Gezin en Samenleving
Hoorcollege 7
Jonkman, C.S., Oosterman, M., Schuengel, C., Bolle, E., Boer, F. (2014). Disturbances in
attachment: Inhibited and disinhibited symptoms in foster children. Child and
Adolescent Psychiatry and Mental Health 8(21)
- RAD: Reactive Attachment Disorder = Als een kind zich niet kan binden of een voorkeur
heeft voor een verzorger.
- Pathogene zorg = zorg die niet goed is voor het kind, hoe goed bedoeld ook.
Er zijn twee vormen: Inhibited (ontwijking, angst voor het onbekende): Nog steeds vormen
van RAD. Disinhibited (regels van sociaal gedrag niet naleven, impulsief zijn, niet begrijpen
wat risico’s zijn, maken qua aandacht geven niet echt verschil tussen echte opvoeders en
andere volwassenen): Disinhibited social engagement disorder. Moeten deze twee wel
gescheiden zijn? Uit onderzoek blijkt dat het terecht is dat ze apart worden gezien.
Oosterman, M., Schuengel, C., Slot, W. R., Bullens, R. A. R., & Doreleijers, T. A. H.
(2007). Disruptions in foster care: A review and meta-analysis. Children & Youth
Services Review, 29(1), 53-76.
Placement breakdown = niet succesvolle plaatsing in pleeggezin. Dit kan veroorzaakt worden
door kinderen op oudere leeftijd te plaatsen, doordat ze gedragsproblemen hebben of doordat
ze eerder slechte ervaringen hebben gehad met pleegzorg. Pleeggezinfactoren: Leeftijd
pleegouders, andere kinderen in gezin, type plaatsing en opvoedstress.
Vanderfaeillie, J., Van Holen, F., Trogh, L., & Andries, C. (2012). The impact of foster
children's behavioural problems on Flemish foster mothers' parenting behaviour. Child
and Family Social Work, 17, 34-42.
Probleemgedrag heeft een direct negatief effect op opvoedgedrag en leidt tot neer negatieve
controle en minder steun. Hogere levels van opvoedstress leiden tot minder effectief
opvoeden.
Dorsey, S., Farmer, E., Barth, R., Greene, K., Reid, J., & Landsverk, J. (2008). Current
status and evidence base of training for foster and treatment foster parents. Children
and Youth Services Review, 30, 1403-1416.
MAPP en PRIDE, twee pleegoudertrainingen, worden nauwelijks empirisch ondersteund.
, Gezin en Samenleving
Hoorcollege 7
College
- Wat is het doel van pleegzorg?
Het bieden van een stabiele en veilige omgeving waarin het kind zich optimaal kan
ontwikkelen en ontplooien.
- Welke factoren beïnvloeden de ontwikkeling van pleegkinderen: voorwaarden en risico’s?
- Welke afwegingen maken bij beslissen welke hulp nodig is?
Wat is pleegzorg?
- Van primair ouderschap naar volwaardig ouderschap: niet meer alleen kleding kopen oid
maar ook liefde en verzorging bieden.
- Van alle tijden en culturen
- Uithuisplaatsing als het kind thuis niet veilig is
- Vorm van jeugdzorg
- 2013: 16.065 gezinnen vingen 21.606 kinderen op; in 10 jaar verdubbeld
- Pleegzorg eerste keus bij uithuisplaatsing
Verschillende vormen
- Informeel: binnen je eigen netwerk (sinds 2015; meeleef gezinnen: bijv. 1 keer per week
oid.)
- Formeel: bestandsplaatsing
* Crisispleegzorg 16%
* Deeltijdpleegzorg 16%
* Voltijd 68%
- Hulpverlenersvariant
- Opvoedvariant
Pleegzorg vs. adoptie
- Tijdelijk vs. altijd
- Beperkte vs. volledige zeggenschap
- Ouders dichtbij vs. op afstand
- 21 jaar en ouder vs. 21-42 jaar
- Kosteloos? Vs. hoge kosten
Juridisch kader
- Vrijwillig kader
- Niet-vrijwillige plaatsing: kinderbeschermingsmaatregel
* Voorlopige voogdij, OTS
* Machtiging uithuisplaatsing
- Ontheffing: nalatige ouders
- Ontzetting: mishandeling bijv.
- Blokkaderecht pleegouders
- Pleegoudervoogdij
Risico’s ontwikkeling pleegkinderen
- Problematische achtergrond
- Verstoorde gehechtheid en stressreactiesysteem