\
Instelling???
Thuiszorg
Reflectie & Ethiek
naam
Studentnummer: 1778024
Inleverdatum: 20-06-2022
Docent: naam
Groep: GVE-2R2-CAR-B
Aantal woorden:
6681
, Inleiding
In dit verslag werk ik de opdrachten reflectie & ethiek uit voor de opleiding HBO-verpleegkunde aan
de hogeschool Utrecht. In dit verslag beschrijf ik een casus van een reflectie op een situatie tussen de
stagiaire en de cliënt met multimorbiditeit. Aan de hand van de reflectiewijzer heb ik een casus
beschreven en gereflecteerd op de casus, vervolgens heb ik alternatieven geformuleerd.
Mijn stage heeft plaatsgevonden in de thuiszorg bij de instelling Instelling???. Mijn werkbegeleider
heeft samen met mij gekeken, welke situatie geschikt was voor deze opdracht. Voor deze opdracht
heb ik een voorgevallen casus beschreven die veel impact heeft gehad op de stagiaire. De casus
wordt beschreven aan de hand van de reflectiewijzer. De reflectiewijzer beschrijft de situatie, geeft
betekenis aan de situatie. Via de reflectiewijzer ga ik onderzoek doen, alternatieven formuleren en
uiteindelijk een verandering plaats laten vinden.
Tijdens het schrijven van dit verslag heb ik veel steun gehad van mijn werkbegeleider en mijn
medestudenten, hierdoor zijn mijn vragen of als ik tegen iets aanliep snel beantwoord en opgelost. Ik
heb voor de reflectie mijn casus op 21 april voorgelegd aan mijn stageklas en feedback gekregen, dit
heeft mij erg geholpen.
Veel leesplezier toegewenst.
NAAM
Utrecht, 19-05-2022
2
, Inhoudsopgave
1. Reflectiewijzer 4
1.1 Situatie beschrijven 4
1.2 Betekenis geven 5
1.2.1 Wat ging er verkeerd? 5
1.2.2 Wat was mijn gevoel bij de situatie? 5
1.2.3 Wat wil ik bereiken met de reflectie? 6
1.3 Onderzoek doen 6
1.3.1 Heb ik dit vaker? 6
1.3.2 Hoe kijken anderen hier tegen aan? 6
1.3.3 Wat zegt de theorie hierover? 6
1.3.4 Wat is de invloed van de omgeving? 7
1.4 Alternatieven formuleren 7
1.5 Verandering 9
2. Ethiek 10
2.1 Inleiding 10
2.2 Oriëntatie 10
2.2.1 Beschrijving van normen, waarden en eigen belangen 10
2.2.2 Achtergrond 11
2.2.3 Casus beschrijven op micro niveau 12
2.2.4 Eerste reactie 12
2.2.5 Morele vraag 12
2.2.6 Feiten 13
2.3 Analyse 13
2.3.1 Betrokkenen en hun perspectieven 13
2.3.2 Voor en tegen argumenten op de morele vraag 13
2.4 Conclusie 14
3. Reflectie op de bijeenkomsten 16
4. Literatuurlijst 17
5. Bijlagen 17
5.1 Tweede uitgewerkt reflectie verslag 19
5.2 Peer review van een mede student 20
3
, 1. Reflectiewijzer
1.1 Een situatie beschrijven
In dit deel zal ik de casus beschrijven, waarop ik later in dit verslag zal reflecteren.
Omwille van de privacy is de naam geanonimiseerd en gebruik ik hiervoor mevrouw X.
De reflectie: een mevrouw die bekend is met epilepsie, neurologische problemen, osteoporose,
slechthorendheid, kwetsbare huid en een verslechterd hart. Door alle aanvallen van de epilepsie zijn
veel zenuwen beschadigd, hierdoor zit mevrouw X in een rolstoel en is ze niet meer mobiel.
Mevrouw X woont al 40 jaar in een aanleunflat waar mevrouw X thuiszorg krijgt. Mevrouw X wordt
verdacht van een verminderd cognitief vermogen en is nauwelijks te verstaan.
In week zes van mijn stage in de thuiszorg, liep ik samen met mijn werkbegeleider een wijkroute, die
route, hadden wij al vaker samen gelopen. Mevrouw X was al bekend met mij en mijn
stagebegeleider. Mijn stagebegeleider had mij, toen wij voor de eerste keer mevrouw X gingen
bezoeken, al gewezen op het feit dat mevrouw X moeite had met nieuwe mensen. Mevrouw X heeft
voor alles haar eigen manieren en alles moet en zal op haar eigen manier gaan.
Ik was de week voor het incident met mevrouw X meegegaan naar de huisarts. Op dat moment was
ik alleen bij haar thuis. Mevrouw had toen last van diarree, ik had haar naar het toilet geholpen en
aan het einde van mijn dienst de badkamer opgeruimd.
Op de dag van het incident kwamen mijn stagebegeleider en ik binnen bij mevrouw X voor de
ochtendzorg. Mijn stagebegeleider liep naar de badkamer en ik bleef wachten naast mevrouw haar
bed. Mevrouw keek mij aan en begon op haar manier ‘’schreeuwen’’. Zij zei tegen mij dat ik de vorige
keer, toen ik er alleen was niet goed had opgeruimd en dat ik er een zooitje van had gemaakt. Mijn
werkbegeleider en ik keken elkaar aan en ik schudde ‘nee’ van dat het niet zo was gegaan. De
woorden van mevrouw X negeerde ik en wij gingen verder met de zorg.
Even later, toen mijn stagebegeleider bezig was met de zorg en ik niet niks wilde doen, besloot ik vast
haar broek op te ruimen. Ik hing de broek op een haakje, zoals het volgens mevrouw X moet.
Mevrouw X begon te schreeuwen en riep dat de broek scheef op het haakje zat. Ik was al wel wat
gewend van deze cliënt, dus dit liet ik dit langs mij heen gaan.
Op een gegeven moment had mevrouw X de rolstoel nodig. Ik pakte de rolstoel en zette de rolstoel
naar mijn idee, op de juiste manier bij haar bed. Dit was volgens haar niet de juiste manier en ik
kreeg weer de volle laag. Dat moment was moeilijk voor mij, want keer op keer viel mevrouw X tegen
mij uit. Ik viel toen uit tegen mevrouw X over haar gedrag richting mij en de andere zorgverleners.
Het gaf mij het gevoel, alsof ik niks goeds kon doen en dat het mijn schuld was. Ik weet natuurlijk dat
dat niet het geval was, maar op dat moment voelde dat wel zo. Ik voelde mij eigenlijk voor schut
gezet door haar. Ze begon tegen mij te schreeuwen, terwijl mijn stagebegeleider erbij stond. Ik werd
hier erg ongemakkelijk van en ik kreeg hierdoor ook boze gevoelens. Ik had wel meteen op dat
moment besloten dat ik er iets van ging zeggen. Normaal gesproken zou ik niet reageren op cliënten
die ongepast praten tegen zorgverleners, maar nu was mijn emmertje vol. Toen mevrouw X in de
rolstoel zat heb ik haar aangesproken op de manier over hoe ze tegen ons, als zorgverleners praat en
dat dit niet acceptabel is. Ik ging op mijn hurken naast haar zitten en heb met een verharde stem
tegen haar gesproken. Ik heb mevrouw uitgelegd, dat ze op een rustige, normale manier aan ons
haar wensen kenbaar mag maken en dat ze ook best het woord ‘alsjeblieft’ voor haar zinnen kan
zetten. Hierop deed mevrouw alsof ze mij niet hoorde, terwijl als ik iets anders zei, ze dat wel
hoorde. Mijn stagebegeleider en ik zeiden tegen elkaar, ze hoort het echt wel. Dit frustreerde mij
4