BEDRIJFSECONOMIE
EINDEXAMEN 2022
A-VAN PERSOON TOT RECHTSPERSOON
Verzekering
Een contractuele overeenkomst die beschermt tegen de financiële gevolgen van een risico: bij een verzekering
betaal je periodiek een premie
- Schadeverzekering: bedrag uitgekeerd door verzekeraar bij schade
- Levensverzekering: keert bedrag uit bij overlijden of bij bereiken van een bepaalde leeftijd
Sparen
Geld apart houden voor later: op een spaarrekening ontvang je rente
- Depositogarantiestelsel: vergoedt bij faillissement van bank tot 100.000 euro
Vergoeding op je spaarrekening die je krijgt van bank is afhankelijk van:
- Looptijd: valt te verdelen in direct opneembare spaartegoeden en niet-direct opneembare
spaartegoeden (hogere rente, omdat bank meer zekerheid heeft)
- Hoogte bedrag: hoe hoger bedrag, hoe hoger rente
- Ontwikkelingen op financiële markt: hoe meer spaarders, hoe lager de rente en vice versa
Naast vrijwillig sparen is er ook verplicht sparen (bijv bij bedrijfspensioen)
Lenen
Het tijdelijk beschikbaar krijgen van geld van een ander, dat je vaak incl rente later moet terugbetalen → een
interest- en aflossingsverplichting. Interest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die moet worden betaald
voor het lenen van geld.
Redenen voor de geldgever om rente in rekening te brengen zijn:
- Het is een vergoeding van het uitstellen van zijn consumptie;
- Het afdekken van het risico dat de lening niet wordt terugbetaald (wanbetaling);
- Het is een vergoeding voor de gemaakte administratiekosten van een lening.
Er bestaan twee vormen van krediet, namelijk consumptief krediet en hypothecair krediet.
Krediet
Synoniem voor lening: bij een krediet wordt een product, dienst of geldbedrag geleverd welke binnen een
bepaalde termijn wordt terugbetaald. Er zijn 2 vormen van krediet:
1. Consumptief krediet: voor aanschaf van consumptiegoederen zoals auto
- Doorlopend krediet: consument mag tot een bepaald bedrag aan krediet
opnemen, de rente is variabel
- Persoonlijke lening: bedrag wordt in 1 keer opgenomen en afgelosten
bedragen mogen niet opnieuw worden opgenomen
- Koop op afbetaling: wordt in termijnen betaald
- Huurkoop: verkoper blijft eigenaar van het product, totdat alles is betaald
- Private lease: koop op afbetaling zonder aanbetaling
2. Hypothecair krediet: vormen van krediet met een onderpand op onroerende
goederen
Hypothecair Krediet valt te verdelen in 2 soorten hypotheken
Lineaire hypotheek
Elke periode een gelijk bedrag aan aflossing
- Voordeel: rentekosten worden zo elk jaar lager en ook de schuld wordt steeds kleiner
- Nadeel: belastingvoordeel neemt snel af (want het belastingvoordeel krijg je over de
betaalde rente en dat rentebedrag wordt gedurende de looptijd lager
Annuïteitenhypotheek
Je betaald elke periode een gelijkblijvend bedrag aan interest en aflossing samen (annuïteit)
- Eerst: veel rente, weinig aflossing en later: weinig rente, veel
aflossing
- Nadeel: belastingvoordeel wordt steeds kleiner
𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 = 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 𝑥 % 𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒
𝑎𝑓𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔 = 𝑎𝑛𝑛𝑢ï𝑡𝑒𝑖𝑡 − 𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔
𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 = % 𝑟𝑒𝑛𝑡𝑒 (𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔 − 𝑎𝑛𝑛𝑢ï𝑡𝑒𝑖𝑡 1𝑒 𝑗𝑎𝑎𝑟)
1
, Interest
Een ander woord voor rente, er bestaan 2 soorten interest:
1. Enkelvoudig interest: er wordt alleen rente berekend over het beginkapitaal (het oorspronkelijke bedrag)
2. Meervoudige interest / samengestelde interest: er wordt rente berekend over het zowel het
beginkapitaal als over de eerder bijgeschreven rente (rente over rente)
𝑝 𝑇
𝑒𝑛𝑘𝑣 𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑒𝑠𝑡: 𝐾 × 100 × 𝑐
Hierbij is: I = interestbedrag, K = kapitaal, p = rentepercentage per periode, T = tijd. De C staat voor constante. Bij jaren is dat 1, bij maanden 12,
bij weken 52 en bij dagen 365.
