100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcolleges KIO1.1 HAN Logopedie jaar 1 €5,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcolleges KIO1.1 HAN Logopedie jaar 1

 12 keer bekeken  2 keer verkocht

Hierbij mijn complete aantekeningen van de hoorcolleges van KIO1.1. Er vallen wat lessen tussen uit. Dit komt omdat er niet elke week en elke les een hoorcollege is gegeven. Echter zijn de colleges wel compleet.

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • 2 oktober 2022
  • 27
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Sanne diepeveen
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
maureenraanhuis000
HC KIO 1.1 HAN Logopedie
KIO aantekeningen Taalontwikkeling van het kind
1.1 korte schets van de taalontwikkeling
Onmondig kind = een kind wat nog geen gesproken taal kan produceren
Het taalverwerkingsproces voltrekt zich tussen de leeftijd van 0 en 5 jaar. Na 5 jaar is de
taalontwikkeling “rond” maar nog niet zo optimaal ontwikkeld als bij een volwassene.
Hierover kunnen we pas spreken rond de leeftijd van 9 -10 jaar.

Een kind verwerft zijn taal op hoog tempo tot een leeftijd van 5 jaar. Daarna zwakt de curve
wat af (figuur 1.1) waardoor het verwervingsritme rustiger verloopt tot ongeveer 9 a 10 jaar.

Voorwaarden van een taalontwikkeling
- Medische
 Gehoor
 Anatomie en fysiologie van de spraakorganen
 Goede neurologische ontwikkelingen
- Psychosociaal
 Stimulatie vanuit de omgeving
 Algemene leermogelijkheden
 Emotionele en gedragsontwikkeling

Taalontwikkeling (in het kort)
Voorlopers taalvorm (grammatica)
- 6 weken – 4 maanden: Vocaliseren  eerst monotoon later verschillende hoogtes en
frequenties (verschillende huiltjes)

- 4-8 maanden: motorisch brabbelen  medeklinkers (kakaka) later gevarieerde
medeklinkers (bakabaka)

- 8-12 maanden: sociaal brabbelen/ imiteren: gesprekjes voeren met een ouder
Bed time monologen  in bed praten

Voorlopers taalinhoud (de betekenis van een woord)
- 9-12 maanden: Objectpermanentie = het besef dat een object blijft bestaan ook al is
het niet meer te zien.
 Het poppetje onder de doek
 Door dit te ontwikkelen kunnen kinderen over de verledentijd praten
- 12 maanden: Besef van objectspecificatie = het verband kunnen zien tussen twee
dezelfde voorwerpen ook al zien ze er anders uit.
 Zien dat een groene beker en een rode beker beide het zelfde doel hebben
ook al zien ze er anders uit
- 12 maanden: Het gebruik van protowoorden = woorden met groepjes klanken.
 Boem of brr voor iets dat rijd
 Klanken als dada en kaka
 Hierna volgen de “echte” woorden

,Voorlopers taalgebruik (hoe geeft de communicatie vorm)
- Oogcontact  iets wat in de westerse wereld veel wordt toegepast, een kind hoeft
niet perse oogcontact toe te passen om goed taalgebruik te krijgen
- Intenrioneel gedrag  gedrag waarbij een kind van te voren heeft bedacht wat het
wil gaan doen waardoor het mensen kan sturen en aanwijzen
 Moeder heeft een bal vast. “ik wijs naar mama want ik wil de bal”
- Interactiespelletjes  kiekeboe
- Protoconversaties  sociaal brabbelen waardoor een volwassene met een kind in
“gesprek ” gaat.
 Een kind gebruikt hierbij protowoorden dus van een echt gesprek is een
sprake.


Fases bij de taalontwikkeling van een kind
Prelinguale fase (alles wat vooraf gaat aan het gebruik van taal)
- Huilen: 0-1.5 maand
- Vocaliseren 1.5 – 4 maanden
 Vocalen productie
 Intonatie
- Vocaal spel 4-7 maanden
 Proto-conversaties
 De beurt nemen en een “gesprekje” voeren.
- Brabbelen
 Fenomeen structuur van de moedertaal = kind luistert naar de klankstructuur
van de woorden waardoor het al het ware de moedertaal herkent. Hierdoor is
het kind meer geïnteresseerd in de moedertaal dan in een andere onbekende
taal.
 Repetitief brabbelen: articulatie bewegingen worden herhaald bijv.
doedoedoedok
 Gevarieerd brabbelen: kind zoekt variatie op bijv. doemadoe
o Prosodie = stemklanken waardoor de toon van een zin varieert (bij een
vraagstelling)
Vroeglinguale fase
- 1 – woordzinfase (1-1.6 jaar)
 Betekenistoekenning = kinderen gaan betekenissen zien bij een woord
o “bal’”  als ik bal zeg krijg ik de bal
o Het eerste woord van een kind is het eerste woord waarbij
betekenistoekenning wordt toegepast. “mama en papa” zijn dus vaak
niet de eerste woorden.
 Protowoorden
 Holophrasen: relatie met syntaxis  kind zegt 1 woord “bal” maar bedoelt “ik
wil de bal”. Holophrase = een zin van 1 woord met een duidelijk doel
- Fonologische en fonetische ontwikkeling (1;6 – 4;0 jaar)
- 2 en meervoudszinsfase (1.6 -2.6 jaar)
 Productieve combinatie van 2 of meer woorden

,  Inhoudswoorden  woorden die specefiek iets betekenen (fiets, auto)
 Woordenschatspurt rond 2 jaar
o 500 (simpele) woorden
o Voorheen “papa bal” nu in combinatie met een werkwoord “papa
heeft de bal”
Differentiatiefase
- Vroege differentiatiefase: hele werkwoorden (2.6 – 3.6 jaar)
- Latere differentiatiefase
- Syntactiche ontwikkeling
 Ontwikkeling van de zinsopbouw
 Kinderen gaan steeds meer met volle zinnen praten
- Functiewoorden
 Lidwoorden (de, het, een)
 Voorzetsels (op, boven, voor, naast etc.)
- Werkwoorden
 Tijden
 Finiete vorm  gaat kijken naar et tijdskenmerk waardoor een woord in de tt
of vt kan staan
- Overregularisatie  kinderen maken eigen regels op woorden die ze toepassen
 Twee schippen ipv twee schepen
Voltooiingsfase
- Actieve woordenschat van 3000 en 4000 woorden, passieve woordenschat 6000 –
800 woorden
- Expliciet taal leren in het onderwijs
- Metalinguïtische vaardigheden
 Kinderen gaan nadenken en filosoferen
 “Een boom leeft want hij groeit”, “we kunnen vriendjes zijn met de boom
want hij geeft ons leven”
- Narratieve vaardigheden
 Vaardigheden die nodig zijn om mondeling of schriftelijk verhaal te maken.
 Vertel vaardigheden
- Nieuwe kennisgebieden
 Theory of Mind  kind kan empathie tonen




Taalverwervingsloop en schriftelijke taalverwerving
Wordt gestuurd door lokalisatie en het rijpingsproces van de bij geboorte aanwezige
hersencellen. De hersencellen kunnen een verbinding (synapsen = een contactplaats tussen
twee zenuwcellen waardoor zenuwinpulsoverdracht plaatsvindt) aangaan waardoor ze een
mentale atlas vormen. Er moet voldoende (taal) stimulatie van buitenaf zijn.

6 maanden: taalverwerving kan worden vastgesteld

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maureenraanhuis000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen