Boekverslag “Kort Amerikaans”
Auteur: Jan Wolkers
Bladzijden: 172
Genre: psychologische roman
Uitgegeven in: 1962
Titelverklaring:
De hoofdpersoon, Erik, moet in zijn jeugd zijn haar Kort Amerikaans dragen, omdat
dit goedkoop is. Hierdoor is zijn litteken, reden van zijn isolement, goed te zien.
Motivatie:
Ik heb voor dit boek gekozen, omdat oorlogsboeken mij erg interesseren en de
samenvatting op de achterkant van het boek mij erg aansprak. Mijn eerste
persoonlijke reactie op dit boek was dat dit een spannend, avontuurlijk en leuk boek
is.
Samenvatting:
Bij een razzia in Leiden in 1944 wordt Peter, een vriend van Erik van Poelgeest,
opgepakt. Erik zelf ontloopt dit lot, omdat hij net op dat moment het postkantoor
binnengaat. Erik is 18 jaar, en hij duikt onder voor de arbeidsdienst. Hij geeft zich
op voor de tekenacademie bij de kunstschilder Van Grouw. Hij krijgt werk op het
door jonkheer d’Ailleurs geleide atelier, waar hij 17de eeuwse zeeslagen op
lampenkappen schildert. Hier werkt ook Elly, een 20-jarig blond joods meisje, dat
ondergedoken is bij de familie d’Ailleurs. De 60-jarige jonkheer bezoekt Elly ‘s
nachts, en ook op het atelier hebben ze contact. Op een gegeven moment
ontdekt Erik in het atelier van de acadamie een schilderij, waarop een schedel
met een litteken staat afgebeeld. Erik denkt nu dat hij in gevaar is, omdat hij ook
zo’n litteken heeft. Dit litteken veroorzaakt spanningen bij hem, omdat hij er altijd
mee gepest is en het hem in een isolement geplaatst heeft. Als hij later een
gipsen tors van Venus ontdekt op de academie, beschouwt hij deze als zijn
vrouw, omdat hij zich voor haar vanwege zijn litteken niet hoeft te schamen.
Erik, die uit een streng calvinistisch milieu komt, heeft een vriendinnetje, Ans.
Erik neemt haar mee naar zijn zolderkamertje en ze gaan voor het eerst met
elkaar naar bed. Ans, die Rooms-Katholiek is, biecht dit op aan de pastoor, die
haar de verdere omgang met Erik verbiedt. Na een tweede bezoek laat ze Erik in
de steek. Erik heeft inmiddels op het atelier van d’Ailleurs nader contact met Elly
gezocht, als de jonkheer er niet is. Op de academie ontmoet Erik de zonderling
‘De Spin’; deze is, evenals Van Grouw, een N.S.B.er.
Eriks moeder komt elke dag met de tram uit Oegstgeest om Erik een pannetje
eten te brengen. Op een avond vertelt ze zeer bedroefd, dat Eriks oudste broer
Frans, die bij de ondergrondse zit, difterie heeft. Als duidelijk is, dat Frans het niet
haalt, gaat Erik ‘De Spin’ om raad vragen. Deze geeft hem een briefje van
honderd, waarvoor Erik een krans voor Frans’ graf koopt. ‘De Spin’ pleegt later
zelfmoord, en Van Grouw vlucht op D-Day voor de geallieerden. Hij laat Erik in de
academie wonen en na enkele maanden trekt Elly bij hem in. Hij weigert
lichamelijk contact met haar omdat hij al die tijd met de gipsen tors leeft. Als hij
die nacht weer naar de tors gaat, betrapt Elly hem, als hij zich bevredigt. Uit
woede gooit ze de tors kapot. Erik grijpt haar daarop naar de keel en vermoordt
, haar in een vlaag van waanzin. Op de dag van de bevrijding wordt Erik
doodgeschoten, omdat de bevrijders denken, dat hij een verrader is.
Motto:
There is no trap so deadley as the trap you set for yourself. Omdat Erik zo gefixeerd
is op het litteken op zijn voorhoofd kan hij geen normaal leven leiden. Hij heeft een
val voor zichzelf gezet.
Tijd en tijdvolgorde:
Het verhaal speelt in de jaren 1944 en 1945. Het is chronologisch opgebouwd,
met tijdsverdichting en bevat enkele flash-backs. Er is een terugblik naar zijn
jeugd. Zo ongeveer toen hij tien jaar was. Nu is hij boven de 18 , dus de vertelde
tijd is minimaal 8 jaar.
Plaats/ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Leiden. De belangrijkste plekken zijn de academie, het
huis van de Spin, en het onderduikadres van Elly. De ruimte heeft wel degelijk invloed
op de spanning in het verhaal. Op de academie hangt een vreemde spanning, dat
komt door de personen die er rondhangen, maar ook hoe Erik het ziet. Hij vertelt een
stukje over een zolder en fantaseert er van alles bij. Daardoor wordt de ruimte
spannend, niet door de beschrijvingen.
Motieven: - litteken
- eenzaamheid
- seksualiteit
- agressie
- oorlog
Thema:
vergeefs pogingen om de eenzaamheid te doorbreken en onontkoombaarheid van de
dood.
Karakterbeschrijving en -ontwikkeling:
Erik van Poelgeest:
Hij is erg onzeker en geïsoleerd, en wijt dit aan het litteken op zijn slaap. Hij
probeert zich aan zijn seksuele remmingen en calvinistische opvoeding te
ontworstelen. Hij is ondergedoken voor de arbeidsdienst, en zoekt de zin van zijn
leven in de kunst. Hij is de enige, die een rond karakter heeft, hoewel er ook bij
hem weinig ontwikkeling te bespeuren valt.
Ans:
Een streng rooms-katholiek meisje. Vrij naïef, schuw en niet erg wereldwijs. Zij is
een vlak karakter.
Paul d’Ailleurs:
Een 60-jarige meester in de rechten, die ontevreden is met zijn leven, omdat hij
geen praktijk heeft kunnen opbouwen. Hij maakt misbruik van Elly’s
afhankelijkheid en heeft seksueel contact met haar. Hij is een vlak karakter.
Elly:
Een ondergedoken joods meisje, met een vrij onopvallend uiterlijk. Ze aanvaardt