Inleiding Jeugdrecht (2014/2015) Opdrachten week 1 Rechten van het Kind
Artikel 3 (belang van het kind); Artikel 12 (hoorrecht).
Waarde van rapportageverplichting van Nederland aan het VN Kinderrechtencomité. – Zo snel mogelijk vierde
periodieke rapportage gereedmaken. Inmiddels is de vierde rapportage ingediend (november 2014). NGO-
rapportage geweest (schaduwrapportage – tegenhanger van regeringsrapport). Conclusie: rapportageverplichting
in Nederland heeft waarde; invloed uitoefenen ten gunste van de rechtspositie van het kind. Voorbeelden van
adviezen waar naar geluisterd is: kinderombudsman. Verbod van geweld in de opvoeding. Samenplaatsen van
kinderen die vervolgd zijn volgens het jeugdstrafrecht.
Opdracht 1 Rechten van Kinderen, een greep uit de actualiteit
Ga op zoek naar een krantenartikel (nationaal dan wel internationaal) waarin volgens jou sprake is van een
kinderrechtenkwestie. Motiveer waarom jij van mening bent dat hier sprake is van een kinderrechtenkwestie en
welke artikelen van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) hierop van toepassing zijn.
Neem het krantenartikel ter bespreking mee naar het werkcollege.
Artikel 10 Gezinshereniging. Het strenge beleid voor gezinshereniging van vluchtelingen schendt de
kinderrechten. Het wordt kinderen zo lastig gemaakt om zich te herenigen met een naar Nederland gevluchte
ouder.
Artikel 3 Het belang van het kind
1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen
voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de
belangen van het kind de eerste overweging.
2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor
zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die
wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de
zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen, met name
ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.
Opdracht 2 De belangen van het kind
Bestudeer de tekst van art. 3 IVRK samen met General Comment No. 14, een toelichting op art. 3 IVRK,
opgesteld door het VN-Kinderrechtencomité.
a) Het VN-Kinderrechtencomité bespreekt the best interest of the child als een drieledig begrip. Leg uit wat het
comité hiermee bedoeld.
The Committee underlines that the child's best interests is a threefold concept:
(a) A substantive right: The right of the child to have his or her best interests assessed and taken as a primary
consideration when different interests are being considered in order to reach a decision on the issue at stake, and the
guarantee that this right will be implemented whenever a decision is to be made concerning a child, a group of
identified or unidentified children or children in general. Article 3, paragraph 1, creates an intrinsic obligation for States,
is directly applicable (self-executing) and can be invoked before a court.
(b) A fundamental, interpretative legal principle: If a legal provision is open to more than one interpretation, the
interpretation which most effectively serves the child’s best interests should be chosen. The rights enshrined in the
Convention and its Optional Protocols provide the framework for interpretation.
(c) A rule of procedure: Whenever a decision is to be made that will affect a specific child, an identified group of
children or children in general, the decision-making process must include an evaluation of the possible impact (positive
or negative) of the decision on the child or children concerned. Assessing and determining the best interests of the child
require procedural guarantees. Furthermore, the justification of a decision must show that the right has been explicitly
taken into account. In this regard, States parties shall explain how the right has been respected in the decision, that is,
what has been considered to be in the child’s best interests; what criteria it is based on; and how the child’s interests
have been weighed against other considerations, be they broad issues of policy or individual cases.
Drie dimensies in artikel 3 IVRK. In de eerste plaats ‘een inhoudelijk recht’ (materieel recht), belang van het kind
moet altijd voorop staan. In de tweede plaats ‘een fundamenteel Interpretatieve rechtsbeginsel’: als er meer dan
één interpretatie mogelijk is, dan wordt gekozen voor de interpretatie die het meest effectief de belangen van het
kind dient. In de derde plaats ‘een regel van de procedure’ (procedureel voorschrift): Wanneer een besluit wordt
gemaakt dat het belang van het kind zal beïnvloeden, moeten de mogelijke gevolgen worden geëvalueerd.
b) Art. 3 IVRK wordt gezien als één van de algemene beginselen van het IVRK. In welke andere artikelen van
het IVRK verwijst het comité expliciet naar het belang van het kind?
3. The Convention also explicitly refers to the child's best interests in other articles: article 9: separation from parents;
article 10: family reunification; article 18: parental responsibilities; article 20: deprivation of family environment and
alternative care; article 21: adoption; article 37(c): separation from adults in detention; article 40, paragraph 2 (b) (iii):
, procedural guarantees, including presence of parents at court hearings for penal matters involving children in conflict
with the law. Reference is also made to the child's best interests in the Optional Protocol to the Convention on the sale
of children, child prostitution and child pornography (preamble and art. 8) and in the Optional Protocol to the
Convention on a communications procedure (preamble and arts. 2 and 3).
Artikel 9 (Scheiding kind van de ouders en recht op omgang) – in beginsel recht om bij de ouders te zijn; indien in
het belang van het kind is en noodzakelijk is; recht op deelname aan procedure, artikel 10 (gezinshereniging)-
belang van het kind om herenigd te worden met het gezin, artikel 18 (verantwoordelijkheid van de ouders)- eerste
verantwoordelijkheid ligt bij de ouders, artikel 20 (bescherming van kinderen die niet in het eigen gezin kunnen
opgroeien), artikel 21 (adoptie)- belang van het kind moet voorop staan; zwaarwegend belang, artikel 37c
(scheiding kind van volwassenen in detentie), artikel 40 §2b iii (procedurele waarborgen, waaronder de
aanwezigheid van de ouders bij zittingen van het gerecht in strafrechtelijke zaken waarbij kinderen in conflict met
de wet komen)
Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie
(preambule en art.8) en in het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake een communicatie-procedure (preambule
en art.2 en 3).
Artikel 3 (belang van het kind) moet je koppelen aan andere belangen. Preambule om het verdrag als logisch
geheel te zien.
c) Lees het opiniestuk hieronder en beargumenteer of de schrijfster van het opiniestuk, Karin van Mullum,
volgens u al dan niet een juridisch te verdedigen standpunt inneemt ten aanzien van de stelling dat het
belang van het kind, bij vrijwilligerswerk met kinderen, altijd voorop dient te staan.
Belang van het kind moet voorop staan als het gaat om vrijwilligerswerk? ‘De eerste overweging’ – moet ‘een
eerste overweging’ zijn. Vertaalfout gemaakt, interpreteren vanuit de Engelse tekst van het verdrag. Belang van
het kind moet een eerste overweging zijn. Adoptie – zwaar wegend belang. HR zegt dat je te maken hebt met
verschillende belangen, daarin moet je een afweging maken. Je kunt niet zeggen dat altijd het belang van het kind
de doorslag geeft. Dus ook andere belangen spelen een rol.
Vreemdelingenrecht vanuit een particuliere organisatie, rekening houden met artikel 3 IVRK? Bij alle maatregelen
betreffen kinderen, ongeacht openbare of particuliere instellingen, vormen de belangen van het kind een eerste
overweging. Organisatie moet opletten op de belangen van de kinderen uit artikel 3 IVRK.
Eerst kijken of het orgaan wel een verplichting had volgens artikel 3 IVRK.
Blz. 7 General Comment No.14.
Opdracht 3 Casus
Binnenkort gaat de rechtbank X in Nederland oordelen over de verblijfplaats van Jimi. De ouders van Jimi (11
jaar) zijn gescheiden. Jimi woont bij zijn moeder, maar hij wil liever bij zijn vader wonen. Hij mag van zijn vader
voetballen op de zaterdagochtend, maar dat mag niet van zijn moeder. Op enig moment besluit de moeder samen
met de gezinsvoogd dat Jimi beter niet naar de rechtbank kan gaan om te worden gehoord. Dit is volgens hen te
belastend en dus niet in het belang van Jimi. Ze besluiten de uitnodiging van de rechtbank niet aan Jimi te laten
zien. Tijdens de zitting vertelt de gezinsvoogd dit aan de rechter. Hoe zal de rechter, in het licht van art. 12 IVRK
en de huidige stand van zaken in de jurisprudentie, hierop dienen te oordelen?
Artikel 12 De mening van een kind
1. De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te vormen, het recht die mening
vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang
wordt gehecht in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en rijpheid.
2. Hiertoe wordt het kind met name in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke
procedure die het kind betreft, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een vertegenwoordiger of een daarvoor
geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar is met de procedureregels van het nationale recht.
Wet pak je er bij, wat is de situatie van Jimi? In principe is artikel 12 heel sterk. Kan worden afgeweken in enkele
gevallen; zaak van kennelijk ondergeschikt belang (lid 1). Gevaar (art.809 lid 3 Rv). Kind wil niet worden
gehoord. Op basis van de wetsgeschiedenis kun je ook afwijken als het kind een geestelijke stoornis heeft
waardoor het kind niet in staat is zijn mening te vormen. Zou te belastend zijn, alleen dit roepen is niet voldoende;
was ook in de zaak van de HR aan de orde. Complexe is dat Jimi 11 jaar is en nog geen 12 jaar.
Artikel 12 geeft Jimi het recht om zijn mening te geven in deze procedure, geen leeftijdsgrens.
HR 1 november 2013, NJ 2014, 24 m.nt. S.F.M. Wortmann (belang van de minderjarige om te worden gehoord,
art. 12 IVRK). Art.809 Rv kind vanaf 12 jaar in ieder geval in de gelegenheid stellen zijn mening te geven, kind
onder de twaalf jaar kan de rechten het kind in de gelegenheid stellen zijn mening te geven (discretionaire
bevoegdheid). De rechter kan ervan afzien de minderjarige in de gelegenheid te stellen hem zijn mening kenbaar