RECHTSWETENSCHAP SEMESTER 1
Waarschuwing: Let bij het gebruik van dit document op de plagiaatcontrole van de Universiteit!
Positivisme, natuurrecht en interactionisme
“De geordende wereld van het recht”
Recht als betekenissysteem
Een betekenissysteem betreft de geordende, georganiseerde blok. Recht als betekenissysteem, als
naast en soms tegenover elkaar staande perspectieven. iedereen bekijkt iets anders, er is geen
neutrale manier van kijken.
Definities van het recht:
- Een verzameling van wetten;
- Een verzameling van regels (geboden en verboden) die in Nederland gelden (dus bevoegd
zijn vastgesteld), en waaraan we ons moeten houden;
- Een verzamelingen van regels en beginselen die in Nederland gelden;
- Recht is wat in een individueel geval wordt gezegd recht is
- Recht is dat wat als rechtvaardig wordt ervaren (of de gelijkheid dienst, of tot vrede aanleiding
geeft, of transacties efficiënt doet verlopen)
Positivisme
Het recht is tot stand gebracht door instanties die bevoegd zijn om rechtsregels te maken het recht
is gemaakt, gepositiveerd. De positivistische visie op het recht neemt het positieve, geldende recht als
uitgangspunt.
Omschrijving van het recht: recht is een verzameling regels en begrippen, een door de bevoegde
instanties gezaghebbend vastgestelde verzameling. Regels hebben de aard van bevelen mensen
kunnen zich beter aan de regels houden dan een conflict met de staat riskeren.
Recht en moraal (of vorm en inhoud) zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden slecht recht is
dus ook geldend recht!
Verschil primaire rechtsregels = rechtsregels die normen geven voor het gedrag van degenen tot wie
de regels zich richten – en secundaire rechtsregels = dit zijn rechtsregels die aangeven op welke
manier en door wie primaire rechtsregels geldig kunnen worden gemaakt.
Voordelen:
- Door te concentreren op de verzameling geldende regels en begrippen, kan men methoden
ontwikkelen om het geldende recht op te sporen;
- Door gebruik te maken van die methoden een zeker normatief houvast ontstaat voor de jurist
en voor de niet-jurist
Gevolg: volledige kennis van het geldende recht: iedereen die daaraan behoefte heeft, is in staat
kennis te nemen van de regels die hem of haar aangaan (rechtszekerheid, helderheid, duidelijkheid).
Nadelen:
- De formele recht is een verzameling regels en begrippen is onvolledig – mist uitvoering van de
regels
- Gebrek aan inhoud, waar hoort de rechtvaardigheid thuis (onrechtvaardig)
Rechtsbron = geschreven rechtsbronnen, op gezaghebbende teksten die rechtsregels formuleren.
Veel nadruk op geschreven recht: wet en verdrag. Noodgedwongen jurisprudentie, nog meer
noodgedwongen gewoonterecht.
WC: het recht is een verzameling regels die op formeel geldige wijze tot stand zijn gekomen.
Formeel criterium voor geldigheid: als uitgevaardigd door een bevoegd orgaan, dan is het
recht
Strikt onderscheid tussen recht en moraal
Geen fundament waarop eeuwig en onveranderlijke normen kunnen worden gegrondvest
Kernwaarde rechtszekerheid
Natuurrecht
Pagina 1 van 20
,Uitgangspunt is dat iedereen die met rede begiftigd is, voor zichzelf kan nagaan wat onrecht is en dat
hieruit voortvloeit dat aan de kwaliteit van het geldende recht bepaalde eisen moeten worden gesteld.
Recht moet zoveel mogelijk synoniem zijn met gerechtigheid. Recht heeft twee aspecten: naast het
gepositiveerde recht is er een ideaal recht, waaraan de geldende regels kritisch getoetst moeten en
kunnen worden. Ideale recht = natuurrecht.
Opvatting over het recht: recht is onvolledig gerealiseerde rechtvaardigheid. De hogere regels zijn
geen bevelen die door wereldlijke machten zijn gegeven, maar absolute geboden en verboden.
Het geschreven recht is een neerslag van het ongeschreven recht. Er moet een voortdurende ijking
plaatsvinden van geldende normen aan hogere waarden, bijvoorbeeld aan rechtsbeginselen.
Recht en moraal zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden: slecht recht is geen geldend recht!
Voordelen:
- Rechtsaanhanger hoeft zich niet dienstbaar op te stellen aan de status quo
- Geldende recht kan kristisch getoetst worden en als het onrechtvaardig is, worden afgewezen.
- De door het natuurrecht gevoerde discussies hebben een breed bereik
Nadelen:
- Wat is de inhoud van het hogere recht
- Hoe kun je weten wat er voor beginselen zijn en wat ze concreet vereisen
Rechtsbron = de menselijke rede – de rationele vermogens van de mens. Geschreven recht (wet,
verdrag, jurisprudentie) maar aangevuld en zo nodig opzij gezet door menselijke reden. Veel nadruk
op beginselen ook ongeschreven Gewoonterecht ook maar moet wel redelijk zijn.
WC: Het ideale recht is rechtvaardigheid; het geldende recht is onvolledig gerealiseerde
rechtvaardigheid.
Materieel (inhoudelijk) criterium voor recht: recht moet rechtvaardig zijn.
