Hierbij mijn complete aantekeningen van de hoorcolleges van KIO1.1. Er vallen wat lessen tussen uit. Dit komt omdat er niet elke week en elke les een hoorcollege is gegeven. Echter zijn de colleges wel compleet.
HC KIO 1.1 HAN Logopedie
KIO aantekeningen Taalontwikkeling van het kind
1.1 korte schets van de taalontwikkeling
Onmondig kind = een kind wat nog geen gesproken taal kan produceren
Het taalverwerkingsproces voltrekt zich tussen de leeftijd van 0 en 5 jaar. Na 5 jaar is de
taalontwikkeling “rond” maar nog niet zo optimaal ontwikkeld als bij een volwassene.
Hierover kunnen we pas spreken rond de leeftijd van 9 -10 jaar.
Een kind verwerft zijn taal op hoog tempo tot een leeftijd van 5 jaar. Daarna zwakt de curve
wat af (figuur 1.1) waardoor het verwervingsritme rustiger verloopt tot ongeveer 9 a 10 jaar.
Voorwaarden van een taalontwikkeling
- Medische
Gehoor
Anatomie en fysiologie van de spraakorganen
Goede neurologische ontwikkelingen
- Psychosociaal
Stimulatie vanuit de omgeving
Algemene leermogelijkheden
Emotionele en gedragsontwikkeling
Taalontwikkeling (in het kort)
Voorlopers taalvorm (grammatica)
- 6 weken – 4 maanden: Vocaliseren eerst monotoon later verschillende hoogtes en
frequenties (verschillende huiltjes)
- 8-12 maanden: sociaal brabbelen/ imiteren: gesprekjes voeren met een ouder
Bed time monologen in bed praten
Voorlopers taalinhoud (de betekenis van een woord)
- 9-12 maanden: Objectpermanentie = het besef dat een object blijft bestaan ook al is
het niet meer te zien.
Het poppetje onder de doek
Door dit te ontwikkelen kunnen kinderen over de verledentijd praten
- 12 maanden: Besef van objectspecificatie = het verband kunnen zien tussen twee
dezelfde voorwerpen ook al zien ze er anders uit.
Zien dat een groene beker en een rode beker beide het zelfde doel hebben
ook al zien ze er anders uit
- 12 maanden: Het gebruik van protowoorden = woorden met groepjes klanken.
Boem of brr voor iets dat rijd
Klanken als dada en kaka
Hierna volgen de “echte” woorden
,Voorlopers taalgebruik (hoe geeft de communicatie vorm)
- Oogcontact iets wat in de westerse wereld veel wordt toegepast, een kind hoeft
niet perse oogcontact toe te passen om goed taalgebruik te krijgen
- Intenrioneel gedrag gedrag waarbij een kind van te voren heeft bedacht wat het
wil gaan doen waardoor het mensen kan sturen en aanwijzen
Moeder heeft een bal vast. “ik wijs naar mama want ik wil de bal”
- Interactiespelletjes kiekeboe
- Protoconversaties sociaal brabbelen waardoor een volwassene met een kind in
“gesprek ” gaat.
Een kind gebruikt hierbij protowoorden dus van een echt gesprek is een
sprake.
Fases bij de taalontwikkeling van een kind
Prelinguale fase (alles wat vooraf gaat aan het gebruik van taal)
- Huilen: 0-1.5 maand
- Vocaliseren 1.5 – 4 maanden
Vocalen productie
Intonatie
- Vocaal spel 4-7 maanden
Proto-conversaties
De beurt nemen en een “gesprekje” voeren.
- Brabbelen
Fenomeen structuur van de moedertaal = kind luistert naar de klankstructuur
van de woorden waardoor het al het ware de moedertaal herkent. Hierdoor is
het kind meer geïnteresseerd in de moedertaal dan in een andere onbekende
taal.
Repetitief brabbelen: articulatie bewegingen worden herhaald bijv.
doedoedoedok
Gevarieerd brabbelen: kind zoekt variatie op bijv. doemadoe
o Prosodie = stemklanken waardoor de toon van een zin varieert (bij een
vraagstelling)
Vroeglinguale fase
- 1 – woordzinfase (1-1.6 jaar)
Betekenistoekenning = kinderen gaan betekenissen zien bij een woord
o “bal’” als ik bal zeg krijg ik de bal
o Het eerste woord van een kind is het eerste woord waarbij
betekenistoekenning wordt toegepast. “mama en papa” zijn dus vaak
niet de eerste woorden.
Protowoorden
Holophrasen: relatie met syntaxis kind zegt 1 woord “bal” maar bedoelt “ik
wil de bal”. Holophrase = een zin van 1 woord met een duidelijk doel
- Fonologische en fonetische ontwikkeling (1;6 – 4;0 jaar)
- 2 en meervoudszinsfase (1.6 -2.6 jaar)
Productieve combinatie van 2 of meer woorden
, Inhoudswoorden woorden die specefiek iets betekenen (fiets, auto)
Woordenschatspurt rond 2 jaar
o 500 (simpele) woorden
o Voorheen “papa bal” nu in combinatie met een werkwoord “papa
heeft de bal”
Differentiatiefase
- Vroege differentiatiefase: hele werkwoorden (2.6 – 3.6 jaar)
- Latere differentiatiefase
- Syntactiche ontwikkeling
Ontwikkeling van de zinsopbouw
Kinderen gaan steeds meer met volle zinnen praten
- Functiewoorden
Lidwoorden (de, het, een)
Voorzetsels (op, boven, voor, naast etc.)
- Werkwoorden
Tijden
Finiete vorm gaat kijken naar et tijdskenmerk waardoor een woord in de tt
of vt kan staan
- Overregularisatie kinderen maken eigen regels op woorden die ze toepassen
Twee schippen ipv twee schepen
Voltooiingsfase
- Actieve woordenschat van 3000 en 4000 woorden, passieve woordenschat 6000 –
800 woorden
- Expliciet taal leren in het onderwijs
- Metalinguïtische vaardigheden
Kinderen gaan nadenken en filosoferen
“Een boom leeft want hij groeit”, “we kunnen vriendjes zijn met de boom
want hij geeft ons leven”
- Narratieve vaardigheden
Vaardigheden die nodig zijn om mondeling of schriftelijk verhaal te maken.
Vertel vaardigheden
- Nieuwe kennisgebieden
Theory of Mind kind kan empathie tonen
Taalverwervingsloop en schriftelijke taalverwerving
Wordt gestuurd door lokalisatie en het rijpingsproces van de bij geboorte aanwezige
hersencellen. De hersencellen kunnen een verbinding (synapsen = een contactplaats tussen
twee zenuwcellen waardoor zenuwinpulsoverdracht plaatsvindt) aangaan waardoor ze een
mentale atlas vormen. Er moet voldoende (taal) stimulatie van buitenaf zijn.
6 maanden: taalverwerving kan worden vastgesteld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maureenraanhuis000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.