Ontwikkelingsfase-
en levensfasepsychologie
M. Wilbrink Brigitte Bog - Klein
4425899
4 december 2014
Hogeschool NCOI
HBO Bachelor Pedagogiek, specialisatie Lerarenopleiding
Samenvatting
,Martijn groeide op in een liefdevol en warm gezin, zijn ouders hanteerden een autoritatieve
opvoedingsstijl. In de babytijd was Martijn makkelijk, maar verbaal erg aanwezig, door veel geluid te
produceren.
Kijkend naar de peuter- en kleutertijd van Martijn heeft hij sociaal-emotioneel een mooie groei
doorgemaakt. Martijn was niet bang om alleen gelaten te worden, hij vond het heerlijk om op de
peuterspeelzaal met andere kinderen te spelen. Mede doordat Martijn erg speels was en veel fantasie
had, hebben de kleuterjuffen besloten om hem nogmaals groep 2 over te laten doen. Martijn liet steeds
meer zelfvertrouwen, autonomie en initiatief zien, die Erikson beschrijft in de peuter- en kleutertijd.
Vervolgens kwam hij in de schooltijd aan, waarin hij geconfronteerd werd met het aan elkaar schrijven van
letters en moeilijkere sommen wat betreft rekenen en taal. Hij kreeg hier zo veel moeite mee, dat hij een
gevoel van minderwaardigheid ontwikkelde. Pas in groep 6 werd duidelijk dat Martijn disgrafie heeft (een
schrijfstoornis). Verder heeft Martijn veel bijles gehad en moest hij vaak uit de klas. Kijkend naar het
concreet-operationele stadium van Piaget, wordt er hier de focus gelegd op het actieve en juiste gebruik
van logica. De fantasiewereld die in zijn jongere jaren sterk zichtbaar was, nam af. Nu kan hij de gevolgen
van gefantaseerde gedachten beter overzien, waardoor er meer een realistisch beeld wordt gecreëerd.
Tevens wordt Martijn binnen het concreet operationele stadium van Piaget, geconfronteerd met opgaven
waarin meerdere aspecten een rol spelen, zoals moeilijkere sommen met rekenen. Dankzij het MAB
materiaal dat hij van zijn meester had ontvangen, kon hij de som beter overzien en uitvoeren. In de
schooltijd periode is Martijn verhuisd naar een andere woning, wel in dezelfde wijk. Hierdoor was het voor
hem mogelijk om zijn basisschoolperiode op dezelfde school af te maken. In deze fase spreekt Freud van
de genitale fase, waarin de interesse in de andere sekse meer aan de orde komt. Destijds had Martijn dan
ook zijn eerste vriendinnetje, waarmee hij zeker wel 4 jaar verkering heeft gehad. In de vroege
adolescentie had Martijn maar 1 keer een relatie, deze was van kortere duur.
In de adolescentiefase is Martijn sterk opzoek gegaan naar zijn eigen identiteit, wat zo af en toe een
enorme onzekerheid met zich meebracht. Hij was sterk gefocust op de mening van anderen, hierbij
spreekt Erikson van het stadium identiteit versus identiteitsverwarring. Dankzij zijn goede vrienden en
een warm thuis, heeft hij zich hier goed doorheen geslagen. Martijn wordt tevens gekenmerkt door een
sterk rechtvaardigheidsgevoel, waar Kohlberg over spreekt. Martijn laat in de adolescentiefase zien dat
hij handelt op post conventioneel niveau. Passend bij het formeel operationele stadium van Piaget, heeft
Martijn laten blijken dat hij qua communicatie, zelfstandigheid en sociaal gevoel, het niveau van een
volwassene bereikt. Hij formuleert in detail wat hij wil bereiken en hanteert daarbij vak deskundige taal.
Tevens ontwikkelt hij een vermogen om op hoger niveau en meer abstract te denken en te handelen.
Komend in de vroege volwassenheid, maakt Martijn duidelijk dat hij momenteel 2 dingen erg waardeert,
zijn hechte vriendschappen en zijn ambities wat betreft carrière maken. Martijn heeft momenteel nog geen
liefdevolle relatie, wel staat hij hier open voor. Aangekomen in de realistische periode (die Ginzberg
beschrijft) heeft Martijn ontdekt dat hij verbaal erg sterk is, hij houdt van ondernemerschap, vind de
politiek interessant en hij wil graag mensen adviezen geven. Mede hierom en wegens zijn goede
herinneringen aan zijn stage op de netwerkvloer, van het MBO, heeft Martijn ervoor gekozen om zich in te
schrijven voor de HBO studie: Commerciële Economie. Hij zit nu in zijn 2de jaar. Het stadium van
Erikson: isolement versus identiteit wordt bij Martijn gekenmerkt door zijn hechte vriendschappen. De
belangrijkste aspecten binnen een vriendschap zijn volgens hem: incassering en het adviserend
vermogen, elkaar aan scherpen, echt zijn, diepgaande gesprekken voeren, een helpende hand en
overeenkomsten in passies. Kenmerkend bij Martijn is dat hij ambitieus, leergierig en een doelgerichte
leerling is, met vaak veel nieuwe ingevingen, ideeën en energie. Momenteel studeert hij HBO
Commerciële Economie en heeft grootse toekomstplannen.
Inhoudsopgave
2
, Voorblad Pag. 1
Voorwoord Pag. 2
Samenvatting Pag. 3
Inhoudsopgave Pag. 4
Kern:
Inleiding Pag. 5
Biografie van de geïnterviewde Pag. 5
Babytijd (0 - 1,5 jaar) Pag. 6
Peuter- en kleutertijd (1,5 - 6 jaar) Pag. 6 & 7
Schoolkind (6 - 12 jaar) Pag. 7 & 8
Adolescentie (12 - 20 jaar) Pag. 9
Vroege volwassenheid (20 - 30 jaar) Pag. 10
Reflectie Pag. 11
Literatuurlijst Pag. 12
Bijlage: Uitgewerkt interview Pag. 13 t/m 18
3