een complete samenvatting van alle hoorcolleges. Wat er wordt gezegd in de colleges heb ik letterlijk overgetypt in deze samenvatting! uitgebreider dan dit kan niet!
colleges samenvatting blok
orgaansystemen
Anatomie 1 – hartcyclus
Woordenlijst achterin syllabus; latijnse termen.
o Corpus = lichaam --> met corpus kunnen ook organen worden
bedoeld.
o Hals = collum
o Romp = truncus
--> Borst = thorax
-->Buik =abdomen
--> Bekken = pelvis
o Ledenmaten = membra
-->Arm=membrum superius
--> Been = membrum inferius
o Cranium = kop en cauda = staart. Als iets meer aan de kopkant zit
van het lichaam noemt men het cranaal en bevindt iets zich meer in de
buurt van de staart(die bij de mens niet is doorgegroeid) dan noemt men
het caudaal. Hetzelfde geld voor buik-kant en rugkant; zit iets meer aan
de buik-kant dan is het ventraal (buik = ventrum) en bevindt iets zich
aan de rugkant/achterkant dan heet het dorsaal.(rug = dorsum).
Vlakken
o Verticaal vlak = lengte as het lichaam
o Transversaal vlak = horizontaal, links <--->rechts
o Saggitaal vlak = horizontaal, voren <---> achter
o Mediane vlak :
o : Mediane vlak snijdt het lichaam precies(horizontaal) in 2 delen en
het saggitaal vlak is inderdaad evenwijdig aan mediane vlak MAAR snijdt
lichaam niet in 2 gelijke stukken. Dus het saggitaal vlak is een verticale
lijn door hele lichaam ( top tot teen) én de mediane vlak is daar dus één
van.
o Superficiaal is perifeer ( aan het oppervlak) en profundus is 'diep
gelegen'.
Hart-vaat systeem/respiratie-systeem.( systema
cardiovasculare en apparatus respiratus)
o Als een vena (Ader) of een slagader(arteria) aangegeven moet
worden, gebeurt dat in afkortingen. Bij: V. cava inferior. Als we het over
een meervoud van aderen hebben dan is het vv. Dit geldt ook voor
slagaders; 1 slagader is a. subclavia en meerdere zijn aa. Subclavia.
(random gekozen aderen).
Bouw van de thorax
o Frontaal doorsnede : waar de ribbenkast eindigt daar eindigt thorax
aan bovenzijde. En de diafragma(middenrif) is de scheidingswand tussen
boven gedeelte van thorax en het abdomen.--> In de onderzijde wordt je
, C. Nyinah
thorax dus beperkt/begrensd door diafragma(middenrif) en aan de
zijkanten en de bovenkant wordt je thorax begrensd door je ribbenkast.
o In thorax zijn er 3tal holtes
--> (linker plura-holte
---> rechter plura-holte ( aan rechterkant v thorax)
--> pericard holte ( vlak boven middenrif) ( holte rondom het hart
--> peri=rondom & card= hart)
o Plura is het vlies dat rondom de longen zit dus in beide plura-holtes
zijn de holtes gevuld met long(weefsel).
o De ruimte tussen longen en holte is heel klein maar er is wél een
'ruimte'. In die ruimte zit een soort van vloeistof.
Alle organen hebben vliezen. Aan de binnenzijde van je ribbenkast en
bovenkant van middenrif zit de pleura parietalis. Deze vlies zit als het ware
rondom de longen maar niet OP de longen zelf. Daarop zit namelijk een
andere vlies. Op de longen zelf zit de pleura visceralis.
o Pleura parietalis : vlies rondom longweefsel
o Pleura visceralis : vlies op longweefsel zelf
Tussen deze 2 vliezen en longweefsel zit een kleine hoeveelheid vocht en
GEEN lucht. Want als longen zich vergroten, dan drukken de 2 vliezen tegen
elkaar aan en door het vacuum-effect (dat tot stand komt door dat beetje
vocht tussen de vliezen) kunnen de longen zich goed vergroten. Het
'vaccuum-effect' is eigenlijk dat als de borstkas zich vergroot de vlies van het
longweefsel wordt meegetrokken en dus samen met de borstkas zich uit gaat
zetten--> het meetrekken van de longvlies komt door dat tussenliggend
weefsel ( adhesie enzo).
--> Die kleine hoeveelheid vocht tussen die vliezen werkt dus als een soort
glijmiddel: als je jouw borstkas groter maakt( als je inademt) dan kan het
weefsel van de longen vrij glijden/bewegen langs de binnenkant van de
ribbenkast. De vloeistof zorgt er dus voor dat het longweefsel tijdens
inademen makkelijk kan meebewegen ( zich ook kan uitzetten/groter
worden).
