Ppob hoorcollege 1
Pedagogische praktijk ontwikkeling, onderzoek en beleid
Introductie: aanpak pest gedrag OCW (casus)
• Beoordeling anti-pestprogramma’s: commissie anti-pestprogramma’s gestart in
september 2013. Advies in mie 2014 rapportage van de commissie voor ocw (Wienke
et al., 2015).
• Criteria en indicatoren: Commissie anti-pestprogramma’s: zie volgende dia’s:
theoretische onderbouwing, empirische onderbouwing en randvoorwaarden →
evidence- based criteria.
Criterium 1: het programma is theoretisch goed onderbouwd
- 1.1 het programma wordt verantwoord met actuele theoretische inzichten
- 1.2 er wordt onderbouwd hoe en waarom het programma de doelen bereikt
- 1.3 in het programma staat dat het gericht is op het voorkomen en/of verminderen
van pesten
- 1.4 er is een definitie van pesten waarin de verschijningsvormen worden genoemd
- 1.5 de gebruikers (onderwijsprofessionals en leidinggevenden), doelgroep
(leerlingen) en andere betrokkenen (zoals ouders, sportclubs en jeugdhulp) bij het
programma zijn omschreven.
- 1.6 eventuele uitsluitingscriteria en contra-indicaties staan aangegeven
- 1.7 het programma heeft betrekking op de schoolse situatie (in en om de school, in
de klas)
Definiëren?
• Iemand wordt gepest:
o Wanneer ‘hij of zij herhaaldelijk en langdurig blootstaat aan negatieve
behandelingen verricht door één of meer personen’ (Olweus, 2003)
o Is een vorm van agressief gedrag waarbij sprake is van de systematisch,
langdurig en opzettelijk schade (willen) toebrengen aan iemand anders
o Er is sprake van een asymmetrische machtsrelatie tussen pester en
slachtoffer
o Verschil tussen plagen en pesten??
Criterium 2: het programma is empirisch adequaat onderbouwd (vanaf trede 3, vgl.
effectladder Van Yperen et al. (2017, p. 34)
- 2.1 er zijn eerste aanwijzingen voor effectiviteit beschikbaar op basis van:
a. Voldoende opgedane praktijkervaringen met het programma
b. Resultaten van empirisch effectonderzoek
- 2.2 in het effectonderzoek is een adequaat onderzoeksdesign gehanteerd
- 2.3 de metingen zijn verricht met betrouwbare en valide instrumenten
- 2.4 de beoogde doelgroep is in het onderzoek bereikt
- 2.5 de veranderingen hebben betrekking op doelen en doelgroep
- 2.6 er zijn adequate statistische technieken toegepast
- 2.7 er zijn effectgroottes berekend
- 2.8 de statistische power van de gebruikte toets is voldoende
,Criterium 3: Randvoorwaarden om programma uit te voeren zijn duidelijk
• 3.1 er is een handleiding van het programma beschikbaar waarin tenminste de
volgende elementen zijn beschreven: doelen, leerdoelen, opzet, aanpak, tijdspad,
werkvormen, didactische uitgangspunten, rol van de gebruiker, evaluatie, materialen
• 3.2 in het programma is vastgelegd welke competenties (kennis, vaardigheden) en
attitude gevraagd worden van de gebruiker van het programma
• 3.3 in het programma zijn de randvoorwaarden aangegeven die nodig zijn om het
programma goed uit te voeren zoals tijd, geld, middelen, draagvlak en betrokkenheid
scholen
• 3.4 in het programma is aangegeven welke wijze er is gezorgd, of gezorgd kan
worden, voor enthousiasme bij de gebruikers en doelgroep voor het programma
• 3.5 er is een systeem van evaluatie van tevredenheid bij gebruikers en doelgroep
over het programma beschikbaar, dat interpreteerbare uitkomsten geeft
• 3.6 in het programma wordt beschreven hoe borging van het programma in het
schoolbeleid dient te gebeuren.
Aanpak pestgedrag OCW(vervolg)
- Beoordeling anti-pestprogramma’s: rapportage van de commissie voor OCW (Wienke
et AL., 2015). Van de 61 ingediende programma’s waren er 13 ‘kansrijk’
- 1 augustus 2015 wet sociale veiligheid: scholen zijn wettelijk verplicht om voor een
sociaal veilige omgeving te zorgen maar mogen dit zelf invullen. Aanstellen
aanspreekpunt. Zelf bijhouden van pestgedrag. De onderwijsinspectie houdt toezicht.
(In opleidingen aandacht voor sociale veiligheid en seksuele diversiteit. Leraren
krijgen bijscholing over cyberpesten).
- Doorontwikkeling en empirisch onderzoek naar de effectiviteit van 10 kansrijke
programma’s in 2016 en 2017 (tot jan. 2018) door NRO (Nederlands Regieorgaan
Onderwijsonderzoek)
,Aanpak pestgedrag OCW (slot)
• Rapportage van het onderzoekconsortium (o.l.v. NRO) wat werkt tegen pesten &
advies naar OCW in mei 2018. (Literatuur college 1)
• Beleidsreactie van OCW (2018) Arie Slob (minister voor basis en voortgezet
onderwijs en media) op rapport wat werkt tegen pesten.
• Beoordeling van de resultaten door commissie antipestprogramma’s van dit
grootschalige empirisch effectonderzoek 2016/2017 en van het rapport wat
werkt tegen pesten
• Resultaat van het onderzoek door NRO samengevat.
Beoordeling commissie anti-pestprogramma’s
- Bij vier van de 10 programma’s (universele programma’s omgaan met elkaar en
zippy’s vrienden, en de selectieve programma’s plezier op school en sta sterk op
school) bleken er te weinig leerlingen/klassen beschikbaar om enigerlei uitspraken
over effectiviteit te kunnen doen.
- Overige 7 programma’s (inclusief toevoeging van KIVA):
o Prima: een klein effect voor drie van de vier pestmaten (zelf gerapporteerd
pesten en nominaties voor gepest worden en pesten). Grote effecten voor
nominaties van pesten en gepest worden in klassen met conflicten.
, o Taakspel: betreft een universeel programma. Niet specifiek gericht op pesten
maar op verbetering van het klassenklimaat. Klein effect voor nominaties
voor pesten
o KiVa: laat binnen één jaar kleine effecten zien voor zelfrapportage van een
globale maat voor gepest worden en voor verbaal en relationeel gepest
worden. Er zijn geen effecten voor zelfrapportage van fysiek pesten en
zelfrapportage van pesten. Nominaties voor gepest worden en pesten zijn
niet gemeten.
o De overige onderzochte programma’s – PAD, SWPBS, Alles Kidzzz, en
Kanjertraining- laten géén effecten zien voor pesten (gepest worden en
pesten). Interessant is dat bij de Kanjertraining er een (klein) effect is voor
zelfrapportage van gepest worden in klassen met veel conflicten.
Conclusie onderzoekconsortium
- Pesten blijkt in het primair onderwijs binnen een schooljaar te kunnen worden
verminderd met specifiek op pesten gerichte programma’s. Enkele van de
onderzochte programma’s verminderen aspecten van pesten of gedragsproblemen in
de klas. Geen van de programma’s heeft echter effect op alle uitkomstmaten tegelijk.
Vooral de specifiek op pesten gerichte universele programma’s PRIMA, in eerder
onderzoek KiVa (Veenstra, 2015) en, voor jonge kinderen, Taakspel zijn binnen een
jaar effectief tegen aspecten van pesten. De Kanjertraining heeft geen aantoonbaar
effect op pesten in het algemeen, maar lijkt op basis van huidig en eerder onderzoek
(Vliek, 2015) een effect te kunnen hebben in klassen met veel conflicten, met name
wanneer het wordt gegeven door een externe psycholoog. Het specifiek op
individuele kinderen met ernstiger gedragsproblemen gerichte selectieve programma
Alles Kidzzz verminder gedragsproblemen volgens de leerkracht sterk.
- Pesten verminderen kan. Nu het mogelijk blijkt om pesten in het primair onderwijs
binnen een jaar te verminderen, dient hierop naar onze mening breed te worden
ingezet. De huidige resultaten zijn daartoe slechts een eerste stap. Nu we weten dat
pesten verminderd kan worden is meer kennis nodig om de bescheiden effecten van
programma’s te vergroten en te bestendigen.
Beleidsreactie van OCW (2018) Arie Slob
• De onderzoekers concluderen dat het mogelijk is om binnen een jaar het pesten te
verminderen. Ook concluderen de onderzoekers dat er anti-pestprogramma’s
beschikbaar zijn waarvan de effectiviteit is aangetoond. Tegelijkertijd concluderen de
onderzoekers dat dat niet geldt voor alle beschikbare methodes. Voor vier van de
zeven onderzochte programma’s is de effectiviteit aangetoond.
• […] tegelijkertijd baart het me zorgen dat er scholen zijn die werken met niet
effectief bewezen anti-pestprogramma’s, of die programma’s niet goed uitvoeren
• […] ik roep ook de aanbieders van reeds onderzochte en nieuw te ontwikkelen
interventies gericht op sociale veiligheid (waaronder antipestprogramma’s) op om
zich aan te melden voor opname in de databank “effectieve jeugdinterventies’ van
het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) zodat de kennis over theoretisch en
wetenschappelijk goed onderbouwde programma’s ontsloten kan worden voor
scholen. Scholen die op zoek zijn naar een voor hun passen programma gericht op
pesten of weerbaarheid kunnen deze databank raadplegen.