100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting negatieve en positieve discongruentie, hydramnion en hydrops foetalis en obesitas €5,89   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting negatieve en positieve discongruentie, hydramnion en hydrops foetalis en obesitas

 4 keer bekeken  1 keer verkocht

puntsgewijze samenvatting

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 11 oktober 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (27)
avatar-seller
veertje_b
SAMENVATTING NEGATIEVE EN POSITIEVE Maternale determinanten
DISCONGRUENTIE, HYDRAMNION EN HYDROPS FOETALIS.  Lengte → hoe langer de moeder hoe hoger het
geboortegewicht.
Groeipotentieel Elk kind groeit in aanleg verschillend en  Gezond gewicht →
heeft zijn eigen optimale geboortegewicht, het individuele o een normaal gewicht beïnvloed de groei
groeipotentieel. Afhankelijk van: positief.
 Zwangerschapsduur o Hoger gewicht zorgt voor een hoger
 geslacht van het kind geboortegewicht.
 etniciteit  Pariteit → toenemende pariteit is gerelateerd aan een
 lengte en gewicht van de moeder toenemend geboortegewicht. Verschil is het grootst
 maternale pariteit. tussen het 1e en 2e kind, effect is zichtbaar na 36
weken.
Foetale groeivertraging (FGV) = Een foetus of neonaat is Foetale groeivertraging in de anamnese geeft een
beperkt in het bereiken van zijn individuele groeipotentieel. 50% verhoogd risico op opnieuw een groei vertraagd
Hierbij hoort: kind.
 een EFW onder de p10  Etniciteit → etnische verschillen kunnen resulteren in
 een AC onder de p10 lagere geboortegewichten.
 een afbuigende groei van minimaal 20 percentielen  Roken → hoe meer de moeder rookt, hoe minder het
met minimuminterval van 2 weken van de AC en/of kind weegt (kan verschil van 250 gr opleveren en bij
EFW. meeroken 25 gram).
 Andere intoxicaties → het foetaal alcoholsyndroom
Small for gestational age (SGA) = Kinderen onder de p10  (FAS) kenmerkt zich onder meer door foetale
Ook wel negatieve discongruentie. groeivertraging.
Ook harddrugs veroorzaken groeivertraging.
Negatieve discongruentie = 2-4 weken achter lopen ten  Stress en werkbelasting → kinderen van moeders die
opzichte van de zwangerschapsduur. veel psychosociale stress ervaren, zijn bij de geboorte
gemiddeld 150 tot 190 gram lichter.
De foetale groei doorloopt 3 fasen: Ook een hoge werkbelasting kan foetale
 Bevruchting tot 16 weken → toename van het aantal groeivertraging veroorzaken. Bekende variabelen zijn
cellen van alle organen (=cellulaire hyperplasie) nachtdiensten, onregelmatige dienst of ploegendienst,
 16 tot 32 weken  Bestaande cellen nemen in grootte minimaal vier uur per dag staan, zwaar tillen, lawaai en
toe (=cellulaire hypertrofie) matige tot hoge werkbelasting in combinatie met
 Na 32 weken wordt ook vet opgeslagen. 95% van de slechte sociale steun. Hoe meer van deze factoren
foetale gewichtstoename vindt plaats in de laatste 20 aanwezig zijn, hoe groter het risico op SGA.
weken.  Ondergewicht of overgewicht → Het risico op SGA is
 Aterme groeit een kind ongeveer 20 gram per dag ongeveer tweemaal hoger bij vrouwen die aan het
begin van de zwangerschap minder dan 45 kg wegen.
Symmetrische groeivertraging → vroege vorm, afname Een hoog BMI is een beschermende factor voor SGA.
groei hoofd en rest van het lichaam. Oorzaken:  Diabetes → Vrouwen met (zwangerschaps) diabetes
 intoxicaties, hebben een verhoogde kans op een te groot (LGA,
 maternale infecties ‘large for gestational age’) of een te klein kind (SGA),
 abnormale cel ontwikkeling bij chromosomale beiden met een verhoogde kans op perinatale
afwijkingen. problematiek
 Makkelijk op te sporen met SEO, moeilijk te behandelen.  Hypertensieve aandoeningen →
Zwangerschapshypertensie (pregnancy-induced
Asymmetrische groeivertraging → late vorm, groei van hypertension, PIH) en pre-eclampsie gaan gepaard met
hersenen krijgen prioriteit ten koste van andere organen. stoornissen in de aanleg en doorbloeding van de
De foetale buikomtrek blijft achter ten opzichte van de placenta. Dit heeft gevolgen voor de placentafunctie,
hoofdomtrek. wat kan leiden tot foetale groeivertraging.
Oorzaak:  Lichaamsbeweging → zou de doorbloeding van de
 placenta insufficiëntie. uterus kunnen beïnvloeden en een positief effect
 Moeilijk op te sporen. kunnen hebben op foetale groei.

