Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden direct met elkaar ik
contact.
Abstracte markt: het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product. Er is geen
plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.
Afzet: aantal producten die verkocht worden.
Omzet = product x prijs (volume x prijzen)
Hoofdstuk 2
Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereid is om voor een product te betalen.
Individuele vraagfunctie: geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de vraag
van een consument naar dat product.
Individuele vraaglijn: vraagfunctie in een grafiek.
Ceteris Paribus: de veronderstelling dat de andere factoren die de vraag beïnvloeden
constant blijven.
Collectieve vraaglijn: geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de totale
vraag naar dat product.
Prijselasticiteit van de vraag: geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.
Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid / procentuele verandering
van de prijs
Elastisch: als de absolute waarde groter is dan 1. De procentuele vraagverandering is groter
dan de procentuele prijsverandering.
Inelastisch: als de absolute waarde van de prijselasticiteit kleiner dan 1. De procentuele
vraagverandering is kleiner dan de procentuele prijsverandering.
Primaire goederen: goederen die niet gemist kunnen worden.
Luxe goederen: goederen die niet noodzakelijk zijn voor ons levensonderhoud.
Kruiselingse prijselasticiteit van de vraag: geeft weer hoe sterk de vraag naar het ene goed
reageert op een prijsverandering van een ander goed.
Ek = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een product /
procentuele verandering van de prijs van een ander product
Substitutiegoederen: goederen die elkaar kunnen vervangen
Bij substitiegoederen is de kruiselingse prijselasticiteit positief.
Complementaire goederen: goederen die elkaar aanvullen.
, Inkomenselasticiteit van de vraag: hoeveel de gevraagde hoeveelheid reageert op
veranderingen in het besteedbaar inkomen.
Ey = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid / procentuele verandering
van het besteedbaar inkomen
Normale goederen: hebben een positieve inkomenselasticiteit. Bij een hoger inkomen stijgt
de gevraagde hoeveelheid.
Drempelinkomen: luxe goederen hebben een drempelinkomen; ze worden pas vanaf een
bepaald inkomen gekocht.
Verzadigingsinkomen: vanaf een bepaald inkomen leidt een inkomensstijging niet tot een
verdere toename van de gevraagde hoeveelheid.
Inferieure goederen: goederen met een negatieve inkomenselasticiteit. Als het inkomen
stijgt worden de inferieure goederen vervangen door luxere goederen.
Hoofdstuk 3
Bedrijfskolom: omvat de schakels die nodig zijn bij de productie van een goed.
Markt: deze bevindt zich tussen de schakels van een bedrijfskolom. Vraag en aanbod komen
hier samen.
Specialisatie: een bedrijf stoot activiteiten af naar een andere bedrijfskolom.
Parallellisatie: een bedrijf is in verschillende bedrijfskolommen actief.
= horizontaal
Integratie: als bedrijven meerdere schakels uit de eigen bedrijfskolom omvatten. Een
tussenliggende markt wordt uitgeschakeld.
= verticaal
Redenen:
-wegnemen van onzekerheid.
-lagere transactiekosten.
Differentiatie: een productfase wordt afgestoten. Tegenovergestelde van integratie.
Transactiekosten: alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en deze
af te wikkelen.
Verzonken kosten: kosten die een bedrijf niet meer kan terugverdienen als de productie
stopt, omdat er geen andere gebruiksmogelijkheden voor de machine zijn.
Berovingsprobleem (hold-upprobleem): als de machtsverhoudingen na het afsluiten van een
contract veranderen.
Winstmarge: winst per eenheidproduct. Het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs
van het product.
Kapitaalgoederen: gaan een lange tijd mee en zijn onderhevig aan slijtage. Ook wel vaste
activa genoemd.
Afschrijving: het rekening houden met de waardedaling van de vaste activa als gevolg van
een slijtage of veroudering. (afschrijvingskosten)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper finndijkstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.