Kijken als een geograaf:
Wat is waar? Waarom is het daar? Hoe verandert het?
Hoe beïnvloed de omgeving de mens en andersom?
Ruimte, wat is waar?
Absolute locatie = de plek
Relatieve locatie = waarom die plek voor die specifieke stad/functie
Ruimte:
Ruimte met betekenis = plaats
Ruimte heeft een gezamenlijke en een individuele betekenis
1. Gezamenlijke betekenis:
Science park voor internationalisering (naam ipv de Uithof)
Regenboogfietspad voor meer diversiteit en acceptatie
2. Individuele betekenis
Eigen mening/idee bij een plaats
Geen plaats is altijd hetzelfde:
Verandering stedelijke visies (Singel Utrecht)
Dagelijkse activiteitenpatronen, verschil in het dag- en nachtleven
Verandering van woonpatronen en vestiging van bedrijven
Kenmerken van een stad:
1. Grootte (oppervlakte)
2. Bevolkingsdichtheid
! ook de interacties die het gevolg hiervan zijn tussen mensen !
3. Permanentie
Cultureel erfgoed / rivieren / vaste groepen mensen
4. Heterogeniteit
Heel veel verschil in mensen, waarom?
Werk/school/keuze: kansen en mogelijkheden
Pre-industrial city: 15e – 19e eeuw
Onder invloed van de reformatie ontstaan: bisschopsteden met veel kerken en kloosters
Leven/wonen in het centrum met daaromheen een muur
Hieromheen boerderijen en werkgelegenheid
Ring met rijken en daaromheen armeren
Sjoberg: Dominante positie van de politieke en religieuze elites, komt ruimtelijk tot
uitdrukking in een voorkeur voor het stadscentrum als woonplaats à dicht bij publieke
gebouwen waar ze hun macht uitoefenden, draait vooral om status.
Vance: Beschrijft een tegenovergesteld proces; Stadscentrum gezien als plek voor de
economische activiteit, mensen die het zich kunnen veroorloven trekken naar de
periferie en er is ruimte voor het bouwen van luxueuze huizen.
,Industrial modern city:
CDB met kantoren
Eromheen eerst rijkeren en daarna armeren
Post industrial city:
Meerdere centra binnen de stad
Leidt tot meer segregatie
Industrialisatie 1770-1890: Tijdens de Industriële Revolutie
1770-1840
Meer plek voor arbeiders nodig, dus verdichting en uitbreiding van de stad
Slechte leefomstandigheden
1840-1890
Meer suburbanisatie
Beter bestuur in steden dus betere leefomstandigheden
Wonen dichtbij de fabrieken, behalve voor de bazen
Commercieel stadscentrum
Na 1890
Sociale huisvesting
Meer welvaart, meer groen, dus ontstaan tuinsteden met betere
leefomstandigheden
Chicago School: Brugess en Hoyt
Downtown – industrie – transitiezone – werk – wonen – forenzen/reizen
Gericht op gedrag gevormd door sociale structuren en omgevingsfactoren
Met een tekort aan huisvesting en een gebrek aan regelgeving in de snelgroeiende
fabrieken, ervoeren de inwoners van de stad dakloosheid en slechte huisvesting, levens-
en werkomstandigheden met lage lonen,
lange uren en overmatige vervuiling
Verwijst naar de gevolgen van het
mislukken van:
- Sociale instellingen of
maatschappelijke
organisaties
- Sociale relaties die
traditioneel de
samenwerking tussen
mensen aanmoedigen
Kritieken op de Chicago School:
Gebaseerd op de Amerikaanse stad, dus niet overal toepasbaar
Gaat uit van lineaire ontwikkeling
Houdt geen rekening met mondiale processen en ontwikkeling
Bijvoorbeeld: globalisering/technologische- en sociale ontwikkelingen
Steden zijn veel complexer en meer divers
Lombok, Utrecht:
Naast een kanaal, dus een nuttige plek voor fabrieken
, Los Angeles School: Edward Soja
Polycentrische stad
Van industrie naar kennis ( Bv. Uni)
Steden zijn onderdeel van mondiale netwerken
Edge cities komen op
Groeiende ongelijkheid (segregatie)
Nadruk op entertainment en toerisme, met grote competitie tussen steden
Burgage plot: stedelijke vorm ervaart ook perioden van creatie, groei, ineenstorting en herstel,
die, afgezien van de variabiliteit van contextuele resultaten, ook een cyclus volgen
Fringe belt: Stedelijke ‘randgordels’ zijn de stedelijke entiteiten die tussen de bouwcycli aan de
stedelijke periferie zijn ontstaan en vervolgens tijdens het urbanisatieproces in de stad zijn
ingebed. Bovendien zijn deze gebieden de bufferzones die de natuur en het platteland
beschermen tegen de negatieve effecten van de stad.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper famb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,92. Je zit daarna nergens aan vast.