Klinisch redeneren
Week 1:
JGZ: het deel van de gezondheidszorg dat gericht is op het bevorderen, beschermen en beveiligen
van gezondheid, groei en lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen en jeugdigen.
Doelgroep in NL: 0 tot 19 jaar
In de zorg van individuele kinderen en hun ouders werkt de JGZ vaak samen met de
kindergeneeskunde en huisartsgeneeskunde. Ook zijn er andere samenwerkingspartners; jeugdzorg,
geestelijke gezondheidszorg en medische specialisten zoals KNO.
De preventieve zorg voor groepen kinderen, het collectieve aspect van de JGZ, is ingebed in de
public health (vakgebied dat zich bezighoudt met volksgezondheid en collectief gerichte maatregelen
om die te verbeteren). Laatste jaren wordt dit veld ook aangeduid met publieke gezondheid
(voorheen openbare gezondheidszorg).
JGZ is gericht op de gezondheid van alle kinderen. Preventie is de kern van de JGZ,
gezondheidsbeleid is het kader.
Tot slot heeft de gezondheidszorg invloed op de gezondheidstoestand van de bevolking.
1. Een slechtere volksgezondheid leidt tot gebruik van meer gezondheidszorg
2. Een goede gezondheidszorg verbetert de volksgezondheid
WPG= wet publieke gezondheid. Richt zich op de zorg voor de gezondheid van de samenleving en
risicogroepen. Sprake van maatschappelijke hulpvraag. Onderscheidt collectieve presentie, infectie-
ziektebestrijding en JGZ. (openbare gezondheidszorg).
Op grond van de WPG bieden JGZ-organisaties onder gemeentelijke regie alle kinderen en jongeren
in Nederland het basispakket.
Het basistakenpakket bestaat uit een uniform en een maatwerkdeel:
- Uniforme deel wordt aangeboden aan alle kinderen
- Gemeenten stemmen inhoud en omvang van het maatwerkdeel af op individuele behoefte
van het kind, de behoefte van groepen kinderen en de lokale situatie.
Basistakenpakket heeft 6 productgroepen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en die elk zijn
afgeleid van de doelstellingen van de JGZ, 6 productgroepen zijn:
1. Monitoring en signalering
2. Inschatting zorgbehoefte
3. Screening en vaccinatie
4. Voorlichting, advies, instructie en begeleiding
5. Beïnvloeding gezondheidsbedreigingen
6. Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking
,De JGZ voorziet een collectief preventief aanbod aan alle jeugdigen en treedt niet in de
verantwoordelijkheden van ouders, verzorgers en begeleiders, maar stimuleert ze wel.
Preventieve zorg wordt geleverd vanuit een multidisciplinaire en integrale benadering, gericht op
de directe omgeving van de jeugdige en op instellingen of organisaties die een directe relatie tot de
jeugdige staan. Het gaat om continuïteit in de aandacht voor de ontwikkeling van de jeugdigen op
lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. Daarnaast gaat het om een gecoördineerd aanbod van alle
voorzieningen binnen de zorgketen die in de ontwikkeling van de jeugdigen een rol spelen.
De JGZ start bij -9 maanden, want onderzoeksresultaten wijzen steeds vaker uit dat er al in de
periode voor de geboorte factoren aan te wijzen zijn dei van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling
van de jeugdige.
Doel integrale JGZ: het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke
en geestelijke ontwikkeling van de jeugdigen, zowel individueel als op populatieniveau.
Bij de uitvoering staat naast het kind de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de
omgeving waarin het kind opgroeit. Daarom ongewenst dat er 2 verschillende systemen binnen de
JGZ bestaan:
1. De zorg voor kinderen tot het 4e levensjaar bij de thuiszorg
2. De zorg voor jeugdigen van 4-19 jaar bij de GGD-en
In een samenleving waarin gezinnen steeds kleiner worden en de individualisering toeneemt, zijn
gezondheidsbedreigende risico’s moeilijker te onderkennen en te voorkomen. Een sluitend netwerk
van voorzieningen en deskundigen in de JGZ en de jeugdzorg is hierbij van belang.
De taak van monitoring en signalering houdt ook in dat de JGZ extra alert is op het signaleren van
risicofactoren. Voor ieder kind wordt een inschatting gemaakt of er omstandigheden zijn die een
optimale ontwikkeling in de weg staan. Op verschillende gebieden kan er sprake zijn van een risico
verhogende omstandigheden. Bv wanneer er sprake is van:
- Bijzondere status in de samenleving; vluchteling of asielzoeker
- Aangeboren afwijking/ziekte bij het kind
- Psychische problemen van ouders en of andere gezinsleden
- Bijzonder ouderschap; tienermoeder, zwakbegaafd, ouder zelf mishandeld
- Multi-probleem gezin met meerder risicofactoren van medische, psychosociale en
maatschappelijke aard
- Aanwijzingen voor mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik
- Bedreiging vanuit de omgeving; slechte behuizing, woning te klein voor gezin, onveilige
woonomgeving
Om een adequate inschatting te maken van het risico dat een kind loopt, dienen ook de
beschermende factoren benoemd te worden, dat kunnen zijn:
- Goede gezondheid, veerkracht en initiatief van het kind en van de ouders
- Goed pedagogisch inzicht bij de ouders.
- Emotionele warmte in het gezin
, - Bereidheid om hulp te aanvaarden
- Hulpverlening die goed verloopt
- Sociale steun vanuit de omgeving
- Adequate opvang van het kind
Jeugdverpleegkundige: HBO-niveau en hanteert de canmeds rollen, bestaat uit 7 verschillende
competentiegebieden:
1. Zorgverlener, indiceert en verleend zorg. Verpleegtechnisch handelen + kennis AFP
2. Communicator, communiceert met de ouders en andere, gesprekstechnieken en
communicatiemethodes
3. Samenwerkingspartner, gezamenlijke besluitvorming, teamverband, verslaglegging,
vertrouwensrelatie
4. Reflectieve evidence based professional, reflecteren op het eigen functioneren, controle +
begeleiding, onderzoekend vermogen
5. Gezondheidsbevorderaar, bevorderen van gezondheid, preventie (3 vormen),
zelfmanagement versterken
6. Organisator, leiderschap, plannen, coordineren, verantwoordelijk, verschillende
organisatievormen
7. Kwaliteitsbevorderaar, risico-inschatting, monitoren/meten/screenen
- Werkt op consultatiebureau
- Komt op de basisschool
- Komt op het voortgezet onderwijs
De opdracht voor de jeugdverpleegkundige voor nu en de nabije toekomst is dat zij:
- De verpleegkundige zorg afstemmen op het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg
- Deskundigheid inbrengen in de diverse netwerken ter bevordering van de kwaliteit van JGZ
- Inzetten voor de kwaliteit van de JGZ binnen de organisatorische context waarin zij werken
- Hun werkterrein en hun competenties innoveren
- Blijvend professionaliseren
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) maakt geen deel uit van het basispakket JGZ maar vaccineren hoort
wel tot de kernactiviteiten van de JGZ. Vaccinaties aan kinderen onder de 4 jaar dienen tijdens een
individueel contact te worden aangeboden.
Normaliseren was ook al langer een belangrijke taan van de JGZ. Maar uit het oogpunt van preventie
wordt het nu expliciet benadrukt in het basispakket. Niet ieder probleem is een probleem dat vraagt
om zorg of medicatie. Ouders en kinderen kunnen ook zelf veel oplossen en een goed gesprek maakt
dat duidelijk. Zo kunnen onnodige medicatie en zorg kunnen vermeden. Wanneer zorg of passende
hulp wel nodig zijn, moet die ook snel worden geboden om escalatie te voorkomen. Ook dat is een
taak in het basispakket. De uitvoering van die hulp hoort echter niet thuis in het basispakket, maar is
ondergebracht in de jeugdwet of zorgverzekeringswet. Dit geldt bv voor de programma’s die
ondersteuning bieden bij de opvoeding of voor paramedische zorg. Hulp die dichtbij ouders en
kinderen staat en altijd bereikbaar is.