Samenvatting Interculturele Pedagogiek- PABA 2053
Inhoud
Week 1 (Cultuur en opvoeding)..............................................................................................................3
Ghorashi, H. (2003). Multiple Identities between continuity and change. The narratives of Iranian
women in Exile...................................................................................................................................3
Keller, H. (2003). Socialization for competence: Cultural models of infancy......................................5
Super, C. M., & Harkness, S. (1986). The developmental niche: A conceptualization at the interface
of child and culture.............................................................................................................................6
De Valk, H. Nicolaas, H. vd Erf, R. Bucx, F. (2015). Demografie en Achtergrond (Hoofdstuk 2) in Bucx
en de Roos (eds) Opvoeden in niet westerse migranten gezinnen.....................................................7
Week 2 (Socialisatie in cross cultureel perspectief)................................................................................9
Sam, DL., & JW. Berry. (2010). Acculturation: When individuals and groups of different cultural
backgrounds meet."...........................................................................................................................9
Kagitcibasi, C. (2013). Adolescent autonomy‐relatedness and the family in cultural context: What is
optimal?............................................................................................................................................12
Bucx, F., Van den Broek, A. Kleijnen, E., Abassi & De Haan, M. (2015). De opvoedingspraktijk:
doelen, beleving en strategieën van ouders.....................................................................................14
Meca, A., Eichas, K., Schwartz, S. J., & Davis, R. J. (2019). Biculturalism and bicultural identity
development: A relational model of bicultural systems...................................................................16
Week 3 (De overdracht van (inter)etnische attituden en overtuigingen tijdens de socialisatie)..........19
de Bruijn, Y., Amoureus, C., Emmen, R. A., & Mesman, J. (2020). Interethnic prejudice against
Muslims among White Dutch children.............................................................................................19
Katz, P.A. (2003). Racists or tolerant multiculturalists? How do they begin?...................................19
Pels, T.V.M. & de Ruyter D.J. (2012). The influence of education and socialization on radicalization.
An exploration of theoretical presumptions and empirical research................................................22
Miklikowska, M., & Bohman, A. (2019). Bridging contexts: The interplay between parents, peers,
and schools in explaining youth reactions to growing diversity.......................................................24
Week 4( De pedagogische context van probleem gedrag bij migrantenjeugd en autochtone jeugd). .25
Gonneke W.J.M. Stevens (2018). Psychische problematiek bij jeugdigen met een
migratieachtergrond in Nederland en Vlaanderen...........................................................................25
Verhulp, E. E., Stevens, G. W., & Vollebergh, W. A. (2018). Op zoek naar verklaringen voor de
ondervertegenwoordiging in de jeugdhulp van jongeren met een migratieachtergrond.................26
De Haene, L., & Derluyn, I. (2018). Werken met vluchtelingenkinderen in pedagogische praktijken
..........................................................................................................................................................27
Week 5 (Percepties op, en gevolgen van afwezige vader in cultureel vergelijkend perspectie)...........30
Suzan Muller Okin (1999) Is Multiculturalism Bad for Women?.......................................................30
Saharso, S. (2022). Hymen ‘repair’: Views from feminists, medical professionals and the women
involved in the middle east, North Africa and Europe......................................................................30
Khader SJ. (2018) Decolonizing Universalism: A Transnational Feminist Ethic.................................32
,Week 6 (Culturele en religieuze diversiteit in de pleegzorg)................................................................34
Degener, C. J., van Bergen, D. D., & Grietens, H. W. (2020). The ethnic identity complexity of
transculturally placed foster youth in the Netherlands....................................................................34
Geldof, D. (2018). Superdiversity as a lens to understand complexities...........................................35
Smith, J. (1996). Analyzing ethical conflict in the transracial adoption debate: Three conflicts
involving community........................................................................................................................38
Week 7 (Culturele diversiteit op scholen, en de culturele responsiviteit van professionals)................40
Abacioglu, C. S., Volman, M., & Fischer, A. H. (2020). Teachers’ multicultural attitudes and
perspective taking abilities as factors in culturally responsive teaching...........................................40
Civitillo, S., & Juang, L. P. (2019). How to best prepare teachers for multicultural schools:
Challenges and perspectives.............................................................................................................41
Stevens, P. A., Crul, M., Slootman, M. W., Clycq, N., & Timmerman, C. (2019). The Netherlands:
From diversity celebration to a colorblind approach........................................................................42
,Week 1 (Cultuur en opvoeding)
Ghorashi, H. (2003). Multiple Identities between continuity and
change. The narratives of Iranian women in Exile
Dit artikel gaat over verhalen van Iraanse vrouwen die in NL en VS wonen en de manieren waarop zij
zichzelf positioneren in de landen waar ze leven. Deze vrouwen maakten deel van de Iraanse
revolutie in 1979 binnen Linkse organisaties. De vrouwen hebben veel kenmerken gemeen. Ze
kwamen het land waar ze wonen binnen voor 1990 en de meeste zijn hoog opgeleid en werken in
banen die gerelateerd zijn aan hun studie. Het doel van de studie was inzicht te krijgen in de impact
van de nieuwe landen van deze vrouwen op de manier waarop ze hun verhaal vertellen over het
verleden, heden en de toekomst.
De meest opvallende uitkomst van dit onderzoek is dat deze links politieke activistes zichzelf
compleet anders positioneren in hun nieuwe landen. De Nederlandse vrouwen voelen zich
buitengesloten en begonnen een complexe relatie te ontwikkelen met het verleden. Ze ervaren
nostalgische gevoelens over Iran en positioneren zichzelf uitsluitend als Iraanse. De vrouwen in Los
Angeles voelen wel verbondenheid met de nieuwe maatschappij en positioneerden zichzelf in een
hybride manier door zichzelf Iraans-Amerikaans te positioneren.
Discursive space= discursieve ruimte, hiermee worden discussie over migratie bedoeld die
gerelateerd worden aan nationale identiteit en de manier dat het de meervoudige positionering van
deze vrouwen stimuleert of beperkt.
Identiteit is een verhaal van jezelf en een dynamisch proces, een veranderende kijk op jezelf en de
ander die constant nieuwe betekenis krijgt door interacties in sociale contexten en historische
momenten.
The habitus- gewoonte, een embodied history, geïnternaliseerd als een tweede natuur. Gewoonten
zijn de actieve aanwezigheid van het hele verleden en is het product hiervan.
Praktisch bewustzijn= acties waarbij we geen nood voelen ze te definiëren of die we voor lief nemen.
Dus eigenlijk dingen die automatisch gaan, waar je niet over nadenkt.
Er zijn twee vormen van habitus, politieke en sociaal/culturele. Bij politieke gewoonten gaat het om
de impact van links politieke idealen op de manier waarop het levensverhaal op het moment is
geconstrueerd. Bij sociaal/culturele gewoonten gaat het om de daadwerkelijke aanwezigheid van
culturele en sociale elementen zoals rituelen en sociale bijeenkomsten uit het verleden in de huidige
context.
De vrouwen uit deze studie: de betrokkenheid in linkse organisaties en hun ervaring tijdens jaren van
vrijheid en jaren van onderdrukking heeft de vrouwen op vier manieren veranderd:
- De vrouwen zijn vechters geworden, ze hebben geleerd dat ze niks moeten verwachten
zonder ervoor te vechten. Ze nemen hun leven in eigen handen en vertrouwen op zichzelf.
- De vrouwen zijn niet langer tevreden met een simpel leven. Ze streven naar hoge idealen en
wensen een kleine bijdrage te kunnen doen aan het veranderen van de wereld.
- De kijk van de vrouwen op internationalisme reflecteert de impact van oude socialistische
ideeën.
- De vrouwen zijn heel erg zelf-kritisch. Ze zien hun culturele achtergrond niet automatisch als
iets wat behouden moet blijven en zijn open voor verandering.
