Ak samenvatting H1
1.1
Het geboortecijfer gebruik je om het aantal geboorten in
verschillende landen met elkaar te vergelijken aantal
levendgeborenen per duizend inwoners. Je rond het af op één
decimaal.
Aantal geboorten
* 1000‰ = geboortecijfer + ‰
Bevolking
Het aantal levendgeborenen per duizend vrouwen van 15 tot 45 jaar
per jaar is het vruchtbaarheidscijfer.
Per duizend promille (‰)
Het sterftecijfer is het aantal mensen dat per jaar sterft per
duizend inwoners
Aantal sterfgevallen
* 1000‰ = sterftecijfer + ‰
Bevolking
Het verschil tussen geboorte en sterfte is de natuurlijke
bevolkingsgroei.
Als het geboortecijfer in een land hoger is dan her sterftecijfer, is er
een geboorteoverschot.
Als het sterftecijfer hoger is dan het geboortecijfer, is er een
sterfteoverschot.
Demografie is de studie die kijkt hoeveel mensen er in een land
wonen, hoeveel mensen er in bepaalde leeftijdsgroepen zitten en
wat de afkomst van mensen is.
Als landen zich ontwikkelen, veranderende geboorte/sterftecijfers
noem je dat de demografische transitie.
Fase 1. De levensomstandigheden zijn slecht, het sterftecijfer is hoog.
Vooral de zuigelingensterfte aantal kinderen dat in het eerste jaar
overlijd. De bevolking blijft gelijk, want mensen krijgen veel kinderen.
Fase 2. Een land ontwikkelt zich door betere levensomstandigheden en
verbeterde gezondheidszorg. Het geboortecijfer blijft hoog.
Fase 3. Mensen hebben kinderen niet meer nodig om voor zichzelf te
zorgen. Het aantal geboorten neemt af, het sterftecijfer ook, maar het
geboortecijfer blijft hoger. De bevolking groeit nog.
Fase 4. Sterftecijfer en geboortecijfer zijn beide laag, de bevolking stopt
met groeien.
Fase 5. In fase 2 en 3 groeide de bevolking, waardoor er nu veel ouderen
zijn. Het sterftecijfer stijgt en het geboortecijfer daalt. De bevolking kan
krimpen.
, o Ontwikkelingslanden 2/3
o Welvarende landen 4
o (hoe welvarender een land, hoe lager het geboorteoverschot)
1.2
In een bevolkingsdiagram zie je de leeftijdsopbouw van de
bevolking van een gebied.
De groene druk is de verhouding tussen het aantal jongeren en
het aantal mensen tussen 20 en 65 jaar.
Aantal mensen jonger dan 20
*100% = groene druk + %
Aantal mensen tussen 20 en 65
Een hoge groene druk is het kenmerk van ontwikkelingslanden,
omdat mensen kinderen nodig hebben voor hun
oudedagsvoorziening.
De grijze druk is de verhouding tussen het aantal ouderen en
mensen tussen 20 en 65 jaar.
Aantal mensen ouder dan 65
*100% = grijze druk + %
Aantal mensen tussen 20 en 65
Een hoge grijze druk hoort bij de 4e en 5e fase van de demografische
transitie.
1.3
Een pushfactor is een kenmerk van een gebied waardoor mensen
uit dat gebied willen vertrekken.
Je hebt 4 pushfactoren:
1. Politieke pushfactoren
Oorlog, gebrek aan vrijheid.
2. Economische pushfactoren
Mensen kunnen moeilijk in hun bestaan voorzien, weinig inkomsten.
3. Sociale pushfactoren
Er kunnen spanningen zijn tussen twee groepen of mensen hebben
een slechte sociale positie van een bepaalde groep in een land.
4. Milieufactoren
Droogte, overstromingen.
Een pullfactor is een kenmerk van een gebied waarom mensen
naar dat gebied willen verhuizen.
Je hebt ook 4 pullfactoren:
1. Politieke pullfactoren
Stabiele regering, vrije en veilige omgeving.
2. Economische pullfactoren
Veel werkgelegenheid, hoge salarissen, goedkope huizen, lage
belasting.
3. Sociale pullfactoren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annemijntje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.