100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
IMM - Samenvatting alle hoorcolleges €7,29
In winkelwagen

Samenvatting

IMM - Samenvatting alle hoorcolleges

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle hoorcolleges. De stof wordt zo helder mogelijk uitgelegd. Cijfer voor de toets: 7,3

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • 1 oktober 2022
  • 39
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
sevvalyurdakul
IMM – samenvatting hoorcolleges

Waar komen pathogenen ons lichaam binnen als we ziek worden?  alle plekken wat in
contact staat met de buitenwereld

2 verschillende pathogenen
- intracellulaire pathogenen
- gaat in een cel zitten
- alle virussen
- sommige bacteriën & protozoa
- extracellulaire pathogenen
- zijn aanwezig buiten de cel
- meeste bacteriën en protozoa
- meeste meercellige parasieten




Humorale immuniteit
- oplosbare mediatoren
- antilichamen & complementen
- cellulaire immuniteit
- cytokines & chemokines  signaalstoffen  stoffen waarmee cellen met elkaar ‘praten’.

Cytokines = signaalstof die effect heeft op nabij gelegen cellen door te binden aan
receptoren van de target cel
Chemokines = soort cytokine dat als doel heeft om witte bloedcellen uit het bloed aan te
trekken

Aangeboren en verworven immuniteit
- aangeboren immuniteit
- heb je vanaf de geboorte

1

, - is direct functioneel
- niet specifiek  kan op alles reageren
- eerste verdedigingslinie
- maakt gebruik van gemeenschappelijk eigenschappen van indringers; PAMPs dus beetje
specifiek
- werkt snel
- verworven immuniteit
- krijg je later
- specifiek
- past zich aan aan de specifieke indringer
- duurt langer
- bouwt geheugen op

Aangeboren immuniteit
Cellen
- monocyten
- macrofagen
- granulocyten
- natural killer cellen (NK cellen)
- mestcellen
Humorale compenent (oplosbare mediatoren)
- complementfactoren

Verworven immuniteit
Cellen
- b-cellen
- t-cellen
Humorale compenent (oplosbare mediatoren)
- antilichamen (gemaakt door B-cellen)

Dendritische cellen  zitten tussenin (kunnen al dingen bij geboorte & zijn brug bij
verworven)  dus beide

Aangeboren en verworven immuniteit
- systemen werken samen
- 2 stadia in een infectie
- immediate innate
- induced innate
- in het eerste stadium gaat vooral het aangeboren immuunsysteem te werk
- als het langer duurt gaan de cellen chemokines uitscheiden waardoor cellen uit het bloed
daarnaar toe komen en die gaan dan helpen (vooral neutrofielen)
- als het nog langer duurt komt het verworven immuunsysteem erbij

Alle cellen praten met elkaar. Dit wordt gedaan in de vorm van signaalstoffen (cytokines) en
receptoren.

Fagocytose

2

,- er zijn cellen in je lijf die alles opeten (fagocyteren) wat ze tegenkomen  fagocyten
- fagocyten
- neutrofielen
- dendritische cellen (DC)
- monocyten
- macrofagen
- mestcellen

Bacteriën (en alle andere pathogenen) hebben bepaalde eigenschappen die veel pathogenen
gemeen hebben. Fagocyten hebben hier receptoren voor die bepaalde eigenschappen
(PAMPs) herkennen  hierdoor kunnen fagocyten bacteriën (lichaamsvreemde
pathogenen) herkennen,
Fagocyten hebben receptoren voor pathogen-associated molecular patterns  PAMPs.

Als een fagocyt iets opeet wordt er een blaasje gevormd genaamd een fagosoom.
Fagosoom gaat dan fuseren met een lysosoom. Een lysosoom heeft enzymen die bacteriën
kunnen afbreken.

Maar er gebeurt meer. Macrofagen & dendritische cellen kunnen aan de omgeving laten
zien dat ze iets hebben gevangen. Ze presenteren stukjes eiwit van de ziekteverwekker
(bacterie/virus/etc.) in een molecuul (MHC) en zetten deze op het celoppervlak  dit noem
je antigeenpresentatie.

Een fagocyt weet niet wat gevaarlijk is en wat niet. De fagocyt eet alleen maar alles op &
macrofagen & dendritische cellen presenteren alles.

Molecuul waarin stukjes eiwit van de ziekteverwekker in terecht komen & op de membranen
heet MHC II.
Als MHC II (met stukjes eiwit) op de membranen zit van de APC (antigeen presenterende cel)
kan CD4 T-cel met t-cel receptor stukjes eiwit van MHC II herkennen en kan dan bepalen of
de ziekteverwekker gevaarlijk of niet gevaarlijk is.

CD4 cel = t-helper cel

APC = antigeen presenterende cel
- dendritische cellen
- macrofagen
- b-cellen

Dat waren extracellulaire pathogenen.

Intracellulaire pathogenen kun je niet fagocyteren want zit in de cel.
Eiwitten van een intracellulair pathogeen zitten in het cytosol van de cel. Hoe zorg je ervoor
dat eiwitten die in het cytosol zitten op dezelfde manier worden getoond op het
celoppervlak zodat een t-cel kan herkennen of het eiwit gevaarlijk/niet gevaarlijk is?

Stukjes van het eiwit van de ziekteverwekker wordt gepresenteerd in een MHC I molecuul.

3

, Alle cellen met een kern van het lichaam doen dit want alle cellen in het lichaam moeten
constant laten zien dat ze gezond zijn. Dit doen ze door samples te nemen uit het cytosol te
presenteren. CD8 T-cel met t-cel receptor herkent dan gevaarlijke moleculen. Als CD8 cellen
een gevaarlijk moleculen herkennen doden ze gelijk de HELE cel.

CD8 cel = cytotoxische t-cel




MHC I  presenteert eiwitten die in het cytosol zitten van de cel. Wordt herkend door CD8
t-cel.
MHC II  presenteert eiwitten die zijn opgenomen door fagocyten. Wordt herkend door
CD4 t-cel.

Risico als t-cel niet goed getraind wordt  auto-immuniteit  t-cel gaat lichaamseigen
dingen herkennen & afbreken.

Als pathogeen lichaam binnen wil komen moet die door een fysieke barrière; de huid &
slijmvliezen.

Mocht het toch lukken om lichaam binnen te komen hebben we complement systeem.
Complement systeem = eiwitten die niet specifiek (dus tegen alle micro-organismen gericht)
zijn maar wel snel. Deze geeft het immuunsysteem tijd om verworven immuniteit op te
bouwen.
Dit bij elkaar is de first line of defense.

Sterke barrières: de huid
De huid is een sterke barrière als die niet beschadigd is. Micro-organismen kunnen hier niet
doorheen.

Slijmvliezen – cilia (trilharen) & mucus (slijm)

Slijmvliezen zijn gevoeliger voor infectie omdat ze vochtig zijn en micro-organismen hier zich
aan kunnen nestelen.
Cilia = trilharen. Op de slijmvliezen zitten trilharen die bewegen richting bovenste
luchtwegen hebben

Slijmvliezen in darmen hebben slijm (mucus), antimicrobiële peptiden & microbiota.

Antimicrobiële peptiden = enzymen die bepaalde onderdelen van een pathogeen afbreken
Antimicrobiële peptiden
- worden geproduceerd door huidcellen, slijmvliescellen en sommige immuuncellen
4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sevvalyurdakul. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50843 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,29
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd