Landelijke lesdagen Rotterdam
Ernstige hemodynamische problematiek
- Beoordeling hemodynamiek van een neonaat op de NICU
- Shock en sepsis
- TTTS en hydrops
- Stolling
Ritmebewaking
PPHN en ECMO
- PPHN
- ECMO
1
,NR 1: beoordeling hemodynamiek van een neonaat op de NICU
Powerpoint: monitoring van de circulatie van de pasgeborene
Klinische symptomen van circulatoir falen
Bloeddruk, hartfrequentie, urineproductie, capillary refill time, kleur.
Bloeddruk
1. Hypotensie
● Afhankelijk van de zwangerschapsduur, geboortegewicht en postnatale leeftijd.
● Meest gebruikte definitie: ondergrens van de MABP = zwangerschapsduur in hele
weken mits er geen tekenen zijn van hypoperfusie van eindorganen, zoals oligurie of
hyperlactatemie.
● Deze definitie alleen de eerste 3-5 levensdagen, aangezien de MABP in de eerste
postnatale dagen snel stijgt.
● Factoren die het risico op hypotensie verhogen zijn: intensieve drukbeademing (hoge
‘mean airway pressure’), laag geboortegewicht, grote ductus arteriosus en het
ontbreken van antenataal toegediende corticosteroïden.
2. Non-invasieve bloeddrukmeting
● Voor betrouwbare meting is maat cuff van groot belang.
● Wijdte van het bandje overeenkomt met 0.45-0.70 maal de omtrek van de arm of het
been.
● Het gemiddelde van drie opeenvolgende metingen is de meeste representatieve
waarde.
● De mean NIBP kan het best worden gebruikt voor trendmonitoring.
● Verkregen NIBP waarden zijn niet altijd betrouwbaar, vooral niet bij een laag
geboortegewicht en dan met name in de lagere bloeddrukrange.
3. Invasieve (arteriële) bloeddrukmeting (ABP)
● Een katheter wordt geplaatst in de navelarterie,
arteria radialis of de arteria tibialis posterior.
● Metingen perifere arterielijn komen overeen met
metingen via een navelarterielijn.
● Men mag er vanuit gaan dat een betrouwbare
meting wordt verkregen, wanneer er in de arteriële
bloeddrukcurve de zogenaamde ‘dicrotic notch’
zichtbaar is.
Hartfrequentie
● Er is lang gedacht dat neonaten niet in staat zijn om het slagvolume te variëren en
dat de cardiac output praktisch geheel afhankelijk is van de hartfrequentie.
● Dit heeft geleid tot de veronderstelling dat een tachycardie een uiting is van een laag
hartminuutvolume en een stabiele, normale hartfrequentie een stabiele
hemodynamiek betekent.
● Neonataal slagvolume is wel degelijk variabel. De hartfrequentie is daarnaast
afhankelijk van vele verschillende factoren, zoals lichaamstemperatuur, stress, pijn,
medicatie, etc.
● Een enkele observatie van de hartfrequentie (HR) is weinig informatief over de
2
, hemodynamische status; een grote verandering in de HR kan daarentegen indicatief
zijn voor veranderingen in de cardiac output.
Urineproductie
● De meeste pasgeborenen plassen binnen 24 uur (prematuren eerder dan voldragen)
● Er kunnen drie fasen in de normale neonatale urineproductie worden onderscheiden,
te weten:
1. Oligurische fase (leeftijd 0-24 uur)
2. Polyurische fase (leeftijd 24-72 uur)
3. Evenwichtsfase (leeftijd >72 uur)
○ In deze fase heeft zich een evenwicht ontwikkeld, waarbij de diurese
afhankelijk is van de totale vochtintake.
● De normale fysiologische veranderingen in de urineproductie maakt het lastig om dit
in de eerste levensdagen te differentiëren van oligurie op basis van een renale
hypoperfusie.
