Dento alveolaire chirurgie/trauma
Concussie/contusie = niets aan de hand
Subluxatie = iets verscheurd, maar verder niet veel bijzonders
Extrusieluxatie = deels uit de alveole
Laterale luxatie = element kantelt
Intrusieluxatie = element is meer in de tandkas geduwd
Avulsie = element is helemaal uit de kas
Spalk moet je zo aanbrengen dat je 2 gezonde buurelementen hebt
Processus alveolaris fractuur moet je langer spalken dan een avulsie
Avulsie = 7-10 dagen spalken
Luxatie = 3-4weken spalken
Processus alveolaris = 6 weken spalken
Bij verschillende letsels samen geld de langste spalkduur en de sterkste spalk
Bij spalken soms risico op ankylose
Volwassen element na avulsie is altijd endo
Luxatie heb je wel kans dat hij nog vitaal wordt
Ook bij elementen in ontwikkeling avulsie kan het element nog wel vitaal worden
Wanneer wel endo nodig is dan het liefst z.s.m., fijn is dat er dan nog steun is van de spalk
Bij volwassen element met intrusie is het ook bijna zeker dat er een endo gedaan moet worden
Obliteratie = weefsel wordt afgezet in wortelkanaal, dit kan alleen in een vitaal element gebeuren.
Zenuwstreng kan breuk van radix wel overbruggen, dan hoeft er geen endo uitgevoerd te worden.
Trauma komt vaker voor bij mannen, kinderen en tieners.
Bij dento alveolair letsel altijd verdacht zijn op fractuur van maxillofaciale skelet.
Bij avulsie beste is om element (na afspoelen) direct terug te plaatsen, anders in fysiologisch zout of
in melk.
Uitvragen na trauma: tijdstip, plaats, toedracht. Anamnese, bewusteloosheid, sufheid, overgeven,
hoofdpijn.
Verticale fracturen zijn op röntgen alleen zichtbaar als ze in labiopalatinale richting lopen.
Fracturen in een mesiodistale richting zijn zelden zichtbaar op de röntgenfoto.
Behoud van gebitselement na een kroon wortelfractuur is alleen mogelijk als op het resterende stuk
nog een restauratie geplaatst kan worden.
Pulpa necrose treedt op in 20-45% van de gebitselementen met een wortelfractuur.
Wortelkanaalobliteratie bij 70% van elementen met een wortelfractuur
Externe oppervlakkige wortelresorptie bij 60% van elementen met een wortelfractuur.
Deze laatste 2 behoeven geen behandeling, maar wordt beschouwd als onderdeel van het
genezingsproces.
Bij extractie van een melkelement met een wortelfractuur kan het apicale fragment in situ worden
gelaten.
Bij klinisch onderzoek naar luxatie moet vooral worden gelet op: bloeding in de sulcus, richting van
verplaatsing, occlusie stoornissen, verhoogde mobiliteit, vitaliteit en percussiegevoeligheid.
Bij beoordeling van een röntgenfoto moet vooral worden gelet op de parodontaalspleet.
Bij intrusie kan spontane re-eruptie worden afgewacht als de wortelvorming nog niet is voltooid.
Kans op pulpanecrose bij luxaties is 15-60%, afhankelijk van wortelvorming en type letsel. Vooral
intrusie geeft een zeer hoge kans op pulpanecrose.
Bij extrusieluxatie in het melkgebit vindt meestal extractie plaats, bij intrusie en laterale luxatie kan
spontane correctie worden afgewacht (alleen bij ernstig vermoeden op beschadiging van opvolger
wordt het melkelement verwijderd).
Een droge extra alveolaire periode van meer dan een uur resulteert meestal in aanzienlijke
wortelresorptie en verlies van element. Behandeling: reinigen van alveole en element met
fysiologisch zout, terugplaatsen en aanbrengen van flexibele spalk voor 7 dagen (als de wanden van
1
,de alveole zijn beschadigd moet de duur worden verlengt). Bij een element met een afgevormd
foramen apicale moet voor het verwijderen van de spalk ook een endo gedaan worden.
Röntgenfoto van de lip = 1/4e van normale belichtingstijd.
Calciumhydroxide wordt bij een endo aangebracht ter bevordering van de vorming van een harde
weefsel laag apicaal in het coronaire gedeelte.
Externe wortelresorptie: oppervlakteresorptie (reactie op lokale beschadiging van het parodontale
ligament of cement), vervangingsresorptie (directe verbinding tussen bot en wortel, de
parodontaalspleet verdwijnt, geen therapie mogelijk), ontstekingsresorptie (komvormige resorptie
van cement en dentine met ontsteking van het aangrenzende alveolaire bot, altijd een relatie met
necrotische pulpa, endo is geïndiceerd. Bij elementen met niet afgevormde apex of wortelperforatie
als gevolg van de resorptie moet eerst calciumhydroxide worden ingesloten).
Interne wortelresorptie is een late en zeldzame bevinding die meestal optreedt na een
wortelfractuur of een luxatie.
Om de kans op ankylose te verkleinen wordt een flexibele draad gebruikt om te spalken.
Een spalk na trauma moet overal passief aanliggen, om orthodontische effecten te voorkomen.
Nazorg na dento alveolair trauma wordt de patiënt terug gezien na: 1, 3, 6, 12 en 26 weken, hierbij
wordt vooral gelet op: kleur element, mobiliteit, gevoeligheid bij percussie, percussietoon, vitaliteit
en eventueel fistel of pocketvorming. Bij elk bezoek wordt een röntgenfoto gemaakt.
Directe genezing van bot door haverse kanalen of indirect door callusvorming.
Direct na het trauma ontstaat een ontstekingsreactie van de goed doorbloede omgevende weke
delen. Deze reactie is het gevolg van beschadiging van vaatwanden en vormt oedeem. In het
corticale bot in de directe omgeving van de fractuur is de doorbloeding, die normaal via het periost
en de haverse kanalen verloopt, sterk verminderd. Dit resulteert in het afsterven van osteocyten en
daarmee het necrotiseren van corticaal bot aan weerzijden van de fractuur. Osteoclasten ruimen dit
necrotische bot op. Ook het periost en het beenmerg in de directe omgeving van de fractuur sterven
af door verminderde doorbloeding. Na deze necrotische fase start de fractuurgenezing door re-
vascularisatie vanuit de omgevende weke delen en het nog resterende vitale periost. Instroom van
vooral mesenchymale cellen vanuit omliggende weefsels is van groot belang omdat deze cellen de
potentie hebben zich te differentiëren tot fibroblast, chondrocyt, spiercel of osteoblast.
Corpora aliena = lichaamsvreemd
Er wordt altijd van binnen naar buiten gewerkt met genezing (eerst gebit, dan hechten)
Primair gesloten wonden vertonen veel minder littekenvorming dan secundair gesloten wonden.
Gesloten behandeling (behandeling zonder incisies):
Spalkmethode, direct met confectiespalken of indirect op gebitsmodellen
Draadligaturen of intermaxillaire fixatieschroeven
Combinatie van genoemde middelen
Nadeel van gesloten behandeling is dat de fracturen tijdens de botgenezing niet belast kunnen
worden en de kaken geïmmobiliseerd zijn gedurende deze periode. De therapie is wel snel en
goedkoop.
Instabiele osteosynthesen = draadosteosynthesen (niet functiestabiel) er is altijd een combinatie
nodig met spalken en intermaxillaire fixatie.
Stabiele osteosynthesen = diverse plaat- en trekschroef osteosynthesen. Voordelen hiervan zijn:
Goede adaptatie van de fractuurdelen is mogelijk waardoor primaire botgenezing plaats kan
vinden
Intermaxillaire fixatie is postoperatief niet nodig
Postoperatieve functiebeperking treedt nauwelijks op
De patiënt mag zijn onderkaak bewegen en zacht voedsel kauwen
Nadelen zijn de noodzaak van een operatieve ingreep, narcose en een 2 e operatie om de
aangebrachte dingen te verwijderen.
2
,Vaak voorkomende breuken op volgorde;
1. Fractuur van processus condylaris (collum en capitulum mandibulae)
2. Mediane en paramediane mandibulafracturen
3. Fracturen van de angulus mandibulae
4. Fracturen van het corpus mandibulae
5. Fracturen van de ramus mandibulae
6. Fracturen van de processus coronoideus
Hematomen in de mondbodem wijzen vaak op een fractuur in de mandibulae.
Je kunt het beste ankylose voorkomen door z.s.m. de onderkaak te laten bewegen zonder deze te
belasten.
Le fort 1 fractuur = lage horizontale fractuur van de maxilla, verloopt vlak boven de wortelpunten.
Het losgeslagen segment bevat de processus alveolaris, het palatum, het onderste deel van de
wanden van de sinus maxillaris en de linker en rechter processus pterygoideus.
Le fort 2 fractuur (piramidefractuur) = de neus en maxillacomplex. Fracturen van de neusbeenderen
en maxilla, verloopt beiderzijds door het traanbeen, de orbitabodem en de caudale orbitarand,
ongeveer door of naast de sutura zygomaticomaxillaris en vervolgens naar dorsaal langs de laterale
wand van de sinus maxillaris en links en rechts ongeveer halverwege door de processus
pterygoideus tot in de fossa pterygopalatina.
Le fort 3 fractuur = bovenkaak, neus en linker en rechter zygomacomplex. Verloopt door of in de
omgeving van de sutura zygomaticofrontalis, nasofrontalis, door het etmoïd en door het sphenoïd
aan de basis van de processus pterygoideus.
Algemene kenmerken van een le fort fractuur zijn ter plaatse van het fractuur-verloop een
occlusiestoornis ten gevolge van dorsocaudale verplaatsing van het fractuurcomplex met een open
beet in het front, pijn bij slikken en bloeding uit de neus. Ook kan het palatum molle op de tong rug
zakken wat de ademhaling kan bemoeilijken.
