WEEK 6: EETSTOORNISSEN
KLINISCHE PSYCHOLOGIE – THEORIEËN EN PSYCHOPATHOLOGIE &
DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING
H OOFDSTUK 17 – E ETSTOORNISSEN & H OOFDSTUK 20 – E ETSTOORNISSEN
Anorexia Nervosa
Mensen met AN hebben bij aanvang van de eetstoornis een normale eetlust. Ze kunnen wel eten, maar ze willen niet.
Kenmerkend voor mensen met AN is dat zij continu in de veronderstelling zijn dat ze dik zijn. Opmerkelijk is dat deze
gedachte en de angst om dikker te worden niet verdwijnt wanneer ze gezichtsverliezen. Het lijkt er juist op dat
gewichtsafname de angst om dikker te worden lijkt te versterken. Ook ontkent een patiënt vaak de ernst van het
gewichtsverlies. Zelfwaardering hangt sterk af van hun ideeën over lichaamsvormen en gewicht. Gewichtsverlies wordt
beschouwd als een teken van buitengewone zelfdiscipline.
De inschatting van lichaamsgrootte hangt af van iemands referentiepunt: wie dunner is overschat meer, wie dikker is
onderschat meer. Het is nog niet duidelijk of de perceptie van het eigen lichaam bij mensen met AN gestoord is. Het lijkt
erop dat ze de omvang van hun lichaam overschatten. Echter, er kan ook sprake zijn van depressief realisme: een
realistische kijk maakt ongelukkig, terwijl een te optimistische kijk juist leidt tot blije gezondheid.
De gevolgen van AN kunnen zijn: verstoorde of uitblijvende menstruatiecyclus, koude tenen of vingers met een
blauwpaarse kleur (cyanose), lage lichaamstemperatuur (hypothermie), donsachtige beharing op het lichaam
(lanugobeharing), verlaagde bloeddruk (hypotensie), vertraagde hartslag (bradycardie) en vertraagde stofwisseling.
Diagnostische criteria
A. Het beperken van de energie-inname ten opzichte van de energiebehoefte, resulterend in een significant te laag
lichaamsgewicht voor de leeftijd, de sekse, de groeicurve en de lichamelijke gezondheid. Een significant te laag gewicht wordt
gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan het minimale normale gewicht of, bij kinderen en adolescenten, een lager
gewicht dan wat minimaal wordt verwacht.
B. Een intense vrees om aan te komen of dik te worden, of persisterend gedrag dat gewichtstoename verhindert, zelfs al heeft
betrokkene een significant te laag gewicht.
C. Een stoornis in de manier waarop de betrokkene zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart, een onevenredig
grote invloed van het lichaamsgewicht of lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf of persisteren om het niet onderkennen
van de ernst van het actuele lage lichaamsgewicht.
Subtype
Beperkend type: Gedurende de afgelopen drie maanden is de betrokkene niet gedurende recidiverende episoden bezig
geweest met eetbuien of purgeergedrag (zelf opgewekt braken of misbruik van laxantia, diuretica of klysma's). Dit
subype is beperkt tot klinische beelden waarbij het gewichtsverlies voornamelijk tot stand komt door dieet houden,
vasten en/of overmatige lichaamsbeweging.
Eetbuiten/purgerend type: Gedurende de afgelopen drie maanden is de betrokkene gedurende recidiverende episoden
bezig geweest met eetbuien of purgeergedrag (zelf opgewekt braken of misbruik van laxantia, diuretica of
klysma's). Purgeren is het voedsel zo snel mogelijk weer uit het lichaam verwijderen.
Specificeer indien
Gedeeltelijk in remissie: Eerder is aan alle criteria voldaan, maar nu niet aan criteria A voor een substantiële periode,
terwijl aan criteria B en C wel wordt voldaan
Volledig in remissie: Eerder werd aan alle criteria voldaan, maar op dit moment aan geen criteria voor een substantiële
periode van tijd.
Specificeer actuele ernst
Licht BMI ≥ 17 kg/m2
Matig BMI 16-16.99 kg/m2
Ernstig BMI 15-15.99 kg/m2
Zeer ernstig < 15 kg/m2
Boulimia Nervosa
Kenmerkend voor BN is een chaotisch eetpatroon, compensatiegedrag en irrationele ideeën over lichaamsvormen, uiterlijk
en gewicht. Perioden van karig eten worden afgewisseld met aanvalsgewijs, overmatig eten. Tijdens een eetbui wordt een
hoeveelheid voedsel verorberd die aanzienlijk groter is dan andere mensen zouden eten in hetzelfde tijdsbestek. Ook is
, WEEK 6: EETSTOORNISSEN
hierbij sprake van een subjectieve beleving van controleverlies. Na een eetbui zijn mensen met BN bang voor
gewichtstoename, dus maken zij gebruik van compensatiegedrag: purgeren, lijnen, vasten en/of bewegen. Er bestaan
irrationele cognities over lichaamsvormen, gewicht, voedsel en eetgedrag. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘goed’
en ‘slecht’ in al hetgeen dat eetbaar is. Deze dichotome redeneerwijze nodigt snel uit tot falen.