Capillair refill
● De capillary refill time (CRT) is de tijd die verstrijkt tot de normale kleur van de huid
terugkeert na het uitoefenen van lokale druk.
● De CRT kan bij neonaten het beste worden bepaald op het voorhoofd of boven het
sternum. De CRT bedraagt bij pasgeborenen normaal <3 seconden.
● De voorspellende waarde van CRT is beperkt en de toegevoegde waarde zit in
trendmonitoring.
Kleur
● Dexamethason: kan je huid dunner worden en zie je de roodheid beter.
● Rodere huid na geboorte: hyperviscositeit, hoog Hb/Ht
● Harlekijn syndroom: eerste 3-5 dagen na de geboorte, tijdelijke disbalans (10-15
minuten) van de autoregulatie, niet ernstig.
● Bleek/grauw: bijv door sepsis/hypoxie
● Geel: hyperbilirubinemie, kan stijgen bij circulatoir falen doordat er minder
bloedtoevoer naar de lever is.
● Cyanose: bijv hartafwijking/maskeren/acracyanose
● Het beoordelen van de kleur van een patiënt is onderdeel van het interpreteren van
de ‘perifere perfusie en/of oxygenatie’
● Echter, de kleur is afhankelijk van vele factoren: oxygenatie, Hb-gehalte,
huidtemperatuur, huiddikte, perfusie, ras, zwangerschapsduur,
omgevingstemperatuur en licht.
● Beoordeling van de kleur bij pasgeborenen zeer subjectid is met een grote inter-
observer variabiliteit.
Conclusie
● Klinische beoordeling circulatoire conditie van een pasgeborene is niet makkelijk en
eenduidig.
● Verzamelen van meerdere klinische parameters en laboratoriumwaardes om tot een
conclusie te komen.
NR 2: Ernstige hemodynamische problematiek
3
, De student heeft kennis en inzicht in:
● De beoordeling van de hemodynamiek bij de ernstig zieke pasgeborene;
● De etiologie van shock/sepsis;
● De pathofysiologie van de shock/ sepsis/ TTS bij de pasgeborene en kan deze uitleggen;
● Van invloeden op andere orgaansystemen bij de neonaat met shock/ sepsis;
● Van medicamenteuze en niet medicamenteuze behandeling (keuzes en vergelijk);
● De complicaties ten gevolge van de aandoening/ behandeling (MOF, stollingsproblemen).
Begrippen:
De volgende begrippen en items reproduceren, verklaren, beredeneren, beoordelen en toepassen in casuïstiek
uit de directe beroepspraktijk:
● Septische shock, hypovolemische shock, hydrops foetalis, bidirectionele shunt, rechts-links shunt, links-
rechts shunt, longcirculatie, decompensatio cordis.
Powerpoint: shock en sepsis
Definitie: onvermogen van de circulatie om te voldoen aan de behoefte van de weefsels.
Symptomen van (beginnende) shock
● Hypotensie;
● Tachycardie;
● Bleke kleur;
● Verminderde diurese;
● Verminderde capillair refill;
● Oplopend lactaat;
● Verminderd bewustzijn/suf.
Wat is het belangrijkst?
Definitie shock duidelijk, maar hoe stel je die vast?
● Bloeddruk?
● Regionale saturatie?
● Lactaat stijgend?
● Combinatie?
Proberen te voorkomen: gedecompenseerde shock!
Shock - verschillende soorten
● Hypovolemische shock
● Distributieve shock
● Cardiogene shock
● Obstructieve shock
● Dissociatieve shock
Vaak een gecombineerde oorzaak aan shock.
Hypovolemische shock
● Te weinig volume intravasaal voor adequate circulatie
● Meest voorkomende oorzaken
○ Bloedverlies (bv solutio of iatrogeen (lekkende arterielijn))
○ Peritonitis/ NEC
○ Sepsis
○ Verlies gastro-intestinaal → gastro enteritis of bijv. stomaverliezen
○ Verlies intravasaal vocht door prematuriteit
4