Aantekeningen Interculturele pedagogiek
College 1: woensdag 14 september
Inhoud college:
- Cultuur (begrip) opvoeding ontwikkeling
- Relatie tussen omgeving, cultuur & opvoeding
Ecologisch model (Bronfenbrenner=BF)
Developmental Niche model (Harkness/Super=HS)
- Pedagogische stijl en pediatrische stijl van opvoeden
- Apprentice en Equality model (Keller)
- Migrantengroepen in Nederland en migratieproces
- Integratie & factoren die integratie beïnvloeden (Ghorashi)
Stellingen:
1. De rol (vd eigen) cultuur in de opvoeding en onderwijs wordt bijuitstek duidelijk in cross-
cultureel perspectief.
2. Ouders wereldwijd voeden hun kinderen op tot competente leden van die samenleving. De
variatie in de fysieke settingen, in de gewoonten van verzorging en opvoeding, en de
psychologie van de ouders toont dat het verschilt per cultuur wat competent is
(Harkness/Super, Kelelr)
3. Een dikke Nederlandse nationale identiteit beïnvloedt integratieprocessen van migranten en
hun kinderen.
Wat is cultuur? Volgens antropologen is cultuur een gedeeld systeem van kennis & betekenisgeving.
Mensen uit dezelfde cultuur weten wat er bedoeld wordt met handelingen/gedragingen die ze om
zich heen zien. Het is een gedeelde werkelijkheid over wat gewenst is en wat goed is voor een kind.
Cultuur is aangeleerd door het gezin en door enculturatie.
Enculturatie= het inwijden van nieuwe leden (kinderen) in een nieuwe cultuur. Bekend maken met,
het overdragen van een bepaalde cultuur. Dat is niet altijd bewust, kan ook minder bewust.
Culturele transmissie en gezin: wederzijdse beïnvloeding. Dankzij opvoeders blijft een cultuur
bestaan, en andersom putten opvoeder uit cultuur hoe ze willen opvoeden. Te veel modellen die
cultuur zijn als eenzijdige beïnvloeding.
Voorbeeld van de invloed van cultuur op de opvoeding: Een cross-culturele vergelijking naar de
hetroseksuele opvoeding in de middenklasse VS en NL door Amy Schalet. Ouders en tienerkinderen
bevraagd naar hun seksuele opvoeding en wat de kinderen hiervan meekregen.
Cultuur als kennis en betekenisgeving:
VS: seks=gevaarlijk! Vooral voor meisjes
NL: seks kan normaal onderdeel adolescentie zijn
Culturen voeden ideeën en waarden over de opvoeding
VS: Stabiel romantisch samenzijn van tieners bestaat niet.
NL: Tienerseks past binnen een langdurige romantische relatie.
Culturen beïnvloeden dus opvoedingspraktijken
VS: teenage seks? Not under my roof!
NL: Seks thuis mag, juist graag thuis.
,Leeftijd waarop tieners seks hebben verschilt nauwelijks van elkaar. Amerikanen hebben niet hun
doel bereikt met hun seksuele opvoeding (ook veel meer tiener zwangerschappen).
Cultureel psychologisch model- Whiting (in Harkness & Super)
1) Is sociaal historische ontwikkeling in een samenleving heeft gekend, zijn van invloed op…
2) Manieren van opvoeden en verzorgen, die samen leiden tot…
3) Semi permanente psychologische effecten op leden van een samenleving
4) Die effecten manifesteren en projecteren zich als uitingen in onze samenleving vormen
een systeem van betekenisgeving.
Kritiek H&S op Cultureel psychologisch model: De verbanden kunnen veel wederkeriger zijn en
elkaar beïnvloeden. Het belang wat we hechten aan nr 4 kan juist weer invloed hebben op nr 2. Het
beïnvloedt allemaal elkaar. Het is geen éénrichtingsverkeer.
Bronfenbrenner Ecologisch Ontwikkelingsmodel
Af van het idee dat een kind los van de context bestudeerd kan worden. Je kan een kind niet in een
laboratorium zetten en kijken hoe het ervoor staat met de ontwikkeling van een kind. Je moet kijken
naar de omgeving. Ahv systemen.
Microsysteem: directe contact dat het kind in zijn omgeving heeft met anderen. Familie, school,
vrienden, relaties, het gezin, de kinderopvang, sportclub.
Mesosysteem: Het geheel en de samenhang van die microsystemen. Je hebt een creche, je hebt een
gezin, je hebt school. Samen vormt dat het mesosysteem. Werken die systemen goed samen, is er
afstemming? Willen ze allemaal hetzelfde voor de ontwikkeling van het kind.
Exosysteem: De buurt, het netwerk van de ouders, de wereld van het werk van de ouders.
Macrosysteem: Het onderwijssysteem, religie, wereldbeeld, rechtssysteem, economisch systeem.
Belangrijk uiteindelijk voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Het onderwijssysteem is
landelijk geregeld en verschilt per land en bepaalt de omgeving voor een groot deel. Op welk punt
wordt er op niveau geselecteerd.