De meeste medische gevolgen van BN zijn reversibel. Er kan sprake zijn van verlies van vocht ( dehydratatie) wat zorgt voor
droge huid, duizeligheid, licht gevoel en flauwvallen. Ook kan er een stoornis zijn in de elektrolytenhuishouding. Dit speelt
een belangrijke rol in stofwisselingsprocessen en zorgen ervoor dat zenuw- en spiercellen goed functioneren.
Mensen met BN hebben vaak een normaal gewicht. Hier ligt ook het onderscheid tussen het ‘eetbuiten/purgerende’ type
van AN.
Diagnostische criteria
A. Recidiverende eetbui-episodes. Een eetbui-episode wordt gekenmerkt door beide volgende kenmerken:
(1) Episode of binge-eating: Het in een afzonderlijke tijdsperiode (bijvoorbeeld twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die
beslist groter is dan die de meeste mensen binnen dezelfde tijd, onder vergelijkbare omstandigheden zouden eten.
Type voedsel verschilt en het gaat niet per se om de craving naar specifiek voedsel . Echter, er wordt vaak wel
gebinged wat normaal wordt ontweken.
(2) Het gevoel tijdens de episode geen beheersing te hebben over het eten (bijvoorbeeld de betrokkene heeft het gevoel niet te
kunnen stoppen met eten, of zelf niet te kunnen beheersen wat en hoeveel hij of zij eet).
B. Recidiverend inadequaat compensatoir gedrag om gewichtstoename tegen te gaan, zoals zelf opgewekt braken (soms het doel),
misbruik van laxantia, diuretica of andere medicatie, vasten; of overdadige lichaamsbeweging.
C. Zowel de eetbuien als het inadequate compensatoire gedrag doen zich gedurende drie maanden gemiddeld minstens eenmaal per
week voor.
D. De lichaamsvorm en het lichaamsgewicht hebben een onevenredige grote invloed op het oordeel over zichzelf.
E. De stoornis treedt niet uitsluitend op tijdens episoden van anorexia nervosa.
Specificeer indien
Gedeeltelijk in remissie
Volledig in remissie
Specificeer actuele ernst
• Licht: Gemiddeld 1 tot 3 episoden met inadequaat compensatoir gedrag per week.
• Matig: Gemiddeld 4 tot 7 episoden met inadequaat compensatoir gedrag per week.
• Ernstig: Gemiddeld 8 tot 13 episoden met inadequaat compensatoir gedrag per week.
• Extreem: Gemiddeld 14 of meer episoden met inadequaat compensatoir gedrag per week.
Eetbuistoornis
Mensen met een eetbuistoornis eten een objectief grote hoeveelheid voedsel en ervaren controleverlies, maar nemen
daarna geen gewichtscontrolerende maatregelen. Ze compenseren dus niet voor eetbuien. Deze stoornis komt aanzienlijk
meer voorbij mensen met flink overgewicht, dan bij slanke mensen.
Diagnostische kenmerken
A. Recidiverende eetbui-episodes. Een eetbui-episode wordt gekenmerkt door beide volgende kenmerken:
(1) Het in een afzonderlijke tijdsperiode (bijvoorbeeld binnen een periode van twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die beslist
groter is dan die de meeste mensen binnen dezelfde tijd, onder vergelijkbare omstandigheden zouden eten.
(2) (2) Het gevoel tijdens de episode geen beheersing te hebben over het eten (bijvoorbeeld de betrokkene heeft het gevoel niet te kunnen
stoppen met eten, of niet te kunnen beheersen wat of hoeveel hij of zij eet).
B. De eetbui-episodes hangen samen met drie (of meer) van de volgende kenmerken:
(1) Veel sneller eten dan normaal.
(2) Dooreten totdat een onaangenaam vol gevoel ontstaat.
(3) Grote hoeveelheden voedsel nuttigen zonder lichamelijke trek te hebben.
(4) Alleen eten, uit schaamte over de hoeveelheid die de betrokkene nuttigt.
(5) Achteraf van zichzelf walgen, zich somber of erg schuldig voelen.
C. Er is sprake van duidelijke lijdensdruk door de eetbuien.
D. De eetbuien komen gedurende drie maanden gemiddeld minstens eenmaal per week voor.
E. De eetbuien gaan niet gepaard met het recidiverend toepassen van inadequaat compensatoir gedrag zoals bij boulimia nervosa, en treden
niet uitsluitend op in het beloop van boulimia nervosa of anorexia nervosa.
Specificeer indien
Gedeeltelijk in remissie
Volledig in remissie
Specificeer actuele ernst
Licht Gemiddeld 1 tot 3 eetbui-episodes per week.