Een strikt onderscheid tussen recht en moraal isniet te maken, recht is verbonden met
rechtvaardigheid
Er zijn bepaalde gedeelde normen onafhankelijk van tijd en plaats die kunnen dienen als
fundament voor het gehele rechtsstelsel
Belangrijkste waarde, rechtvaardigheid (recht doen aan morele grondbeginselen)
Interactionisme
De interacties tussen mensen waarbij rechtsregels in het spel komen staat centraal. Het recht wordt
door mensen gemaakt en in stand gehouden, vaak in de vorm van geschreven recht. Het recht is ook
te beschouwen als een vocabulaire, waarin rechtsbeginselen en andere idealen voorkomen, zodat
iedereen zich op zijn tijd op universeel klinkende maar tegelijk in de geschiedenis naar voren gekomen
uitgangspunten kan beroepen. Ook bepaalde manieren van handelen en onderhandelen, van
optreden in de wereld en rekenen met de gevolgen daarvan, horen tot het recht. Het recht is een
activiteit. Rechtsregels komen naar voren in het sociale verkeer. Regels wijzen op tweezijdigheid in de
communicatie: regels zijn de neerslag van relaties tussen mensen, van wat men redelijkerwijs van
anderen in een bepaalde situatie mag verwachten.
Veel onderzoek. Willen de sociale werking van het recht begrijpen. Kennis van sociale regels
is noodzakelijk voor een goed begrip van rechtsregels.
Voordelen:
- Dwingt ertoe alert te zijn voor allerlei verschillende kenmerken van het recht: de regels waar
men zich op beroeps, de manier waarop procedures zijn ingericht en de werkwijze van
organisaties die het recht toepassen, de waarden die aan regels en procedures ten grondslag
liggen, en bovenal de verwachtingen van partijen in een concrete situatie.
- Brengt de verschillende perspectieven op het rechtshandelen ter sprake
- Normatieve oriëntatie die de jurist de rol toekent van een bemiddelaar
- Het recht komt voort uit een maatschappelijke discussie over de rechtmatigheid van de
verwachtingen die naar voren komen in bepaalde interacties
Nadelen:
- Het is nodig om over criteria te beschikken die geldig van niet-geldig recht afbakenen.
- Recht is inhoudelijk ongrijpbaar en dreigt de jurist terug te zetten in de rol van een
discussieleider
- Ontbreken gezag in het recht, wezenlijke rol van de staat wordt miskend (vaagheid)
Pagina 2 van 20
, - Onmogelijk tussen interacties een stabiele rangorde aan te brengen
Rechtsbron = interacties tussen mensen en de verwachtingen die daardoor worden opgeroepen.
Geschreven recht (wet, verdrag, jurisprudentie) maar met veel nadruk op de gewoonte en op
jurisprudentie. Recht komt voort uit praktijken tussen mensen, dus nadruk op omstandigheden van het
geval en alle formele en informele regels die het geval beheersen.
Aanvulling Werkcollege:
Het recht is wat de rechtsgenoten in een bepaalde situatie in het licht van de bestaande regels als
recht ervaren.
Situationeel criterium voor geldigheid: wat de mensen ervaren als recht en waar ze
redelijkerwijs op mochten vertrouwen is recht;
Geen strikt onderscheid tussen recht en moraal, maar die moraal is niet onafhankelijk en
wordt zelf ook weer beïnvloed door het recht;
Het recht ontstaat van onderop de interactie tussen mensen levert recht op;
Kernwaarde: doelmatige afdoening van geschillen rechtvaardig door het meewegen van alle
gerechtvaardigde belangen
Natuurrecht (top down)_____________________________________ Rechtspositivisme (top down)
Interactionisme (bottom up)
Top down: gaat uit van hoger recht, recht staat boven de mens
Bottum up: Het recht komt voort uit onze verhoudingen, deze worden vastgelegd in hoge vorm
Belangrijk verschil tussen natuurrecht en interactionisme = natuurrecht moet objectieve normen
belichamen, interactionisme geeft rechtsnormen betekenis vanuit de samenleving, en worden ingevuld
op basis van opvattingen die op een bepaalde plaats en op een bepaald moment belangrijk waren
De overtuigingskracht van de drie betekenissystemen
De positivist verdedigt de voorkeur die men in het recht vaak heeft voor de rechtszekerheid, wat kan
betekenen dat regels moeten worden gehandhaafd omdat het nu eenmaal geldende regels zijn.
Het natuurrecht plaatst daartegenover de even sterk in het recht aanwezige behoefte om in naam van
de gerechtigheid regels op juridische kwaliteit te toetsen; een behoefte die een vermindering van
rechtszekerheid met zich meebrengt.
Het interactionisme plaatst zowel de regels als de beginselen in de context van het concrete geval,
waarin recht gedaan moet worden aan unieke omstandigheden.
Bronnen
Wet als rechtsbron
Wetgeving = geldend recht. Een wetgever of wetgevend orgaan heeft een beslissing genomen over
de inhoud van het geldende recht, op een bepaalde plaats en tijd, volgens een voorgeschreven
procedure of volgens vaste verwachtingen. Wetgeving heeft vaststaand gezag – men moet zich
hieraan houden. Wetgeving moet afkomstig zijn van een soevereine macht die in een bepaalde
samenleving gehoorzaamd wordt.
- Algemeen verbindend voorschrift
- Beschikking = individueel geval met een bepaald rechtsgevolg
- Beleidsregels: richtlijnen, circulaires, aanschrijvingen die gemaakt worden om de uitvoering
van het beleid aan regels te binden
Wet in formele zin = wetten afkomstig van de regering en Staten-Generaal
Wet in materiële zin = alle geldig vastgestelde algemeen verbindende voorschriften
Ook andere instanties kunnen wetten maken, omdat anders de wetgeving achter zou liggen.
Attributie = het geven van de wetgevende bevoegdheid aan instanties.
Delegatie = overdracht van geattribueerde regelgevende bevoegdheid aan een ander orgaan in de
overheidsorganisatie.
Het verdrag als rechtsbron
Pagina 3 van 20