ZSA Lymeziekte
18.4.6. Borreliose
- Borreliose: verwekker borrelia = gramnegatieve, kurkentrekkervormige, beweeglijke
bacterie. Ten minsten 20 species; B. recurrentis, de verwekker van febris recurrens
of relapsing fever, en B. burgdorferi, verwekker van Lyme.
- Pathofysiologie: tekenbeet infecteert bacterie, die vermenigvuldigt op de huid.
Incubatietijd varieert van 3-32 dagen. Infectie roept ontsteking huid uit = erythema
migrans. Na dagen / weken dissemineren de bac door het lichaam en infecteren
andere organen. Kan persisteren in huid, gewrichten en zenuwstelsel zelfs na
antibiotica.
- Epidemiologie: in NL teek Ixodes ricinus. Levenscyclus 2-3 jaar, 3 stadia: larve, nimf
en volwassen. Actieve periode maart-november. Eenmaal voeden bloed gastheer.
Beet is pijnloos en vaak onopgemerkt.Teek maakt met zuigsnuit gaatje in de huid en
spuit speeksel met antistolling en ontstekingsremmende factoren binnen. Laat pas
los als hij volgezogen met bloed is. Borrellia bac migreert naar speekselklieren,
maar dat gaat langzaam, dus als de teek <24 uur verwijderd wordt is infectie risico
laag (<3%). Teken besmettingsgraad in NL ongeveer 20% sommige gebieden 50%.
kans op erythema migrans 0,3-5,2%. Kans op asymptamtische seroconversie 3,2-
5,4%.
-
Ziektebeeld: Burgdorferi geeft gewrichtsklachten, afzelii huidaandoeningen (acroder-
matitis chronica atrophicans (ACA)) en garinii neurologische aandoeningen
(neuroborreliose). Drie stadia van ziekte:
1. Vroege infectie (stadium 1, gelokaliseerde infectie). Het kenmerk van de eerste
gelokaliseerde infectie is erythema migrans, een zich centrifugaal uitbrei- dende
, roodheid van de huid rond de insteekplaats van de teek, die vier tot tien dagen na
de tekenbeet ontstaat. De dia- meter van EM is al gauw 5 cm of meer (tot 40 cm).
Erythema migrans wordt gezien bij meer dan 80 % van de patiënten in de vroege
stadia van de ziekte van Lyme. In Europa is de laesie meestal pijnloos, jeukt en
schilfert niet en is niet verhe- ven. In Noord-Amerika kunnen er meer kenmerken
van ont- steking zijn en kunnen er verschillende EM-laesies zijn. EM kan
onopvallend zijn, vooral op een door de zon gebruinde huid. Bij kinderen wordt EM
vaak gezien in het gezicht, in de nek, op de rug en op de benen. Slechts ongeveer
de helft van de patiënten met EM herinnert zich een tekenbeet.
2. Vroege infectie (stadium 2, gedissemineerde infectie). Gedissemineerde ziekte van
Lyme treedt op bij 2–9 % van de patiënten met erythema migrans. Door
verspreiding van de micro-organismen via bloed of lymfebanen kunnen binnen
enkele dagen tot weken secundaire EM-laesies ontstaan op diverse andere
plaatsen of in de buurt van de initiële laesie. Dit is vooral beschreven in Noord-
Amerika. Recidiverende EM is ook beschreven met systemische klachten zoals
moeheid en malaise, koorts, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijnen, regionale
lymfadenitis, gegeneraliseerde lymfadenopathie, tekenen van meningitis, hepatitis,
sple- nomegalie, keelpijn en hoesten. De klachten en symptomen komen niet altijd
allemaal tegelijk voor, ze kunnen elkaar afwisselen. In ongeveer een vijfde van de
patiënten zijn dit zelfs de eerste symptomen, niet voorafgegaan door EM.
1. Na weken tot maanden ontwikkelt zich bij ongeveer 15 % van de patiënten
neuroborreliose met manifestaties van een lym- focytaire meningitis, encefalitis,
(bilaterale) hersenzenuwuitval (nervusfacialisparese, vooral bij kinderen sterk
verdacht voor ziekte van Lyme) of perifere neuroradiculopathie (syndroom van
Bannwarth), waarbij de intensiteit van de symptomen kan variëren in de tijd.
2. Cardiale complicaties. Cardiovasculaire symptomen (0,3–4 %) van de ziekte van
Lyme treden meestal vroeg (weken tot enkele maanden) na de initiële infectie op.
Geleidings- en ritmestoornis- sen met verschijnselen van duizeligheid, flauwvallen,
pijn op de borst en vermoeidheid kunnen optreden evenals myocarditis met
linkerventrikeldisfunctie en cardiomegalie. De prognose is door- gaans goed,
hoewel bij sommige patiënten een permanente pace- maker noodzakelijk blijkt.
3. Gewrichtsaandoeningen. Vroeg na de infectie kan artri- tis optreden: in Europa
gebeurt dit bij ongeveer 5–8 % van de infecties; in de VS veel vaker. Chronische
spier- en gewrichts- klachten kunnen al in deze fase ontstaan zonder typische
waar- neembare afwijkingen. Deze klachten komen voor bij minder dan 10 % van
de behandelde gevallen van Lyme en dat is niet vaker dan in de algemene
populatie.
3. Late infectie (stadium 3, persisterende infectie). Chronische huidinfectie met de
Lyme-spirocheet resulteert in acrodermatitis chronica atrophicans (ACA), een
huidziekte waarbij de huid atrofisch wordt, haar elasticiteit verliest en blauwachtig
verkleurt. Acrodermatitis kan zich vele jaren na de initiële infectie openbaren. Vaak
klagen de patiënten ook over koortsperioden, hoofdpijn, malaise en spierpijn.
1. De ‘late’ artritis begint meestal enkele maanden na de acute fase. Lyme-artritis is
een oligoarticulaire gewrichtsaandoening van de grote gewrichten. De knie is het
vaakst aangetast. Artritis kan kort (drie dagen) duren of chronisch (twee jaar) en
recidiverend verlopen. Lyme-artritis is een erosieve, destruerende artritis met
blijvend functieverlies in chronische stadia.