Eindwaarde
De waarde van een bedrag op een bepaald tijdstip in de toekomst op basis van samengestelde interest.
𝑛
𝑒𝑖𝑛𝑑𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑚𝑣 𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑒𝑠𝑡: 𝐾 × (1 + 𝑖 )
𝑛
(𝑟 − 1)
𝑒𝑖𝑛𝑑𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑟𝑒𝑒𝑘𝑠 𝑔𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔𝑒𝑛: 𝑎 × (𝑟 − 1)
Contante waarde
De waarde van het geld voordat je daar rente over ontvangt. Als je 5% rente ontvangt over € 1.000 is € 1.000 de
contante waarde. De eindwaarde van het geld is het geld dat je hebt nadat je daar rente over hebt ontvangen
- Je berekent wat een bedrag dat je in de toekomst ontvangt nu waard is tegen het huidige
rentepercentage → om na te gaan of een investering voldoende rendement oplevert.
−𝑛
𝑐𝑜𝑛𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒: 𝐸 × (1 + 𝑖)
−𝑛
(𝑟 − 1)
𝑐𝑜𝑛𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑟𝑒𝑒𝑘𝑠 𝑔𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔𝑒𝑛: 𝑎 × −1
(𝑟 − 1)
Vormen van interest
𝑖𝑛𝑡𝑒𝑟𝑒𝑠𝑡 = 𝐾 × 𝑝 × 𝑡
Eindwaarde samengestelde interest Eindwaarde enkelvoudige interest Eindwaarde somformule
𝑛 𝑛 𝑛
𝑅 −1 𝑅 −1
𝐸𝑛 = 𝑎 × 𝐸 = 𝐾 × (1 + 𝑖) 𝑆 = 𝑎 ×
(𝑟 − 1) 𝑅−1
Contante waarde samengestelde interest Contante waarde enkelvoudige interest Contante waarde somformule
−𝑛 −𝑛 𝑛
𝑅 −1 𝑅 −1
𝐶𝑛 = 𝑎 × −1
𝐶𝑛 = 𝐸 × (1 + 𝑖) 𝑆 = 𝑎 ×
𝑅 −1 𝑅−1
Zie laatste blz voor duidelijke aantekeningen
- Contante waarde: om startbedrag te berekenen
- Eindwaarde: om eindbedrag te berekenen
- Reeks gelijke bedragen: bij periodieke stortingen
- Enkelvoudige interest: alleen rente over beginkapitaal
- Samengestelde interest: interest over interest
Samenlevingsvormen
- Trouwen in gemeenschap van goederen: alle bezittingen
en schulden van voor het huwelijk zijn van beide echtgenoten
- Trouwen in beperkte gemeenschap van goederen: alleen de bezittingen en schulden na het trouwen
van beide echtgenoten en van voor het huwelijk zijn apart.
Bij een notaris kunnen huwelijkse voorwaarden worden opgesteld: een contract waarin wordt bepaald welk
vermogen van beide echtgenoten is en welk deel niet.
Geregistreerd partnerschap
Een alternatief voor het huwelijk, maar is in Nederland juridisch gelijk aan het huwelijk. Enkele verschillen tussen
het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn:
- Een geregistreerd partnerschap kan, wanneer er geen minderjarige kinderen zijn, buiten de rechter om
eindigen. Voor het ontbinden van een huwelijk moet je altijd naar de rechter.
- Het geregistreerd partnerschap kent geen scheiding van tafel en bed, het huwelijk wel.
- Een geregistreerd partnerschap kan omgezet worden in een huwelijk, maar een huwelijk kan niet
worden omgezet in een geregistreerd partnerschap.
- Geregistreerd partnerschap wordt in het buitenland niet altijd erkend.
Samenlevingscontract
Twee partners kunnen ook samenwonen zonder dat er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Samenwonen kan met of zonder samenlevingscontract
- Samenwonen zonder samenlevingscontract worden er geen afspraken gemaakt en blijven bezittingen
gescheiden (tenzij samen aangeschaft)
2
, Echtscheiding
het beëindigen van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bij de rechtbank. (!) Het is iets anders dan
scheiding van tafel en bed.
Een advocaat moet de scheiding schriftelijk aanvragen bij de rechtbank op verzoek van minimaal één van de
echtgenoten
- De advocaat regelt hierbij het officiële gedeelte met betrekking tot regels; kinderen, huis en bezittingen
- De rechter bepaald of het huwelijk duurzaam is ontwricht wat samenblijven onmogelijk maakt
- De rechter doet uitspraak in het register van de burgerlijke stand.
- Alimentatie = een bijdrage in de kosten voor onderhoud kan worden opgelegd. Bijv. kinderalimentatie
als er kinderen zijn of partneralimentatie als de ene veel minder verdiend dan de ander en hier niet goed
van kan rondkomen.
- Partnerpensioen Recht = het gezamenlijk opgebouwde pensioen moet verdeeld worden.
-
Samenlevingsvormen
HUWELIJK Beperkte gemeenschap van goederen: bezit vóór huwelijk blijft privé eigendom, bezit na
huwelijk wordt gezamenlijk eigendom
GEREGISTREERD PARTNERSCHAP afspraken over de gemeenschap van goederen
(MET VOORWAARDEN)
GEREGISTREERD PARTNERSCHAP Beperkte gemeenschap van goederen: bezit vóór huwelijk blijft privé eigendom, bezit na
(ZONDER VOORWAARDEN)
huwelijk wordt gezamenlijk eigendom
SAMENWONEN MET CONTRACT Er worden afspraken gemaakt over eigendommen (vastgelegd in contract)
SAMENWONEN ZONDER inkomen, vermogen etc blijven gescheiden
CONTRACT
Schenken en erven
Schenken: Het weggeven van iets aan een ander persoon waar diegene rijker van wordt en jij armer, het is een
overeenkomst zonder tegenprestatie
- Een schenking wordt gezien als inkomen en daarom moet er schenkbelasting over worden betaald, bij
sommigen schenkingen geldt een belastingvrijstelling (bijv bij schenkingen voor specifiek doel)
Erven is overdragen van vermogen na overlijden
- De personen die de erfenis ontvangen worden erfgenamen genoemd
- De verdeling van de erfenis kan worden vastgesteld in een testament
- Je kunt mensen onterven, maar kinderen hebben altijd recht op een legitieme portie: staat gelijk aan het
wettelijk erfdeel van een kind
Als er geen testament is opgesteld, wordt de erfenis na het overlijden verdeeld volgens het wettelijk erfrecht.
1. Groep 1: partner en kinderen (mocht een deel van de kinderen zijn overleden, dan wordt het deel van
dat kind verdeeld onder de kleinkinderen)
2. Groep 2: ouders, broers en zussen
3. Groep 3: grootouders
4. Groep 4: overgrootouders
Wanneer er in de bovenste groep geen erfgenaam (meer) is, dan volgt de volgende groep, totdat de gehele
erfenis is verdeeld. Indien er helemaal geen erfgenamen zijn, dan krijgt de Nederlandse staat de erfenis.
Erfgenamen hebben de keuze om een erfenis te aanvaarden of een erfenis te verwerpen. drie mogelijkheden:
- Een erfenis zuiver aanvaarden: de erfenis wordt, inclusief schulden, geheel geaccepteerd.
- Een erfenis verwerpen: er wordt volledig afstand gedaan van de erfenis.
- Een erfenis beneficiair aanvaarden: de erfgenaam mag de erfenis verder onderzoeken, om te kijken
hoeveel vermogen er is en hoeveel schulden er zijn.
Normaal is de erfbelasting ergens tussen de 10% en 40%
3