De foetale groei is afhankelijk van: Foetale determinanten
 maternale  Zwangerschapsduur → langere zwangerschapsduur
 foetale correspondeert met een toenemend geboortegewicht.
 placentaire factoren  Geslacht van het kind → meisjes zijn lichter dan
jongens, verschil bij 26 weken zichtbaar.

,  Congenitale afwijkingen → bij 22-38% van de kinderen • Eerder LGA kind. Herhalingsrisico is 85%.
met chromosomale afwijkingen is er sprake van FGV
(=foetale groeivertraging). Overweeg bij een vroege Risico’s voor moeder bij macrosoom kind
(<32 weken) groeivertraging een GUO om congenitale • NVU -> FE/VE
afwijkingen uit te sluiten. Ernstige groeivertraging (<p3) • Kunstverlossing
<24 weken of bijkomende echoscopische afwijkingen • Sectio
-> aanvullende diagnostiek met genetische • 3e of 4e graadsruptuur
diagnostiek. • Fluxus
 Infecties → 10% (KNOV) of 5% (NVOG) van de gevallen.
Denk aan TORCHES: Toxoplasmose, Other (waaronder Risico’s voor macrosoom kind:
varicella, malaria en listeria), Rubella, Cytomegalie, • Schouderdys met claviculafractuur of beschadiging
Herpes simplex, Epstein-Barr (pfeiffer) en Syfilis. aan plexus brachialis.
• Neonatale hypoglykemie
Placentaire determinanten • Neontale hyperbilirubinemie
 Morfologie van de placenta → de grootte bepaalt de • Erbse parese
hoeveelheid voedingsstoffen en de zuurstofoverdracht • Neonatale sterfte
naar het kind. Placenta-afwijkingen geven een
verminderde bloedstroom naar het kind (bv. placenta Screening
circumvallata en partiële mola). Vanaf 26-28 weken wordt de foetale groei met seriële
 Morfologie van de navelstreng → 1 arterie of een fundus-symfysemetingen op een geïndividualiseerde curve
velamenteuze of marginale insertie zorgen voor FGV. uitgezet.  Deze moeten op een groeicurve worden gezet
die rekening houdt met AT, maternaal gewicht, maternale
Positieve discongruentie lengte en etniciteit.
 Groei boven de p95.
 Meestal loopt de groei 2-4 weken voor. Beleid
 Oorzaken kan zowel:  Echoscopische groeicontroles in het derde trimester op
o een foetale factor (macrosomie, indicatie:
polyhydramnion) als o positieve dyscongruentie,
o een maternale factor betreffen (uterus o moeilijk palpabele uterus
myomatosus). o BMI >30
o verdenking op polyhydramnion
Macrosomie o gestoorde OGTT
Kind (EFW en/of AC) boven de p95 of met een gewicht o eerder macrosoom kind.
≥4500 gram.  Bij macrosomie een OGTT. Een goede suikerregulatie
bij DGM door dieet of door insuline draagt bij een
Large for gestational age (LGA) normalisering van het geboortegewicht.
een geboortegewicht >p90.  Cliënten met EFW en AC >p95 zonder diabetes of
polyhydramnion dienen gecounseld te worden over
Factoren die bijdragen aan foetale groei een inleiding bij 38 weken.
 Groei van een foetus in à terme periode → sekse  Patiënten met verdenking op polyhydramnion of GDM
specifiek (meisjes zijn vaak kleiner) => verwijzen 2e lijn. Hier kan een GUO worden gedaan.
 lengte zwangerschapsduur.  Een multigravida met een LGA in de anamnese en een
 Maternale lengte zwangere met een EFW >p95 waarbij GDM uitgesloten
 Diabetes gravidarum → Hoe hoger de maternale is kunnen in de eerstelijn bevallen.
glucose bij de OGTT hoe groter de kans op een kind  Een EFW >p95 is een plaatsindicatie (D). Soms kan
met een geboortegewicht >p90. bevallen op “all fours” voordelen hebben.
 Overig → obesitas, multipariteit, serotiniteit en  Hoe vroeger IUGR hoe kleiner het kind in lengte (wel
geboortegewicht van de moeder. symmetrisch), lijkt wel een prematuur. Hoe lager IUGR
in de zwangerschap = asymmetrisch groei vertraagd.
Risicofactoren voor macrosomie/LGA Laat = na de 20ste week.
• BMI >30
• Multipariteit Vruchtwater
• Hogere maternale leeftijd  Vruchtwater wordt elke drie uur vernieuwd.
• GDM  Tot 30-34 weken neemt de hoeveelheid toe, daarna
• DM blijft het ongeveer constant.
• Serotiniteit  Het ontstaat bij 12 weken.
• Grote ouders
• Etniciteit

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veertje_b. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,89  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen