingen mild ReR 13.14 (CI breed)
periodes. duur. - Angst niet aanwezig ReR 2.84
(Vincent et al 2008 ICHD 3) (Lee et al 2017, longitudinale studie n=42, 90% man, - Depressie niet aanwezig ReR 2.06
± 45 jaar, ± 12 jaar klachten). (Boardman 2006, chortstudie n=1134,
ReR=Recovery Ratio gedefinieerd als hoofdpijn
- Beloop grotendeels onvoorspelbaar, chronisch at baseline maar niet na 1 jaar follow up).
episodisch. In de tijd neiging naar remissie met
minder frequente aanvallen.
(Wei 2018).
Fysiotherapie / Manuele therapie bewezen MT/FT beste zorg (stap 7). MT/FT beste zorg (stap 7). State of art Manuele therapie
effectief, doelmatig en veilig? (stap 5) behandelproces (stap 8)
Nee, voorlichting en medicatie. Systematisch Review Becker 2010.
- Géén artikelen gevonden voor - Sumatriptan OR 5.03 voor vermindering binnen Niet van toepassing.
Clusterhoofdpijn en manuele therapie. Voorlichting 30’ vergeleken met placebo
(NVMT factsheet hoofdpijn) Vermijd alcohol, nitraten, lange vliegreizen en verblijf - Zuurstof effectief
op grote hoogte. - Lithius significant beter dan verapamil op
beperkingen maar niet op pijnvrije episodes
Medicatie tijdens aanval - Verapamil effectiever dan placebo.
1e keus 100% zuurstof via kapje 7-15 liter gedurende
15 min op geleide van effect. RCT Goadsby 2019, > 22 jr klachten, uitkomstmaat
2e keus triptanen 20 mg 2x/dag subcutaan of met binnen 15’ pijnvermindering.
neusspray - Radiofrequentie laesie n. occipitalis 62%
(NHG Standaard Hoofdpijn) pijnvermindering binnen 15’ t.o.v. 38% in sham
groep. OR 2.62.
HANDBOEK MMT AD MODUM SOMT | CHESLEY TEN OEVER | 421518 65