Om het hart( het hele orgaan) zit het pericard. En op het hart zélf ligt de
vlies: epicard. Tussen deze 2 vliezen zit ook een vloeistofje. Als het hart dus
bloed gaat pompen zet het hart zich regelmatig uit tijdens deze
pompbewegingen. Vanwege dat vloeistofje tussen de vliezen kan deze
beweging wrijvingloos plaatsvinden omdat de vliezen makkelijk langs elkaar
bewegen/glijden.
o Pericard(hartzakje) = vlies rondom hart.
o Epicard = vlies op het hart zelf.
Het Mediastinum is alles ( bronchien, luchtpijp, aderen, lymfen etc) wat
tussen rechter pleuraholte, linker pleuraholte en pericard holte zit
Tijdens een mes-steek verbreek je het vacuumsysteem--> gevolg: de
long wordt steeds kleiner. --> klaplong.
Positie van het hart
je hart ligt meer links dan rechts en is een beetje naar rechts gedraaid en
het hart-punt is naar voren gericht. En de rechterkant is ook een beetje naar
voren gedraaid. --> Dus hart is links, ligt beetje op zijn rechterkant en
punt naar voren.
o Rechterdeel v/h hart ligt voornamelijk ventraal en linkerhelft vooral
dorsaal. Het grootste deel van je hart ligt ook links.
o apex = hartpuntje.
, C. Nyinah
Bouw van het hart
o Atrium dexter = rechterboezem en atrium sinister (linkerboezem).
Voor ventrikels geldt hetzelfde.
o Septum interatriorum = scheiding tussen 2 hartboezems. ( bij foetus
is deze nog open/nog niet otwikkeld en bij de geboorte moet hij gesloten
zijn.)
o Septum interventriculare = scheiding tussen de 2
hartkamers/ventricles.
o Valvula tricuspidalis ( 3-slippig) = hartkleppen die doorgang tussen
rechterboezem en rechterkamer blokkeert/opent. En de valvula
bicuspidalis 2-slippige hartkleppen die de doorgang tussen linkerboezem
en - kamer opent/blokkeert.
o Mensen hebben 24 ribben ( 12 links en rechts). De onderste 2 zijn
zwevende ribben en zitten eigenlijk aan de achterkant wat dient als
bescherming van je nieren enzo.
o De zwezerik/thymus is een heel belangrijk orgaan voor je
immuunsysteem en ligt ongeveer boven het hart. ( lijkt op vet).
o Het hart beweegt NIET. Bij de ademhaling wordt vooral het linker en
rechter deel van diafragma naar beneden bewogen maar niet zozeer het
midden(waar dus het hart zich bevindt).
o Verschil tussen atrium en vertrikel is op zich goed te zien omdat op
de grens dikke aderen lopen.
Rechteratrium
o Truncus pulmonalis = uitgang rechterventrikel. Truncus = stam.
o Arteriae pulmonales = longslagaders.
o Venae pulmonales = longaders.
o Het veneuze systeem is veel meer gevarieerd dan arterieel.
Vaten in die in/uit hart gaan
o Rechts zijn er 2 grote aders die het rechteratrium binnenkomen: VCI
en VCS, dit zijn de bovenste en onderste holle aders. ( superior is boven,
, C. Nyinah
inferior is onder). De onderste holle ader zorgt voor bloedafvoer vanuit je
abdomen (buikholte) en je benen en de bovenste holle ader de
bloedafvoer vanuit je armen en hoofd. Dit komt allemaal samen in
rechteratrium.
DUUUUUS:
o De grote ingangsvat = de onderste holle ader = v. ava inferior (VCI)
o De bovenste holle ader = v. cava superior ( VCS)
--> dit zijn de 2 grote vaten die naar rechteratrium gaan.
o De vena brachiocephalica = dat zijn de aderen die uit je armen en
uit je hoofdgedeelte komt ( brachus=arm en cephalia = hoofd). De linker
v. brachiocephalia komt vanuit je hoofd en de rechter vanuit je armen.
o V jugularis interna en v subclavia vormen samen de v.
brachiocephalia. De 2 brachiocephalica ( linker en rechter)
komen samen in de v. cava superior (CVS)
--> DUS: jugularis interna + subclavia --> v. Brachiocephalica
--> CVS
o De vena jugularis interna = de grote halsader en de v. subclavia =
ader vlak onder je sleutelbeen ( clavicula = sleutelbeen).
o Als het bloed uit de VCS enVCI in rechterboezem is aangekomen
gaan de 3-kleppige 'kleppen' open en stroomt het bloed vervolgens naar
de rechterventrikel. Dan wordt dat bloed uit de rechterventrikel naar de
longen gepompt om het bloed weer zuurstofrijk te maken. Het pompen
van dit bloed naar de longen gaat eerst langs de truncus pulmonalis
( in feite uitgang van rechterventrikel). Deze truncus splitst zich in een
linker deel en een rechter deel: de aa. Pulmonalis (longslagaders).
o Nadat er in de longen gaswisseling heeft plaatsgevonden komt het
zuurstofrijke bloed nu weer terug via de vv. pulmonares ( de longaders)
en komt in de linkerboezem terecht. Hier passeert het bloed de
bicuspidalis ( 2-kleppen) en komt in de linkerventrikel terecht. Vanuit de
linkerventrikel wordt gebloed naar alle organen gepompt via de aorta.