Kritiek: Mooi model, heel bruikbaar. Maar uiteindelijk gaat de rol van cultuur toch een beetje
verloren omdat het niet expliciet is. Cultuur zit eigenlijk overal volgen bronfenbrenner, maar gaat
verloren in dit model.
Developmental niche: Harkness & Super
Drie subsystemen:
- Fysieke en sociale settingen waarin het kind leeft: Lijkt op het microsysteem van
Bronfenbrenner, maar veel meer fysieke omgeving. Hoe ziet de omgeving eruit, materiële
objecten. Is het veilig en hygiënisch in huis. Ook zeker sociale setting. Waar en met wie
brengt het kind tijd door, welke opvoeders bemoeien zich met de opvoeding. Zijn dat vooral
één of twee ouders, veel meer (broers/zussen, opa/oma?). Voorbeelden veldwerk in Kenia.
Hoge mate van nabijheid van moeder en baby in Kenia. Baby is zoveel mogelijk bij de
moeder, bijna altijd voortdurend. Kind krijgt lichaamswarmte moeder en scheelt in
calorieverbruik (voedsel is schaars in Kenia). Past bij pediatrische stijl van opvoeding.
Ook opvallende rol in die samenleving de rol van de brusjes, die zijn heel belangrijk in de
opvoeding. Als de baby enigszins op een leeftijd is gaan die broertjes en zusjes in beeld
, komen. Ook de baby met zich meenemen apprentice model (leerling model) Kind leert
door na te doen van brusjes en ouders.
- Gewoonten in de verzorging en opvoeding: Gedragsstrategiën om om te gaan met kinderen
van een bepaald leeftijd. Voorbeelden Nso stam Kameroen (Keller).
Eten/drinken, emotieregulatie pediatrische stijl. Eet en drink gewoontes waarin het kind
direct bevredigd wordt in de behoefte. Zodra de baby een kick geeft krijgt het gelijk drinken.
In het westen wachten we even, gaat het volgens schema, leren uitstellen. Energie is schaars
in Kameroen, lang huilen kost onnodige energie. Emotieregulatie= opwindingsniveau laag
houden.
Gewoonten gericht op motorische ontwikkeling apprentice model. Babies worden al heel
jong op schoot aan armpjes gezet en geschud bij de Nso. Op die manier geef je ruimte aan de
ledematen en gewrichtspunten, dan kunnen ze goed ontwikkelen en groeien. Duitse
moeders houden baby in de arm en op schoot. De leerling leert iets van de expert. De
leerling leert van broertjes of zusjes bv eerste stapjes.
- Psychologie van de ouders: Culturele denkmodellen voor de opvoeding parental
ethnotheories over gewenste competenties wat zijn de opvoedingsdoelen.
Kipsigis stam: gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid, relationele intelligentie
interafhankelijk
Duitsland: agency, verbaal en cognitief sterk, uniciteit onafhankelijk, relationele
onafhankelijkheid. Door oogcontact met de baby en direct taalgebruik. Hangt samen met
psychologie van de ouders. Door oogcontact met de baby en direct taalgebruik wordt de
baby zelfstandiger een soort ‘stimuli effect repertoire’. De moeder doet voor hoe je moet
reageren, een soort dialoog alleen. De baby leert dus al en ontdekt dat hij kan reageren door
weg te kijken, de huilen, te lachen of niks te doen. Er ontstaat een besef van causaliteit bij de
baby wat bijdraagt aan het idee van seperate selfs.
Cultuur beïnvloedt alle drie subsystemen (settingen, gewoonten en psychologie van de
ouders). Ook hangen alle drie subsystemen met elkaar samen, er zit overlap tussen.
Grootste migrantengroepen in Nederland
24.4 procent van de bevolking heeft een migratie achtergrond. Een derde van hen heeft een weterse
migratie achtergrond en twee derde heeft een niet-westerse migratie achtergrond (waarvan de helft
tweede generatie). Grote niet westerse groepen: Turkije, Marokko, Suriname, Antillen en Polen.
Perspectieven op migratie:
- Vluchten voor geweld als oorzaak voor migratie
- Push/pull theorie van migratie. Rationele keuze omdat arbeidskansen en
ontwikkelingskansen mensen naar het westen trekken.
- Migratie als livelyhood strategie. Meer een keuze op het niveau van het gezin.
- Gevolgen migratie ontwikkeling van het kind: familie relaties, opvoeding, onderwijs.
Migratie leidt tot een langdurig interactieproces tussen immigranten en de ontvangende
samenleving integratie en acculturatie processen
Integratie heeft betrekking op de participatie van migranten in de maatschappelijk instituties
(onderwijs, arbeidsmarkt, woningmarkt, media) en op hun sociale en culturele oriëntaties (voel je je
welkom/thuis, hoe identificeer je je).
Gorashi: factoren die integratieprocessen beïnvloeden: