Begeleiden van kinderen en jongeren
Moduleopdracht
M. Wilbrink Mevr. J. van Schaick
4425899
20 maart 2015
NCOI Opleidingsgroep
HBO Bachelor Pedagogiek
Begeleiden van kinderen en jongeren
Samenvatting
In deze moduleopdracht is de casus van Mo uitgewerkt, volgens de plancyclus. Het boek: De
plancyclus voor het sociaal agogisch werk is de leidraad van waaruit ik werk. In de plancyclus komen
vijf opeenvolgende fasen aanbod, die mij ertoe in staat telt om de plancyclus op de juiste wijze te
hanteren. Allereest start ik met de oriënterende fase, waarna de onderzoeks- en de diagnostische
fase-, de planningsfase en de uitvoerende fase aanbod komen. Tot slot wordt de plancyclus afgesloten
met de evaluatiefase, waarin er wordt gereflecteerd, waarin eventuele nieuwe stappen worden
ondernomen en de conclusie op basis van de casus van Mo wordt weergegeven. Ook komen
belangrijke aspecten naar voren, die van toepassing zijn op evt. vervolgstappen en (be)handelingen.
In de bijlage vindt u onder andere het observatieplan, de observatiegegevens en het werkplan.
Korte casus Mo
,Mo is een 10 jarige jongen die naar een speciale school voor basisonderwijs gaat. Mo is erg stil en
teruggetrokken, hij zoekt geen aansluiting bij zijn klasgenoten. Mo gaat met tegenzin naar school. Op
school maken de leerkrachten zich zorgen over Mo en zijn thuissituatie. Mo zijn ouders zijn 3 jaar
geleden gescheiden, moeder heeft sinds een jaar een nieuwe vriend. Rein, de nieuwe vriend van
moeder, is tevens bij hen in huis getrokken, nadat hij is vrij gekomen uit de gevangenis. Thuis wordt
hierover gesproken. Moeder geeft aan dat Rein agressief en vervelend gedrag vertoond wanneer hij
drank opheeft. Moeder is verslaafd aan medicijnen, ze is hiervoor in behandeling bij het RIAGG. Mo
zijn oudere broer, Raffie, zorgt voor veel problemen binnen het gezin. Hij zet zich af tegen Rein,
gebruikt hasj en is tevens met de politie in aanraking geweest.
Mo wil het liefste niet naar zijn biologische vader toe. De afspraak is dat hij één keer per twee weken
naar vader toe gaat, in de praktijk is dit één keer per maand. Broer Raffie gaat juist graag naar vader,
hij is daar dan ook ieder weekend. Moeder is hier blij om. Raffie vertoont brutaal en agressief gedrag,
hier lijdt het hele gezin onder.
Moeder is fulltime huisvrouw en Rein heeft een WW uitkering. Rein verdient af en toe wat zwart door
meubels te maken. Ze zitten financieel krap, maar ze redden zich wel. Het gezin woont in een
volksbuurt. Het gezin heeft geen contacten met buurtgenoten. De school heeft een zorgmelding
gedaan bij Bureau Jeugdzorg.
Verschillende professionals en medewerkers hebben zich ingezet om zich over Mo en zijn gezin te
ontfermen. Een medewerker van Bureau Jeugdzorg schrijft een handelingsplan voor Mo en het gezin,
waarin biopsychosociale hypothesen zijn geformuleerd. De school van Mo wordt hiervan op de hoogte
gebracht, waarna zij als school ook zelf een aandeel hebben in de hulp die wordt geboden. Een veilige
leefomgeving voor Mo creëren is het hoofddoel dat de hulpverleners en therapeuten voor ogen
hebben. De haalbaarheid van deze analyse is weergegeven dankzij de weging van bevorderende en
bedreigende factoren. Mo krijgt via school de mogelijkheid om in creatieve therapie te gaan. Binnen
deze therapie gaat de therapeut op zoek naar de beleving en de gedachtenwijze van Mo over zijn
gezinsleden. Ook wordt er door de maatschappelijk werker en de leerkracht tijdens schooluren
geobserveerd hoe de interactie tussen Mo en zijn klasgenoten verloopt.
Rein en Raffie krijgen, op ieder een aparte locatie, een intakegesprek over hun alcohol en/of drugs
gebruik. Rein gaat met de maatschappelijk werker aan de slag om een sollicitatiebrief op te stellen,
om deze vervolgens te versturen naar meubelmakerijen. Moeder krijgt naast de huidige behandeling
bij het RIAGG, van de maatschappelijk werker de mogelijkheid om met haar in gesprek te gaan over
haar verleden, verlies en verdriet. Mo hoeft deze verhalen nu niet meer aan te horen. Tevens krijgen
moeder en Rein handvatten voor en uitleg over het opvoeden en verzorgen t.b.v. haar kinderen.
Na een ruime twee maanden zal er een tussenevaluatie plaatsvinden, waar het hele gezin van Mo bij
aanwezig zal zijn. Hierin worden de voorgestelde en beschreven doelen opgehelderd, waarna
gekeken wordt of deze doelen daadwerkelijk zijn behaald. Wanneer de doelen niet zijn behaald, wordt
er gekeken op welke manier er wel een mogelijkheid is om deze te behalen. Doelen worden bijgesteld
en/of er wordt externe hulp ingeschakeld. Het handelingsdoel is om een veilige leefsituatie voor Mo te
creëren. Dit doel is behaald. Het gezin heeft een pittige periode achter te rug en nog steeds is het af
en toe erg zwaar. Wél is het gezin, terug kijkend op de afgelopen periode, erg dankbaar voor de hulp
die zij hebben ontvangen en de veranderingen die hebben plaatsgevonden. De verschillende
therapieën blijven bij de gezinsleden actief en de maatschappelijk werkster zal geregeld op
huisbezoek komen. Indien er weer intensievere hulp gewenst en/of geboden moet worden, zal hier
toestemming voor worden gegeven.
Inhoudsopgave
Voorkant……………………………………………………………………………………………Pag. 1
Voorwoord………………………………………………………………………..………………..Pag. 2
Samenvatting………………………………………………………………………………………Pag. 3
Inhoudsopgave…………………………………………………………………..………………..Pag. 4
Inleiding………………………………………………………………………….………………....Pag. 5
2|Pagina
, Hoofdstuk 1. De oriënterende fase………………………………………...…………...……Pag. 6
1.1 De probleemanalyse………………………………………………………………..Pag. 6
1.2 De probleemdefinitie………………………………………………………………..Pag. 6
1.3 De juridische context………………………………………………………………. Pag. 6
Hoofdstuk 2. De diagnostische fase…………………………………….…………............. Pag. 7 en 8
2.1 De hypothesen………………………………………………………………………Pag. 7
2.1.1 Het medisch-biologische niveau……………………………………… Pag. 7
2.1.2 Het individueel-biologisch niveau…………………………………….. Pag. 7
2.1.3 Het sociaal niveau……………………………………………………… Pag. 7
2.2 Welke hypothesen moeten verder worden onderzocht?................................. Pag. 7
2.3 De observatie……………………………………….……………………………….Pag. 7
2.3.1 Observatiedoelen……………………………………….……………… Pag. 7
2.3.2 Observatievragen………………………………………………………. Pag. 8
2.4 Observatiegegevens………………………………………………………………..Pag. 8
2.5 Conclusie……………………………………….……………………………………Pag. 8
Hoofdstuk 3. De planningsfase……………………………………………...…..…………... Pag. 9 en 10
3.1 Diagnose als uitganspunt…………………………………………………………. Pag. 9
3.2 Handelingsdoelen (SMART formuleren) ………………………………………... Pag. 9
3.3 Analyseren van haalbaarheid…………………………………………………….. Pag. 9
3.3.1 Bevorderende factoren………………………………………………… Pag. 10
3.3.2 Bedreigende factoren………………………………………………….. Pag. 10
3.3.3 Weging van beide factoren……………………………………………. Pag. 10
3.4 Tussendoelen………………………………………………………………………. Pag. 10
3.5 Werkplan..…………………………………………………………………………... Pag. 10
Hoofdstuk 4. De uitvoeringsfase……………………………………...………...……….......Pag. 11
4.1 Handelen..…………………………………………………………………………...Pag. 11
4.2 Observatie..………………………………………………………………………….Pag. 11
Hoofdstuk 5. De evaluatiefase……………………………………………...………...……… Pag. 11
5.1 De evaluatie..………………………………………………………………………..Pag. 11
5.2 De conclusie..………………………………………………………………………. Pag. 11
Literatuurlijst……………………………………………………………………………………… Pag. 12
Bijlage………………………………………………………………………………...………….. Pag. 13 - 19
Bijlage 1: Observatieplan..…………………………………………………………….. Pag. 13 - 16
Bijlage 2: Werkplan..…………………………………………………………………… Pag. 17
Bijlage 3: De Ambelt..………………………………………………………………….. Pag. 18
Bijlage 4: Yes we can Clinics..………………………………………………………… Pag. 18
Bijlage 5: Counterpane..……………………………………………………………….. Pag. 18
Bijlage 6: Bureau Jeugdzorg..………………………………………………………….Pag. 18
Bijlage 7: VOTS..………………………………………………………………............. Pag. 19
Bijlage 8: Justitiële kinderbeschermingsmaatregel…………………………………. Pag. 19
Bijlage 9: Tekening van Mo (creatieve therapie) …………………………………… Pag. 19
Inleiding
Als medewerker van Bureau Jeugdzorg, schrijf ik een handelingsplan voor Mo, de school en zijn
gezin. Ik schrijf dit handelingsplan na aanleiding van een zorgmelding die de school van Mo bij ons
heeft gedaan. Zoals in het voorwoord staat beschreven, schrijf ik dit handelingsplan op basis van de
casus van Mo. Als leidraad door deze moduleopdracht heen, heb ik gebruik gemaakt van het boek: De
Plancyclus voor het sociaal agogisch werk (Fontaine, 2010).
Dit verslag is opgedeeld in vijf hoofdstukken en twee onmisbare bijlagen. In hoofdstuk 1 wordt de
oriënterende fase beschreven. Wat is er aan de hand en wat is het probleem? Door een duidelijke
probleemdefinitie te formuleren, n.a.v. de probleemanalyse, zijn verdere stappen mogelijk.
3|Pagina