Aorta
o Het deel dat opstijgt = aorta ascendens
o Het deel dat 'daalt = aorta descendens
o Tussen die delen zit een 'boog' = arcus aortae
o Meteen na het hart te hebben verlaten ( uit de aorta) voorziet het
hart zichzelf eerst van zuurstofrijk bloed --> dmv de kransslagaders die bijna
over hele hart lopen.
o Boven de aorta-boog zit een 3-tal van aftakkingen. De
truncus brachio-cephalia, deze heeft 2 vertakkingen; a. carotis
communis en de a. subclavia. De carotis communis stroomt bloed
naar deel van hoofd en de a. subclavia laat bloed stromen naar arm.
--> IMPORTANT: links op de aorta komen de subclavia en carotis
communis rechtstreek uit de aortaboog. Die subclavia voorziet
linkerarm van bloed en de carotis communis het linker gedeelte van
je hoofd. MAAR rechts ( perspectief vanuit het hart) komt er eerst
een stam uit de aorta boog : de truncus brachio-cephalica. Vanuit die
stam ontspringen ook een carotis communis en a. subclavia ( iets
verderop) en die voorzien rechterarm en rechterdeel van het hoofd
van bloed.
o DUUUUUUUUUS : subclavia voorzien armen van bloed en
carotis communis voorzien links of rechts van je hoofd van bloed.
, C. Nyinah
Aneurisma = een soort bandje dat bij deze ziekte dus zijn elasticiteit verliest
en als er dan telkens druk op wordt uitgeoefend dan kan dit scheuren.
Achterkant hart
o Leverader zit meteen onder diafragma. Als je levertransplantatie
krijgt moet je ook een deel van de vena cava inferior omdat deze
verbonden is met de leverader. De vv. hepatiacae zijn de 2 vertakkingen
van de vena cava inferior.
o Tussen de atria en ventrikels liggen de coronaria dexter.
o De eerste 2 aftakkingen van aortia = coronaria dexter en
sinister (!) ( de 2 kransslagaders)
o Sinus coronarius = een uitsparing/holte in het hartweefsel.
o Uit de aorta lopen de coronaria die rondom het hart gaan lopen ( zo
kan je aorta herkennen).
o Linkerzijde van het hart is groter dan rechterzijde. De holtes zijn in
beide ventrikels gelijk maar het spierweefsel eromheen is bij de
linkerzijde VEEEEL groter. Daar wordt dus meer druk uitgeoefend omdat
de linkerzijde zorgt voor de grote bloedsomloop en het hele lichaam
moet voorzien van zuurstofrijk bloed.
o Vlies rondom hart - epicard, en vlies wat hart binnen bekleed =
endocard. En het myocard is de hartspier wat dus zitten tussen het
endocard en epicard.
Hartkleppen
o De tricuspidales en de bi-cuspidales. Rechterkant v/h hart heeft
driekleppige klep en linkerkant de 2-kleppige. De kleppen ( de 2 en 3
-kleppige) zijn ten opzicht van elkaar andersom gericht. Omdat ze beide
voorkomen dat er bloed doorstroomt maar in de rechterventrikel
voorkomt het bloedstroom naar boven en links voorkomt het het
terugstromen naar beneden.
o Aan rechterkant zit tricuspidales en linkerkant bicuspidales.
o Chordae tendinae = koordjes die zijn verbonden met het
bindweefsels(v.d valvula tricuspidalis) en de myocard ( papil v/d
harrtwand). Bij het samentrekken trekken die koordjes
samen/worden korter en in feite strakgetrokken. Als die papillen
zijn afgestorven kunnen ze die koordjes niet meer laten
samentrekken. --> de tricupsidalis is dus een actieve klep die
ervoor zorgt dat bloed niet terugstroomt naar rechterboezem.
De bicuspidalis is ook een actieve klep en heeft dus ook die
koordjes en papillen.
o Als 1 zo een papilletje niet meer werkt kan dan kan die chordae
tendiae niet strak worden gehouden waardoor hij dus uitrekt en krijg je
een 'flubber'-slipje ( groen gedeelte plaatje). Met als gevolg dat het
bloed weer naar atrium kan stromen ( wat je niet wil).
o De half-maanvormige kleppen zijn te vinden in de aorta en de
longslagader. Het bloed wordt met een hoge druk in de longslagader en
in de aorta gepompt maar het moment dat die druk wegvalt wilt het
bloed weer terugzakken in de ventrikels. --> het moment dat die
terugstromend bloed op die kleppen gaat drukken vullen die half-
maanvormige/semilunare kleppen zich met bloed ( die kleppen zijn net
zakjes die vulbaar zijn) en klappen als het ware tegen elkaar aan
waardoor het terugstromen in de ventrikels niet kan plaatsvinden. De
halfmaanvormige kleppen zijn passieve kleppen (!)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nyinah. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.