Hoorcolleges De stad als politieke arena
Inhoud
Hoorcollege 1: Can cities act?................................................................................................1
Hoorcollege 2: De verdeelde stad..........................................................................................9
Hoorcollege 3: De diverse stad; meer verscheidenheid en vlottendheid...............................16
Hoorcollege 4: De ontspannen stad: omgaan met verscheidenheid.....................................25
Hoorcollege 5: de participatiesamenleving...........................................................................32
Hoorcollege 6: De explosieve stad: de stad als maatschappelijke splijtstof..........................38
Hoorcollege 7: De verbruiksstad...........................................................................................48
Hoorcollege 8: De bedreigde stad: over de maatschappelijke impact van Covid-19.............55
Hoorcollege 1: Can cities act?
Opzet van de colleges: de zeven gezichten van de stad
Vijf hoorcolleges
1. De speelruimte voor stedelijk beleid
2. De verdeelde stad: over ongelijkheid
3. De diverse stad: over verscheidenheid en vlottendheid
4. De participatiestad: over burgerparticipatie
5. Gastcollege: de verbruiksstad
Drie ‘kenniswerkplaats’- colleges
1. De ontspannen stad: over samenleefbeleid
2. De explosieve stad: over anti-rellen beleid
3. De bedreigde stad: over de maatschappelijke impact van COVID-19 (excursie)
Denk na over de maatschappelijke implicaties.
Inspiratie: de onzichtbare steden
- Le citta invisibili - Italo Calvino
- De stad heeft heel veel (verborgen) gezichten
- Adequaat, effectief beleid valt met hele goede kennis van de stedelijke samenleving
- Goed om data te analyseren, maar ook gewoon letterlijk de stad in gaan
- Scherp inzicht wat er in de stad aan de hand is
- Weet van uitvoerend beleid
Opzet college 1: can cities act?
1. Structure (structuur bv. Durkheim) en agency (individuele handelingsruimte)
BELANGRIJKE VRAAG
2. Can cities act?
3. Growth machine and urban regime
1
, 4. Puzzel 1: Hoe hebben Nederlandse steden gereageerd op de toegenomen intra-EU
mobiliteit (komst van Poolse arbeidsmigranten)?
5. Puzzel 2: Hoe hebben Nederlandse steden gereageerd op de aanwezigheid van
irreguliere migranten?
Bewegingsvrijheid (van vrouwen) was beperkt door masculiene krachten = voorbeeld van
structuur vs agency.
Political Machine & Urban Growth
1. Brede benadering van politiek, niet alleen B&W en de gemeenteraad.
2. Nadruk op agency: hoe (corporate) actoren de ontwikkeling van steden beïnvloeden.
3. De hoogste prioriteit heeft beleid gericht op economische groei en ontwikkeling van
steden. Zo kunnen problemen van steden worden opgelost.
Growth machine 1
1. Zij die de economische productie controleren, hebben de controle over de stad:
‘Those who control the politics of economic production, control the city’
2. Tegen pluralistische theorieën.
Growth machine 2
Natuurlijke bondgenoten:
1. Actoren die direct profiteren van economische groei, zoals projectontwikkelaars,
financiële instellingen en makelaars
2. Actoren die indirect profiteren, zoals lokale media en nutsbedrijven
3. Instellingen die potentieel kunnen profiteren van economische ontwikkeling, zoals
musea, galeries, barista, cafés en kleine winkeltjes
4. Onduidelijk of lokale overheden onderdeel uitmaken van de growth machine, maar zij
zijn wel supporters
Urban Regime 1
1. Neo-pluralistisch perspectief
Stedelijke bestuurs coalities bestaan uit:
1. Actoren die toegang hebben tot economische bronnen en productiemiddelen
(kapitaal, eigendom).
2. Maar ook actoren die toegang hebben tot politieke, wettelijke en informatiebronnen
die gecontroleerd worden door belangrijke private en publieke instituties.
Urban regime 2
2. Dominantie van de belangen van het bedrijfsleven
1. Het lokaal bestuur heeft begrensde macht om de economische ontwikkeling van
steden te sturen, is sterk afhankelijk van het (internationaal) bedrijfsleven.
2. De manier waarop lokale overheden zijn gefinancierd zorgt ervoor dat zij gericht zijn
op het versterken van de lokale economie, is van belang voor werkgelegenheid en
inkomens van bewoners
3. Het stedelijke bedrijfsleven (business community) speelt een dominante rol in het
formele politieke bestuur en beleid van een stad.
4. Er is geen uniform growth machine model.
2
,Puzzel 1: Hoe Nederlandse steden omgaan met intra EU-mobiliteit. Internationale mobiliteit.
Achtergrond: belangrijk → uitbreiding Europese Unie, komen steeds meer landen
bij. Belangrijke politieke verschuiving na de tweede wereldoorlog. In 2004 (Polen,
Baltische staten, Tsjechië, Slowakije, Cyprus) en in 2007 (Roemenië en
Bulgarije). Kroatië kwam erbij in 2013.
Hoge aantallen
Na 2004 & 2007 uitbreiding EU:
- Het aantal personen uit de nieuwe lidstaten dat in de oude lidstaten verblijft groeide
snel van 1.1 miljoen in 2004 naar 6,1 miljoen in 2014.
- Het merendeel vertrok naar Engeland, Ierland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje,
de Scandinavische landen en Nederland.
- Nederland heeft nu 200,000 inwoners met Poolse migratieachtergrond. 5/6e grootste
groep in NL. Met name in Den Haag en Rotterdam.
Economisch profijtelijk, maar grote weerstand
- Gunstige economische impact. Gunstig voor de ontwikkeling van stedelijke
arbeidssectoren.
- Maar: veel lokale weerstand tegen intra-EU mobiliteit.
- Voormalig wethouder Norder (DH): Tsunami van Polen
- Voormalig wethouder Karakus (Rdam): Rotterdam-Zuid als afvoerput: ‘het is dweilen
met de kraan open’.
Nu de puzzel: migratie is van belang voor economisch belang. Veel weerstand vanuit de
steden. Iedereen gebruikt de oorlogsmetafoor. Pas daarmee op.
Over de aard van migratie. Patronen van arbeidsmigratie na de uitbreiding vd EU in 2004-
2007
Migranten komen hier en vestigen zich (Settlement migration). Grote zorgen voor migranten
die niet op eigen benen zouden kunnen staan (Footloose migration). Migranten die in
Nederland wonen maar ook nog in Polen familie hebben en terug willen (Transnationale
3
, immigratie). Ze hebben weinig binding met Nederland. Dit proces levert voor een stad
nieuwe vraagstukken op.
Sociale gevolgen: het ontstaan van lokale sociale problemen.
1. Aantallen: hoeveel? (niet-registratie)
2. Huisvesting malafide huiseigenaren (huisjesmelkers) en overbewoning (uitbuiting)
3. Aantasting van sociale cohesie. Overlast in stadswijken: dak- en thuisloosheid,
problemen in de publieke ruimte.
4. Belasting van het onderwijs: zij-instroom, doorstroming van leerlingen.
5. Het ontstaan van parallelle instituties
Sociale implicaties waren zo dwingend dat steden gingen aggregeren.
Er ontstaan zorgen over het ontstaan van Poolse parallelle instituties (zoals Poolse winkels,
Poolse kerken, een Poolse film festivals, Poolse adviesbureaus).
Sociologisch vraagstuk: zijn deze instituties nou goed of niet?
- Enerzijds goed voor de economie: eigen economie en brengt levendigheid in de
buurt
- Anderzijds is het moeilijk om toegang te krijgen tot huisvesting, arbeidsmarkt etc. Op
gegeven moment gaan zij eigen instituties creëren. Voor degenen die nu komen is
het wel makkelijker want zij zijn minder verloren. Maar in hoeverre zullen deze
winkels er nog zijn over 30 jaar? zullen ze dan opgegaan zijn in de mainstream.
- Je zal altijd naast elkaar staan, maar hoe ga je toch ook verbinding organiseren?
Hoe maak je verbinding tussen verschillende landjes.
Can cities act?
Ja, je ziet dat economisch gewin maar ook grote weerstand vanwege de implicaties. Steden
gaan zich organiseren middels grote bijeenkomsten. Voortouw wordt met name door DH en
Rdam genomen. Ze hebben een dwingende kracht richting het nationale beleid. Steden
gaan samen met ministers aandacht vragen op Europees en nationaal niveau. Je ziet een
verschuiving richting multilevel governance.
4