, Twee landen:
Nederland: Geen sterke Iraanse community. De vrouwen voelden zich vreemdelingen en
waren bang voor de toekomst.
Californië: Hier wonen veel Iranen, er is een groot Iraans netwerk. Ze voelden zich erbij horen
in het nieuwe land en voelden zich thuis en waren niet bang voor de toekomst.
De Iraanse vrouwen in Nederland leerden snel Nederlands (binnen een jaar), en deden hun best
onderdeel te worden van de maatschappij. Toch begonnen veel vrouwen zich ontworteld te
voelen. Er ontstond teleurstelling omdat ze behandeld wilden worden als gelijken, maar ze
bleven vreemden.
The process of orthering: het proces van iemand tot vreemdeling maken. Dit komt in NL door het
beeld van de ander wat wordt geconstrueerd en waarnaar wordt gehandeld. In NL wordt
migratie als iets tijdelijks gezien en niet als iets permanents. In NL kwamen veel migranten als
gastarbeiders, dit werd op een gegeven moment een permanent karakter in plaats van tijdelijk.
De verwachtingen van migratie in het gastland als iets tijdelijks kan gemengde gevoelens
veroorzaken richting de migrant wanneer het proces van migratie verandert in iets permanents.
Doordat migranten als gast worden gezien vormen ze geen onderdeel van de maatschappij. Er
vormt een dichotome relatie tussen ons Nederlanders en ‘de anderen’. Het heeft te maken met
de definitie van onszelf, we voelen ons bedreigd door de ander. Hierdoor ontstaat een
homogeen idee van Nederlandsheid die geen mensen met verschillende achtergronden
includeert.
Door dit proces van othering gaan de Iraanse vrouwen Nederlanders over stereotyperen. De
Iraanse vrouwen zijn niet passief aanwezig in het proces van othering, ze zijn actieve deelnemers.
Het beperkt de interacties tussen Iranen en Nederlanders en versterkt hun gevoel er niet bij te
horen. Door dit gevoel er niet bij te horen krijgen Iranen nostalgische gevoelens richting het
verleden. Ze creëren een denkbeeldig thuisland wat zorgt voor een illusionair gevoel. Maar het
verleden is een onrealistische droom en dat weten ze ook. Hun gevoel een vreemde te zijn in
Nederland creëert een situatie waarbij ze op zoek gaan naar hun roots in Iran.
Irangeles: De iraanse community in LA. Het is een look-alike van de situatie de jaren voor de
revolutie. Een Iran buiten Iran. Het is een bekende omgeving die lijkt op de plek waar ze
opgroeiden. Ze voelen zich thuis in LA ondanks de gekoesterde gevoelens voor Iran. Amerika
wordt ook wel gezien als droomland voor immigranten, ze krijgen gelijke kansen. Diversiteit is
veel meer geïntegreerd in de nationale identiteit van de VS door de geschiedenis van mensen
rechten. De Amerikaanse identiteit is als een paraplu wat verschillen tussen mensen includeert.
Conclusie: De ervaring en uitdrukking van hybriditeit in relatie tot de processen van identiteit
formatie heeft te maken met discursieve ruimtes die beschikbaar zijn in de nieuwe context.
Verschillende factoren zoals burgerrechten-bewegingen, diversiteit van nieuwe immigranten en
de ambivalentie van de nationale beweging heeft gezorgd in de VS voor een heterogene
benadering richting de nationale identiteit . De discursieve ruimte heeft de vrouwen de
mogelijkheid gegeven een plek te vinden voor hun belichaamde verleden in de vorm van
politieke en sociaal/culturele gewoonten in het heden. Ze kunnen zichzelf meervoudig
positioneren door zichzelf te zien als Iraans-Amerikaans.
In Nederland is de nationale identiteit homogeen, wel witte Nederlanders, geen culturele
verschillen. Dit representeert niet de diversiteit binnen Nederland en excludeert een gedeeld