WC practicum anatomie 1
We zien een zij aanzicht met vijf hersenblaasjes
waaruit de hersen zich gaan ontwikkelen.
Geel = telencephalon, oranje = diencephalon, roze =
mesencephalon, blauw = metencephalon, groen =
myelencephalon.
Het ontwikkelt zich vanuit de neurale buis en
daarom is ventraal onder en dorsaal boven.
Op welk niveau zitten we hier?
Basale kernen zijn onderdeel van de grote
hersenen, bevinden zich in het diencephalon.
Die zien we al lopen hier. Je kan ook de ogen
zien, die snijden we aan op het rechter plaatje.
Je ziet in het midden van de hersenen de basale
kernen liggen. We zien geen kleine hersenen,
alleen cerebrum ( = grote hersenen). De grote
hersenen ontwikkelen zich uit het
telencephalon. We kijken op een plak, linker
plaatje is van bovenkant, rechter plaatje van de
onderkant, het gaat om dezelfde coupe.
Op welk niveau zitten we hier?
We zitten iets lager en kunnen nu wel een deel
van de hersenstam zien. We zitten dan ter
hoogte van het mesencephalon, dat is goed te
herkennen door ‘micky mouse’ vorm wanneer
je hem transversaal doorsnijd. Het is ook het
eerste blaasje van de hersenstam wat we
tegenkomen. Hersenstam bestaat uit
mesencephalon, metencephalon en
myelencephalon.
Wat zien we meer naar achter van de hersenstam?
We zien hier het cerebellum, de kleine hersenen. We zien hiervan net het
bovenste topje. In het mesencephalon kunnen we ook nog een aantal
dingen onderscheiden.
De oortjes van de ‘micky mouse’, die noemen we de pedunculi cerebri, dat
is witte stof waarin afdalende vezels lopen, waaronder de pyramide baan
die vanaf je cortex naar je ruggenmerg loopt. In die oortjes zien we ook een
zwart stukje, dit noemen we de substantia nigra. Dit is een kerngebied, wat
, ook ligt in het mesencephalon. Daarachter ligt ook nog een
kerngebied, dit is de nucleus rubor. Daarachter weer zien we een
klein gaatje, dit is het aquaduct. In de hersenen heb je een heel
ventrikel systeem waarin de liquor kan circuleren, we zitten nu ter
hoogte van het aquaduct.
Aan de achterkant kunnen we twee bolletjes zien, daaronder liggen
nog twee bobbeltjes, die zien we niet op deze doorsnede. Dit is de
vier heuvelen plaat, het zijn vier bolletjes die aan de achterkant van
de hersenstam liggen. Deze zijn betrokken bij de verwerking van
zicht en gehoor. We kijken nu naar de achterkant van de hersenstam
waar het cerebellum is afgesneden. Dan zien we bovenin de vier
bolletjes, de vier heuvelenplaat ofwel lamina quadrigemina. Dit is
helemaal aan de achterzijde van het mesenephalon, hier vinden we
coliculi inferior en superior.
We kunnen in deze coupe ookal twee hersenzenuwen herkennen, dit zijn
eerste en tweede hersenzenuw. De eerste hersenzenuw is de nervus
olfactorius ( = reuk) en nervus opticus ( = zicht). De eerste zullen we bij
de neus verwachten. De olfactorius ontspringt vanuit het telencephalon.
Hij loopt vanuit de neus en dan gaat hij naar het telencephalon. We
noemen ze hersenzenuwen, maar lopen in zijn geheel in het centrale
zenuwstelsel. Zenuw typeren we als verbinding vanuit het CNS naar de
rest van het lichaam. Het zijn officieel meer tracti dan nervi.
Waar loopt de n. opticus?
De opticus kruist in het chiasma opticum. We zien de zenuw niet lopen
vanuit het oog zelf, maar we zien wel de kruising vanuit het chiasma.
Daar loopt dus de n. opticus. Bij het chiasma zien we erachter een
puntje lopen, dit is de hypofyse. Deze ligt dicht bij het chiasma opticum.
We zien hier alleen de hypofyse steel, deze liggen dicht bij elkaar. Als je
een hypofyse tumor hebt, als het te groot wordt kan het allerlei
visusklachten geven, namelijk bitemporele hemianopsie.
We zien in het linker plaatje de n. opticus wel goed lopen. In de rechter
coupe kunnen we weer een deel van de hersenstam zien. We zitten nu ter hoogte van het
hersenblaasje metencephalon. Hieruit ontstaan ook de kleine hersenen, cerebellum. En hier
uit ontstaat ook een aantal hersenzenuwen, die ontspringen hier. Maar ook ontspringt de
pons uit het metencephalon. Hieruit ontstaat dus pons en cerebellum. Die pons is een beetje
gestreept, die is als een bolletje zichtbaar. We noemen het cerebellum ookwel arbor vitae
ofwel levensboom. Als we het cerebellum doorsnijden en we zien een soort van blaadjes.
Tussen pons en cerebellum zien we weer een holte liggen, dat is weer onderdeel van het
ventrikelsysteem, we zitten tussen aquaduct en vierde ventrikel.