CT = vanaf axiaal
I.v.m stralingsbelasting voorkeur voor low dose CT of CBCT
Processus alveolaris = 6 weken spalken
Aant. Mede studenten 1e college trauma:
Nervusuitval- voelt enkel voor patiënt alsof occlusie niet goed is.
Dubbelbeelden- denk je meer aan fractuur jukbeen/zygoma
Neusbloeding ook vaak zygoma fractuur – enkelzijdige bloeding
Compressiepijn- drukken tpv kaakhoeken– achterin. Dan pijn? Wel breuk kin
1e slide opg mand fractuur: mesiaal 36 fractuur van mandibula
Parade fractuur= collum beide kanten
Hematoom is kenmerk van een mandibula fractuur
Orbita/zygoma fractuur lang niet altijd operatief behandelen, zijn vaak enkelzijdig
Zygoma fractuur kenmerken: kan je voelen/ enkelzijdige neusbloeding/ bloeding in oogwit(belangrijk
kenmerk), afvlakking in het gezicht ( kan je achter patiënt staan goed zien)
Subcutaan emfyseem – lucht onder de huid. Mensen met zygoma fractuur snuitverbod 10 dagen
i.v.m kans op subcutaan emfyseem. Zygoma fractuur loopt per definitie door in de orbita. Maar
orbita kan wel zonder zygoma fractuur
Le fort classificaties leren!
Blow-out fractuur= fractuur van bodem van de oogkas. Komt door druk van een voorwerp van
bepaalde grootte, bijvoorbeeld honkbal.
Behandeling aangezichtsfracturen: -jaren 50/60 werden de fracturen met draden gefixeerd -soms
conservatief/expectatief beleid - gesloten behandeling is niet hetzelfde als niets doen. Gesloten
behandeling houdt geen open reductie in (geen operatie) maar wel vaak controle en eventueel
3
, ingrijpen met bv elastieken. - bij een collum fractuur- en je kan de beet goed opzoeken als patiënt
zijnde kan je voldoen met expectatief beleid. -mandibulafractuur op andere locatie dan de collum
dan vaak operatief. Titanium platen die gebruikt worden voor fixatie van de mandibula blijven in
principe zitten.
Chirurgische benadering slide – stippellijnen kan je door het slijmvlies. Doorgetrokken lijn is vanaf
buitenzijde. Wel wordt geprobeerd dit zoveel mogelijk in plooien benaderd. Behandeling zygoma
fractuur: -repositie van fractuur m.b.v een soort haak, trek je hem terug. -vervolgens met een
titanium plaatje fixeren. Beademing kan meestal niet via de mond i.v.m. occlusie checken
noodzakelijk tijdens operatie. Neus meestal gedaan- maar kan niet bij neus fractuur. Zijn meerdere
opties: naso-endoctracheaal. Oro-endotracheaal, submandibulair, tracheotomie.
Buttresses= steunplekken waar meer bot zit, daar kunnen plaatjes geplaatst worden. Behandeling
panfaciale fracturen: systematische aanpak, en combineren van alle behandelingen van de fracturen
op zich. Bepaalde volgorde in aanpak van fracturen: - Begin bij de meest betrouwbare/eenvoudige
fracturen. IMF=intermaxillaire fixatie. `
Planning:
- Directe behandeling - <24-72 uur.
- Bij uitstel van de behandeling is de botbreuk minder goed te fixeren
-
Complicaties:
- Enophthalmus = na oogkas fractuur blijft oog diep in de kas liggen.
Primair (weinig – geen callusvorming)
Secundair (wel / meer callusvorming)
Welk type genezing hangt af van mate van stabiliteit en mechanische invloeden gedurende de
genezing. Meer stabiliteit en weinig mechanische invloeden grotere kans op primaire genezing.
Stappen van genezing:
1. steriele ontstekingsreactie
2. corticale bot rondom fractuur minder doorbloed à necrose à osteoclasten ruimen
necrotisch bot op. Ook periost en beenmerg direct rondom fractuur sterven af door minder
doorbloeding.
3. Hierna fractuurgenezing door revascularisatie.
4. mesenchymale cellen stromen in en differentiëren tot fibroblast/chondrocyt/spiercel of
osteoblast, waardoor nieuw bot wordt aangemaakt.
Voorwaarden goede genezing:
a. anatomische repositie
b. stabiele fixatie
Dan primaire genezing: 2weken---max 2 maanden => stabiel en belastbaar resultaat
Indien stabilisatie niet goed is van de fractuur dan verloopt botgenezing via callus vorming,
secundaire genezing.
‘voordelen’ van fracturen in aangezicht:
- goede doorbloeding aangezicht
- mogelijkheid aanbrengen stabiele fixatie
- relatief beperkte mechanische belasting.
- een beschrijving geven van de algemene behandelprincipes van operatieve en
conservatieve behandeling van aangezichtsletsel.
Volgorde wondbehandeling aangezicht ‘van binnen naar buiten’
1. fracturen in aangezicht
2. intra orale wonden sluiten
3. extra orale wonden sluiten
Altijd denken aan tetanusprofylaxe, vanwege hoge mortaliteit van tetanus.
4