Arresten
HC 1a
HvJ EG 20 mei 2003, C-465/00, C-138/01 and C-139/01 (Österreichischer Rundfunk)
HvJ EG 6 november 2003, C-101/01 (Lindqvist)
HvJ EG 16 december 2008, C-524/06 (Heinz Huber)
HvJ EU 1 oktober 2015 C-230/14 (Weltimmo)
HvJ EU 20 december 2017, C-434/16 (Examenresultaten Nowak)
HvJ EU 7 juli 2014, C-141/12 en C-372/12 (Y.S tegen Minister voor IIA)
HR 16 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:365 (Medische Analyse)
HvJ EU 11 december 2014, C-212/13 (Ryneš
Hc 1b
HvJ EG 16 december 2008, C-73/07 (Satakunnan en Satamedia)
HvJ EG 7 mei 2009, C-553/07 (Rijkeboer/Rotterdam)
HvJ EU 9 november 2010, C-92/09 en C-93/09 (Volker und Markus Schecke en Eifert)
HR 9 september 2011, NJ 2011/595 (Santander)
HvJ EU 5 juni 2018, C-210/16 (ULD tegen Wirtschaftsakademie Schleswig-Holstein)
HvJ EU 10 juli 2018, C-25/17 (Jehovan Todistajat)
Hc 3b
HvJ EU 17 oktober 2013, C-291/12 (Schwarz v. Stadt Bochum)
HvJ EU 13 mei 2014, C-131/12 (Google Spanje tegen Costeja)
HvJ EU 16 april 2015, C-446/12 t/m C-449/12 (Uitgifte ID-kaarten)
HvJ EU 9 maart 2017, C-398/15 (Manni)
HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:316 (eiser tegen Google)
HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4663 (Dexia
Hc 4a
ABRvS 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:898 (eiser tegen Pieter Baan Centrum)
Hc 4b
HvJ EU 9 november 2010, C-92/09 en C-93/09 (Volker und Markus Schecke en Eifert)
Hc 5b
HvJ EU 8 april 2014, C-293/12 en C-594/12 (Digital Rights Ireland)
HvJ EU 6 oktober 2015, C-362/14 (M.Schrems tegen DPC Ireland (Facebook))
HvJ EU 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:559 (Schrems II)
Österreichischer Rundfunk: openbaarheidsregime in de Oostenrijkse federale wetgeving met
betrekking tot topinkomens in de (semi-)publieke sector. Openbaarheidsregime bestaat uit een
informatieverplichting van aan het toezicht van het Rechnungshof onderworpen rechtspersonen. Is
voor het publiek beschikbaar.
Hof: Indien de persoonlijke levenssfeer in het geding is of andere door het Hof te waarborgen
rechten en vrijheden, moet de richtlijn worden uitgelegd in het licht van die grondrechten. Daarom
dient de nationale rechter eerst na te gaan of het bestreden informatieregime een inmenging vormt
in het op basis van artikel 8 EVRM gegarandeerde recht op eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer van betrokkenen en zo ja of deze inmenging gerechtvaardigd is. Het Hof sluit zich op dit
punt volledig aan bij de jurisprudentie van het EHRM. Komt de nationale rechter (of het EHRM) tot
de conclusie dat de betreffende wetgeving niet strookt met artikel 8 EVRM, dan heeft dit in de
, rechtsopvatting van het Hof consequenties voor de uitleg van de richtlijn, en wel zo dat in dat geval
evenmin kan worden voldaan aan het evenredigheidsvereiste in de artikelen 6 en 7 richtlijn.
In aanvulling hierop bepaalt het Hof nog, dat de artikelen 6, eerste lid, sub c, en 7, sub c en e, richtlijn
directe werking hebben in die zin, dat particulieren zich hierop in gedingen met de overheid kunnen
beroepen, zodat rechterlijke toetsing hieraan op rechtmatigheid van (formele) wet- en regelgeving
en uitvoeringsbesluiten c.a. mogelijk is.
Lindqvist: Gegevens die je op een website plaatst en openbaar maakt voor een onbepaald aantal
personen, zijn niet voor persoonlijk en huishoudelijk gebruik, r.o. 47.
Heinz Huber-arrest:
HVJEU zegt wat over begrip noodzakelijk in artikel 6, is een autonoom begrip van
gemeenschapsrecht. Dus moet niet van lidstaat tot lidstaat verschillen, de invulling van begrip
noodzakelijk. Hvjeu gaat er dus uiteindelijk over.
-R.o. 47 e.v.;
-Volledige harmonisatie (richtlijn);
-Gelijkwaardig beschermingsniveau bieden, dus kan niet van lidstaat tot lidstaat verschillen, dus
autonoom begrip van gemeenschapsrecht.
-noodzakelijkheid als autonoom begrip van gemeenschapsrecht
Weltimmo
Dit arrest ging over een onderneming die formeel in Slowakije was gevestigd, maar vooral in
Hongarije actief was. Weltimmo exploiteerde daar een advertentiewebsite. De Hongaarse
privacytoezichthouder greep op een bepaald moment in, omdat Weltimmo niet reageerde op
verwijderverzoeken. Weltimmo stelde dat de Hongaarse toezichthouder helemaal niet bevoegd is.
Hof: - toepasselijk recht blijft het recht van feitelijke activiteiten. Op activiteiten die ondernomen
worden in een lidstaat is het lokale privacyrecht van toepassing;
-als die activiteiten door een formeel buitenlandse partij worden verricht, is alleen de
privacytoezichthouder van het land van vestiging bevoegd handhavend op te treden.
Je moet kijken of er sprake is van een duurzame vestiging.
Examenresultaten/Nowak arrest
Zijn antwoorden die een beeld geven van iemands kennen en kunnen (tentamenantwoorden) een
persoonsgegeven?: HvJ EU: ja. Een medische analyse? Nee, HR volgt HvJ EU in IND arrest
Y.S tegen Minister voor IIA e n Minister IIA/M. en S. (IND arrest)
In deze zaken moest het HvJ EU zich naar aanleiding van prejudiciële vragen uitlaten over het begrip
persoonsgegevens en de reikwijdte van het inzagerecht op grond van artikel 12 van de
Privacyrichtlijn. Hof:
-Of een juridische analyse over iemands situatie een persoonsgegeven was? IND wilde niet zeggen
waarom iemand wel of niet verblijfsvergunning krijgt. Advocaten deden beroep op WBP (voorganger
AVG). IND zei is persoonsgegeven. Hvjeu zei zo’n juridische analyse is geen persoonsgegeven. Het zou
onder omstandigheden wel een persoonsgegeven kunnen zijn, maar onder deze omstandigheden
niet.
- De Privacyrichtlijn laat het over aan de lidstaten om te bepalen op welke concrete wijze uitvoering
wordt gegeven aan het inzagerecht, mits de verstrekte gegevens ‘begrijpelijk’ zijn en de betrokkene
in staat stellen kennis te nemen van die gegevens, deze te controleren en te verifiëren of deze in
overeenstemming met de richtlijn worden verwerkt.36 Hieruit blijkt volgens het HvJ EU dat de
betrokkene aan de Privacyrichtlijn dus geen recht op afschrift van bescheiden kan ontlenen, mits
maar in andere vorm volledig aan voornoemde doelstellingen kan worden voldaan.
