Biologie H9
9.1
Je gezondheid hangt van verschillende factoren af:
Leefstijl: Je manier van leven is je leefstijl
Omgeving: Waar je woont en pesten heeft invloed op je gezondheid.
Gezondheidszorg: Bij de gezondheidszorg horen de huisarts, de
tandarts, de psycholoog, de fysiotherapeut en het ziekenhuis.
Bij genotmiddelen krijg je een lekker gevoel als je het inneemt.
Genotmiddelen als alcohol en sigaretten kunnen ook verslavend zijn: je bent
verslaafd of afhankelijk als je niet zonder kunt.
Je kunt op drie manieren afhankelijk zijn:
1) Lichamelijk afhankelijk: Je lichaam is er zo aan gewent, dat je zonder
klachten krijgt als hoofdpijn, trillen en zweten: ontwenningsverschijnselen.
2) Geestelijk afhankelijk: Je hebt het gevoel dat je niet zonder kunt.
3) Sociaal afhankelijk: Je mist het contact met mensen waarmee je het
genotmiddel gebruikte.
Drugs hebben op drie manieren invloed op je hersenen:
1) Verdovende middelen werken versuffend, ze verminderen pijn, angst en
spanning. Voorbeelden: wiet, alcohol en slaapmiddelen.
2) Stimulerende middelen laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: xtc,
speed en cocaïne.
3) Bewustzijnsveranderende middelen laten je hersenen anders werken.
Voorbeelden: paddo’s en wiet.
Het ontwennen van een drugs heet afkicken.
Nicotine is de verslavende stof in tabak. Het zorgt ervoor dat het bloed niet
meer goed doorstroomt.
Koolstofmonoxide is een gas dat je inademt als je rookt. De spieren nemen
minder zuurstof op.
Teer kleeft aan de binnenkant van je longen en gaat uiteindelijk ook aan de
buitenkant zitten. Het beschadigd het slijmvlies in je luchtwegen.
Je kunt door roken verschillende ziektes aan je luchtwegen krijgen:
COPD, hier behoren twee ziektes:
1) Chronische bronchitis: de bronchiën zijn ontstoken en maken meer
slijm.
2) Longemfyseem: de longblaasjes knappen, dus minder zuurstof.
Door teer in je longen heb je grotere kans op longkanker.
Als je alcohol inneemt, komt het in je bloed en gaat naar je hersenen en
organen, het wordt afgebroken in je lever.
Als je veel drinkt, ga je je anders voelen aangeschoten.
Als je nog meer drinkt kun je dronken worden.
Bij comazuipen (binge-drinken) drink je in korte tijd veel alcohol.
Je krijgt dan alcoholvergiftiging, je kunt zelfs in coma raken.
Bij blowen rook je wiet of hasj, meestal in een joint.
9.2
, Stoffen waarvan er te veel in je lichaam zitten, worden verwijderd
uitscheiding.
De longen, lever, nieren en huid zijn uitscheidingsorganen.
Je lichaam houdt de constant met regelkringen: zintuigen meten
vergelijken met de norm, de waarde die het moet zijn bijstellen door
zenuwstelsel/hormonen reactie in de orgaan.
Glucose geeft je energie om te bewegen en voor allerlei andere processen.
Je lichaam regelt de hoeveelheid glucose in je bloed met twee hormonen:
insuline en glucagon. Die hormonen worden gemaakt in de eilandjes van
Langerhans groepen cellen in de alvleesklier. De regeling van glucose en
glucagon:
1) Glucosegehalte stijgt:
Je eet, dat wordt verteerd tot glucosemoleculen.
Je lichaam meet dat er te veel glucose in je bloed zit.
Je alvleesklier geeft dan het hormoon insuline af.
Glucose wordt omgezet in glycogeen lange vertakte ketting van
glucosedeeltjes.
2) Glucosegehalte daalt:
Je lichaam meet dat er te weinig glucose in je bloed zit.
Je alvleesklier geeft het hormoon glucagon af.
Bij mensen met suikerziekte of diabetes werkt de regeling van glucose niet
goed. Het aantal glucose in het bloed is te hoog, omdat de organen minder
opnemen.
Twee soorten diabetes:
1) Bij diabetes type 1 zijn de alvleeskliercellen beschadigd, die maakt te
weinig insuline.
2) Bij diabetes type 2 zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor
insuline. Het komt veel voor bij mensen met overgewicht.
Je lever zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen.
De lever heeft twee toevoerkanalen:
1) De leverslagader, die voert bloed met zuurstof naar de lever.
2) Door de poortader komt bloed met stoffen.
In de leverader stroomt zuurstofarm bloed van de lever naar de holle ader.
Vier processen:
1) Opbouwen en omzetten: In je verteringsstelsel worden eiwitten afgebroken tot
bouwstenen: aminozuren. De lever kan ook glucose omzetten in vet en
daarvan cholesterol maken.
2) Afbreken: Wanneer je lever aminozuren afbreekt, ontstaat er ureum.
3) Afvoeren: Via de gal worden afvalstoffen uitgescheiden. Voorbeeld:
bilirubine.
4) Opslaan: De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen en slaat ook
ijzer op.
9.3
Je huid heeft 3 functies:
1) Je lichaam op temperatuur houden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annemijntje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.